May Geerts: “Ik heb een zwak voor dikke victoriaanse romans”
In 2003 maakte ik de overstap van maatschappelijk werkster bij het OCMW naar bibliothecaresse in de lokale bib. Voor een buitenstaander misschien onverwacht, maar bibliotheken hebben mij van kindsbeen aangetrokken.
Ik had na mijn sociale hogeschool trouwens gelijk aansluitend de bibliotheekschool gevolgd. Ergens, toch gewild, ben ik zo’n ‘onder de kerktoren’type. Heel mijn leven, kindertijd, jeugdbeweging, werken en wonen, speelt zich grotendeels af in deze dorpskern, en ik vind dat prima zo. Ik heb de rust van een dorp nodig.
Lees je veel? En wat?
Ik zou graag wat extra levens hebben, louter om te lezen, los van elke tijdsdruk. Ook ik moet er tijd voor maken. Soms denken mensen dat als je in een bib werkt, dat je als werk al die boeken kunt lezen. Niets is minder waar. Lezen kan alleen thuis. Al dat lekkers voorbij zien komen, en er geen tijd voor hebben, is soms frustrerend. Ik hou me altijd hardnekkig en naïef voor dat die tijd nog komt. Ik lees alle dagen, maar vaak in stukken en brokken. Het doet wel eens deugd dat er ruimte is om een keer echt door te lezen. Die stukken en brokken situeren zich vaak in spirituele boeken.
Ik heb in dat genre een lijfboek, Een cursus in wonderen, waar ik alle dagen in lees. Het is niet alleen een spirituele gids, maar tegelijkertijd een literair hoogstandje.
Een pareltje vind ik ook Vos 8 : een furhaal van George Saunders. Vanuit het standpunt van een vos, inclusief aandoenlijk taalgebruik, zien we de schrijnende dominantie van de menselijke soort gespiegeld. Je leest het in één avond uit.
De beste leeservaring tot nu toe vond ik nog altijd ‘De quincunx’ van Charles Pallisser. Niet meer voorhanden bij ons, want ja, de tijd gaat voort. Boeken ouder dan 9 jaar zul je in de bib niet veel meer vinden. Ik heb me toentertijd letterlijk 3 dagen verloren in het verhaal. Ik heb een zwak voor dikke victoriaanse romans.
De bestseller Lelieblank, scharlakenrood ligt in dezelfde lijn.
Welk boek van de bib las je het laatst? En wat vond je ervan?
De buitenjongen van Paolo Cognetti. De schrijver is bekend van ‘de acht bergen’. Het reflecteert op een autobiografische wijze het plattelandsleven in de Italiaanse bergen. Mooie beschrijvingen en voor mij nostalgisch herkenbaar omdat ik een vergelijkbare kindertijd heb gehad op de boerderij.
Nu ben ik De bekeerlinge van Stefan Hertmans aan het lezen. Literair vakwerk wat je echt doet leven in de geschiedenis, meer dan dat je een non-fictieboek zou lezen.
Welk boek dat je ooit las zou je iedereen willen aanraden?
Lezen is iets heel persoonlijks. Ik kan hoogstens zeggen dat het mìj heeft gecharmeerd. Dat geldt niet altijd voor een ander. Ik zou een lans willen breken voor poëzie in het algemeen. Geef poëzie een kans, maak er tijd voor. Ik vind het ook een vorm die bij cruciale levensgebeurtenissen diepte en soms ook de nodige troost kan geven aan het moment . Het hoeft daarom niet hoogstaand of hoogdravend te zijn. Het gaat om de woorden die raken. En poëzie is daar de ultieme kunstvorm van. Zelf heb ik een boon voor Gerrit Achterberg, maar als aanrader wel héél donker.
Welke les heeft het lezen je voor je leven geleerd?
Het lezen zelf is een middel, niet een doel op zich. Het geeft ultieme toegang tot je medemens. Een foto of film geeft een atmosfeer mee, maar op tekst staat zwart op wit wat iemand echt denkt en voelt. En je medemens helpt je jezelf te kennen. In die zin is tekst voor mij persoonlijk belangrijk. En daarbuiten staan boeken voor mij nog altijd voor kennis in het algemeen. Internet heeft een groot deel van het informatiedomein ingepalmd en voor mij is dat oké. Ik hoop echter dat het boek, in zijn eigenheid en mèt de ruimte voor meer nuancering, evengoed zijn plaats behoudt. Dat is iets waar de volgende generatie vorm aan zal geven.