Bert Dufraing (Mullerthal): “Het leven blijft ook voor mij een grote zoektocht”
Zondag staat Mullerthal, het muzikaal project van Bert Dufraing, op het podium in De MARc/kT. Mullerthal stond eerder al in Café Chapeau en op tal van andere podia in de buurt. Drej Oomen interviewde Bert een tijdje terug voor de Hoogstraatse Maand.
“Je komt op een zandweg en je moet die blijven volgen”, kreeg ik als raad mee. En dat klopte: eens Wuustwezel uit, wordt de weg smaller en smaller. Auto’s die elkaar kruisen, moeten onvermijdelijk de berm in. Uiteindelijk kom ik in een oase van rust terecht. Bert woont met zijn twee kinderen hier in een chalet in de bossen. Zou het plaatje van de in zichzelf gekeerde muzikant dan toch kloppen?
Warm nest
Bert groeide op in Meer. “Ik heb daar echt wel een topjeugd gehad. Ons ma werkte in het rusthuis in Hoogstraten, onze pa gaf les in het Klein Seminarie. Van hen heb ik veel meegekregen en heb ik vooral mijn gang mogen gaan om kansen die zich aanboden te omarmen. Voor een groot stuk ben ik ook gewoon in hun voetsporen getreden. Muziek was hun passie en net als onze pa en mijn grootvader ben ik gaan lesgeven. Onze pa sjotte bij FC Meer. Daar ben ik dan op achtjarige leeftijd ook mee begonnen. Trouwens, iedereen in mijn omgeving voetbalde toen bij FC Meer. Ik was geen onverdienstelijke voetballer en hield het vol tot mijn achttiende. Toen ik op kot ging, was het gedaan met voetballen. De liefde voor muziek had toen al een belangrijkere plaats ingenomen.”
Ik heb vooral mijn gang mogen gaan
“Ik ben dankbaar voor hetgeen mijn ouders voor mij hebben gedaan en doen. Mijn jeugd was onbezorgd, ik voelde me geborgen en kreeg veel vertrouwen. Dat is iets dat belangrijk is geweest voor mijn verdere ontwikkeling als persoon en ook als muzikant.”
Berts ouders waren actief in jeugdhuis De Mussenakker in Meer. “Eigenlijk was onze pa één van de oprichters van toen nog ’t Kelderke. Het stond dus in de sterren geschreven dat wij als kleine snotapen ooit in de Mussenakker onze opwachting zouden maken. En daarnaast was er de platenkast van onze pa. De lp’s van Neil Young, Bob Dylan en The Rolling Stones werden thuis grijsgedraaid. Dat heeft een blijvende indruk nagelaten. Het is nog dikwijls de muziek uit die periode.”
“En dan was er Cryptic Skull. Het was een gelegenheidsbandje dat bij festiviteiten het podium onveilig maakte in de Mussenakker. Onze pa was de zanger en het was op één van hun repetities dat ik als bengeltje voor het eerst voelde wat rock-‘n-roll met een mens kan doen. Wat een openbaring! Snoeiharde drums en gierende gitaren, en het volume maakte toen echt indruk. Ik was direct verkocht. Als elfjarig jongetje “moest” ik van onze pa ook mee naar een concert van The Rolling Stones. Hij dacht toen al dat het de laatste keer zou zijn dat zijn lievelingsband zou optreden en dat moest zoonlief toch meegemaakt hebben! Samen met ons ma boven in de nok van de Kuip in Rotterdam, onze pa en zijn vrienden vlak voor het podium natuurlijk. Het was een ervaring die ik nooit zal vergeten.”
Afgedankt
Vooral de inhoud van vaders platenkast blijkt Bert het meest in ‘de goede richting’ te hebben geduwd. “En dat gold ook voor mijn buurjongens Wim Dufraing en Dolf Michielsen. Het is een geluk geweest dat we buren waren en dat onze vaders aan dezelfde toog hingen en dezelfde muzieksmaak hadden. Zo vonden we elkaar blindelings.”
“Ik leerde mezelf gitaar spelen op een afgedankt model zonder snaren op basis van akkoorden die afgebeeld stonden in het tijdschrift van de CM. Zittend op de rand van mijn bed met de koptelefoon op 10 speelde ik al grote shows. In onze hof stond een kot en dat mochten we zonder problemen gebruiken als repetitielokaal. We moesten alleen nog een drummer vinden. En zo kwamen we bij Toon Verboven, de zoon van Jacques, uit. Die zat in de fanfare, dus die zou wel kunnen drummen! En zo geschiedde…”
20 frank per song
“Het was heel amateuristisch. We waren dertien, veertien jaar en konden op den duur stukjes van liedjes spelen. En toen gingen we voor het eerst tijdens Meer Markt op het pleintje voor de Mussenakker staan en speelden we liedjes op aanvraag voor 20 frank per song. Het was charmant, maar niet meer dan dat. Ons eerste echte optreden gaven we met Eruption op het vrij podium in de Mussenakker naar aanleiding van de kermis. Heel de familie, vrienden en kennissen zaten in de bomvolle Mussenakker en wij het podium op… Kill! Dead! Suicide! Dat was het openingstrio. Eigen songs, haha!”
Adrenaline
“Voor sommigen was het er over. Maar wij voelden ons hart bonken en we zijn niet meer gestopt. Nog steeds, na 30 jaar, krijg ik een rilling als ik de basdrum voel pompen en mijn eerste akkoord op gitaar aansla tijdens de soundcheck. Pure adrenaline!”
Voor Bert zal het wellicht nog lang niet stoppen, maar dit is alvast het chronologisch lijstje van de bands waarin hij zijn bijdrage mocht leveren: Eruption, P.Y.G.P., d’Ouw Zakke, Cryptic Skull, Jiving Sister Fanny, The Stitch, AC/QUO, Tangled Horns, Pagan Baby, Nashville Bum, La La Blues, ’t Verzet en Mullerthal.
“We begonnen eigenlijk in de periode dat stevige gitaarmuziek heel populair was en heel veel mensen in onze omgeving met allerlei bands op de proppen kwamen. Gasten uit Meer, Wortel en Hoogstraten die toch hun stempel wisten te drukken. Wij waren toen actief met P.Y.G.P., een punkrockband waarmee we onze eerste opnames maakten. We wilden optreden in de Lintfabriek, een beetje het mekka van de harde muziek in Vlaanderen op dat moment. Uiteindelijk is ons dat ook gelukt. We beseften plots dat we ergens konden komen als we maar creatief genoeg waren en in onszelf geloofden.”
Houdbaarheidsdatum
“Vele bands sneuvelden na enkele jaren en zo was het ook met P.Y.G.P. Uit de assen van enkele groepen is toen The Stitch, later Tangled Horns, ontstaan. Met de laatste band nam ik drie albums op. De vriendschappen die hier nog sterker werden zullen altijd blijven bestaan. Het was een intense, wilde periode. Elke week waren we wel twee keer bij elkaar om te repeteren, muziek te schrijven of op te treden. Na 15 jaar ben ik gestopt omdat voor mij de houdbaarheidsdatum overschreden was. Ik had zin in een nieuwe uitdaging. Natuurlijk volg ik hun reilen en zeilen nog volop.”
“Jiving Sister Fanny was een exclusief Mussenakkerproduct. Het begon uiteraard aan de toog waar iemand het idee opperde om met muzikanten van de Mussenakker iets op poten te zetten. Amusement en rock-’n-roll moesten centraal staan en daar zijn we naar mijn aanvoelen aardig in gelukt. Het hoogtepunt was het record van Nonkel Ney dat we aan flarden speelden. Op één dag slaagden we erin twaalf optredens te geven. Het was een geweldige ervaring! We werden van optreden naar optreden gebracht met een limo en de fans volgden ons in de spelersbus van Oranje. Er waren twee wisselende p.a.’s nodig om het technisch voor elkaar te krijgen. Zonder twijfel een hoogtepunt.”
“De eerste jaren traden we veel op, maar na enkele jaren nam de vraag af. Het caféleven begon te slabakken en we besloten nog een laatste keer te knallen. Na meer dan 200 optredens sloten we het hoofdstuk Jiving Sister Fanny af voor 650 mensen in Le Cirq. Rock-‘n-roll is dead!”
Heruitvinden
Volgens Bert heeft elke groep een bepaalde houdbaarheidsdatum. “Die wordt bepaald door verschillende factoren. Maar dat het op een bepaald moment stopt, is zeker. Ik voel dan elke keer de drang om met iets nieuws te beginnen, gewoon omdat ik het zo graag doe.”
Samen met Ine Aerts (de ex van Bert en de moeder van hun dochtertjes) startte hij Bart en Ine. “Onze wereldreis bracht ons in de Verenigde Staten en liet ons kennismaken met countrymuziek. We wilden eens iets anders en samen met Wim Dufraing en Maarten Michielsen begonnen we later Nashville Bum. Het was een schril contrast met het (hardere) werk uit het verleden, maar het gaf veel voldoening en mezelf de mogelijkheid om op een nieuw elan verder te gaan.”
De scheiding met Ine viel beiden zwaar. “Ik ben blij dat we nog goed overeenkomen, maar ik ga niet onder stoelen of banken steken dat het een zware periode is geweest. Een relatie van zeventien jaar af moeten breken omdat je geen andere uitweg ziet, is niet eenvoudig. Scheiden doet lijden, maar het heeft me ook goede dingen gebracht. Door alleen te vallen moet je jezelf als het ware ‘heruitvinden’. Je wordt creatief, leert nieuwe mensen kennen en doet veel nieuwe ervaringen op. Het leven wordt plots heel intens.”
Eigen ding
De scheiding en de daarop volgende coronaperiode liggen mee aan de basis van het project dat momenteel veel aandacht opeist: Mullerthal. “Dit is mijn eerste volledig eigen ding. De teksten en de muziek zijn van mijn hand en ik neem voor het eerst ook de zang voor mijn rekening. Het verwerkingsproces en de twee jaar isolement die corona ons allemaal oplegde, zorgden ervoor dat ik de tijd vond om mijn debuutalbum te maken. Het blijkt dat artiesten vooral in moeilijkere periodes heel creatief kunnen zijn. Dat heb ik ook mogen ervaren. De afwikkeling was soms zwaar, maar het proces om een idee om te zetten in een song gaf ook veel voldoening. Ik merk wel dat ik mijn energie voornamelijk haal uit optreden, het op de baan zijn met de bands en de contacten met de mensen. Het opnameproces is echt “werk” voor mij.”
“De coronaperiode was een eenzame tijd. Het gaf me de gelegenheid om me helemaal terug te trekken en om twee jaar lang bijna dagelijks aan de plaat te werken. Het is dan ook leuk te weten dat het eindproduct gesmaakt wordt. Wat oorspronkelijk enkel mijn ding was, is toch weer uitgegroeid naar een project met een hoop bevriende muzikanten. Maarten Michielsen bood zich aan om samen wat aan de plaat te sleutelen in zijn studio. Uiteindelijk is de productie vooral zijn ding geworden. Mullerthal is nu een zevenkoppige groep. Sinds een half jaar hou ik me ook bezig met de praktische organisatie, ben ik eigenlijk een beetje de manager.”
Reddingsboei
Naast Mullerthal is Bert ook bezig met ’t Verzet. “’t Verzet is een muzikaal project van Luc Meyvis, Simon Standaert, Miel Horsten en mezelf. De aanzet voor dit initiatief kwam er door het benefietconcert voor Think Muco in Oud-Hoogstraten. Het bijzondere aan deze coverband is dat we met mensen uit verschillende generaties muziek maken. Een bont gezelschap met verschillende smaken. Ik merk dat ik dat heel aangenaam vind. Enerzijds spelen we rock-’n-roll, maar ook de melodieuze nummers hebben een plaats op onze setlist. En dan is er ook nog La La Blues, mijn akoestisch project. Met topzangeres Bea Mertens uit Minderhout breng ik bluesy nummers in een intieme setting.”
Een bont gezelschap met verschillende smaken
Bert is met veel dingen tegelijk bezig en beseft dat ook. “Ik werk halftijds als leerkracht. Anders zou dit allemaal niet kunnen combineren. Soms komt die muziek al eens in conflict met mijn taak in het onderwijs. Ik werk graag met jonge mensen en het onderwijs biedt me zekerheid op financieel vlak. Niemand in mijn kennissenkring die muziek maakt kan er de kost mee verdienen. We doen het omdat de drang zo groot is! En we blijven het doen omdat het zo veel voldoening geeft.”
Met muziek kan je de kost niet verdienen
De drukte waar Bert nu mee geconfronteerd wordt is er niet zomaar gekomen. “Tijdens de coronatijd hield ik me voor dat ik er zou staan als het allemaal achter de rug zou zijn. Ik heb me volledig op de muziek gestort en heb deze als een reddingsboei vastgegrepen. Elke week sta ik nu gemiddeld 2 keer op de planken.”
En dan is er ook nog toneel. “Ja, alhoewel toneel wel wat buiten mijn comfortzone ligt. Samen met een collega maakte ik destijds educatief theater rond alcoholisme. Met de productie “Als papa vader wordt” traden we elke donderdag op in scholen in heel Vlaanderen. Met “Samoerai” hadden we een interactief programma met veel muziek en spel voor lagere schoolkinderen rond verkeersveiligheid.”
Bondgenoot
“Ik heb al heel wat wegen bewandeld na al die jaren. Er zit een soort onrust in mij en het leven blijft ook voor mij een grote zoektocht. Kijk, dit is mijn vierde huis bijvoorbeeld. Ook op dat vlak zoek ik telkens vernieuwing op. Andere omgevingen en nieuwe mensen wekken mijn nieuwsgierigheid en op één of andere manier vind ik dat heel aangenaam. Al gaan die veranderingen niet altijd zonder slag of stoot, toch wil ik het leven uitpuren en ten volle ervaren.”
“Muziek is altijd mijn trouwe bondgenoot geweest. Ik verdiep me graag in de teksten van songs en begon ook zelf teksten te schrijven. Erg kwetsbaar allemaal, maar het zorgt wel voor bepaalde inzichten over jezelf en anderen. Ik las heel wat biografieën van artiesten en ontdekte dat de zoektocht die wordt afgelegd mij niet vreemd is. Het besef dat ik daarin niet alleen ben, heeft me energie en wilskracht gegeven om het album af te maken en de draad van mijn leven terug op te pikken.”
De cd- of lp-versie van Repentant Blues bestel je aan resp. 10 of 20 euro via mullerthal.band@hotmail.com.
Mullerthal in Merksplas
met:
- Bert Dufraing – gitaar, vocals
- Greet Eysermans – backing vocals
- Wim Dufraing – mandoline, mondharmonica
- Maarten Michielsen – bas, backing vocals
op zondag 2 april, 11 u., GC De MARc/kT
een organisatie van Musica Meridiana.
Inkom: 15 euro. Je kan een ticket reserveren bij Dirk Noyen, dirk.noyen@skynet.be of 0476 39 12 03.
Bedankt!
Dit interview verscheen eerder in de Hoogstraatse Maand, waaruit we het probleemloos mochten overnemen.