Nieuws

Aartsbisschop Terlinden op bezoek in het detentiecentrum van Merksplas

Waar hoop en wanhoop met elkaar wedijveren


Merksplas: hoog in de prachtige, groene Kempen, dichtbij de Nederlandse grens. Meer dan 150 jaar was een gebied van liefst 600 hectaren er een kolonie voor landlopers. Toen in 1993 de wet op de landloperij werd afgeschaft, werden de gebouwen op de kolonie omgevormd tot een administratief detentiecentrum voor migranten (Het Gesloten Centrum van Merksplas – CIM. Op vrijdag 24 oktober bracht Aartsbisschop Luc Terlinden wam er een bezoek op uitnodiging van Jesuit Refugee Service (JRS).

Ons land kent zes gesloten detentiecentra voor migranten en vijf semi-open. Ze dienen om mensen vast te houden die geen wettelijke verblijfsvergunning kunnen voorleggen of die aan de grens asiel aanvragen of migranten die in het kader van de Dublinverordening naar een ander EU-land worden overgebracht. Ze worden er administratief geplaatst door de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) met het doel hen gedwongen uit het land te verwijderen. Gemiddeld worden in de centra samen permanent 650 mensen opgesloten of zo’n 4000 tot 8000 voor een heel jaar.

Achter deze gezichten schuilen verhalen en mensen, soms pijnlijk gescheiden van hun families en dierbaren. Dit kan ons niet onverschillig laten. Ik bewonder het werk van JRS en anderen voor de steun die zij aan deze mensen en hun waardigheid bieden. Aartsbisschop Luc Terlinden

In het gesloten centrum van Merksplas verbleven vorig jaar 815 personen, met een gemiddelde leeftijd van 34 jaar. 70 tot 75% van de bewoners werd van het grondgebied verwijderd, de anderen werden vrijgelaten. Directeur Eric Kivit en zijn team heten ons hartelijk welkom. Tijdens de voorstelling van hun werking onderstrepen ze dat het centrum focust op een zo humaan mogelijke opvang, zij het binnen de context dat mensen er verblijven in afwachting van hun uitzetting. Er wordt sterk ingezet op agressiebeheersing.

Luisterend oor

Na de presentatie worden we door vrijwilliger Eddy meegenomen naar een afdeling in het centrum. Eddy, 74 jaar, bezoekt als vrijwilliger van JRS vanuit zijn woonplaats in Lier al zeven jaar één dag per week het detentiecentrum van Merksplas. Naast hem bestaat het JRS-bezoekersteam uit nog twee andere vrijwilligers en een staflid. Het team biedt de bewoners een luisterend oor, vangt hun vele noodkreten op, maakt hen wegwijs bij administratieve vragen, toetst af of ze juridisch degelijk worden ondersteund en het koppelt ook terug naar de directie. In afwezigheid van een onafhankelijk mechanisme, dat in gevangenissen wel bestaat, monitort JRS ook de omstandigheden van de administratieve detentie en publiceert hierover een jaarlijks rapport. 

De mentale druk onder de bewoners is groot. Omdat ze niet weten wat er met hen zal gebeuren, omdat ze bang zijn te worden uitgewezen, omdat ze zich afvragen waarom net zij in een detentiecentrum zijn beland. Vrijwilliger Eddy

JRS doet op die manier al 25 jaar detentiewerk in de diverse centra met alles samen rond de veertig vrijwilligers. Ze zijn ook actief in het begeleiden van families zonder wettelijke verblijfsdocumenten bij hen thuis. JRS probeert voor deze families een duurzame oplossing voor hun impasse te vinden, via vrijwillige terugkeer, een wettelijk verblijf in België of een andere oplossing in een ander land. Omdat het om mensen gaat die een risico lopen om administratief opgesloten te worden, is dit een project dat volgens JRS een echt alternatief voor detentie vormt. De begeleiding van migranten door casemanagers heeft een meer humaan karakter dan detentie en de kostprijs voor de samenleving ligt veel lager, zo geeft Jörg Gebhard, de directeur van JRS, ons mee.

Dat Eddy zijn engagement nog steeds bijzonder graag doet, valt meteen op. Honderduit vertelt hij ons over zijn vele contacten. Amper zijn we op een van de afdelingen of hij wordt aangeklampt. De mentale druk onder de bewoners is groot, geeft Eddy ons mee. Omdat ze niet weten wat er met hen zal gebeuren, omdat ze bang zijn te worden uitgewezen, omdat ze zich afvragen waarom net zij in een detentiecentrum zijn beland.

Directieteam van Merksplas samen met aartsbisschop Luc Terlinden, Jörg Gebhard en vrijwilliger Eddy.
Foto: Dienst Communicatie aartsbisdom

Schrijnende getuigenissen

Zo ontmoeten we Thomas uit Ivoorkust. Hij vertelt ons dat hij zeven jaar legaal in Italië werkte als truckchauffeur. Op bezoek in ons land kan hij tijdens een routinecontrole geen geldige papieren voorleggen. DVZ stuurt hem naar Merksplas waar hij intussen 3 maanden vastzit. Hij verveelt zich, vraagt zich voortdurend af wat hem is overkomen. De onwetendheid over zijn toekomst is wurgend.

Wat later spreken we twee jonge Soedanezen. Ze hebben al vier keer geprobeerd als verstekelingen in een vrachtwagen het Verenigd Koninkrijk te bereiken. Ze hebben er familie en vrienden. Ze hopen er een toekomst te vinden. Maar nu zitten ze opgesloten in Merksplas.

Wanneer we wat later het centrum verlaten, kruisen we bij de ingang een jonge vrouw met een peuter en een piepjonge baby. John zal hen dadelijk in de armen sluiten. Ongetwijfeld voor dit jonge gezin een straal hoop in bange tijden.

John, een breed glimlachende man uit Kameroen, schudt ons hartelijk de hand. Hij zit al zes maanden in het detentiecentrum nadat hij zes jaar in ons land verbleef en daarvan vier jaar aan de slag was. Dadelijk zal hij voor de tweede keer zijn één maand oud zoontje ontmoeten. Zijn vriendin heeft er vanuit Brussel met het openbaar vervoer twee uur over gedaan om tot in Merksplas te geraken. En dan gaat zijn gsm over en betrekt zijn gezicht. Zijn vriendin blijkt haar ID te hebben vergeten en mag niet binnen. Ondanks de dreun blijft John er merkwaardig gelaten en waardig bij. Wat later heeft hij zijn mooie glimlach terug: zijn vriendin vond een afschrift van haar ID en ze mag hem nu toch bezoeken.

Wanneer we wat later het centrum verlaten, kruisen we bij de ingang een jonge vrouw met een peuter en een piepjonge baby. John zal hen dadelijk in de armen sluiten. Ongetwijfeld voor dit jonge gezin een straal hoop in bange tijden. Maar zwarte wolken hangen hen boven het hoofd. John heeft immers zijn uitwijzingsbevel al gekregen. Hij moet terug naar Kameroen.

Wanneer de hoge hekkens achter ons dichtvallen en we weer buiten staan, is het net alsof het prachtige, weidse landschap ons wat meer zuurstof geeft.

(De namen van de in Merksplas opgesloten mensen zijn in dit verslag om privacyredenen fictief)

Dit artikel verscheen eerder in Otheo, dat nieuws, artikelen en inspiratie over geloof, spiritualiteit en verbinding brengt.

Reageer

Back to top button