Ann Peuteman: “Ouderen moeten rebels worden”
Gisteravond sprak Ann Peuteman op uitnodiging van merksplas.NU in Merksplas. Grijsgedraaid: dat was het thema, met als ondertitel ‘Waarom we bang moeten zijn om ouder te worden.’Een honderdtal mensen kwamen luisteren.
Ann werd gebeten door het thema ‘ouderen’ toen ze jaren terug voor Knack oud-ministers en opiniemakers interviewde. ‘Ik denk bijvoorbeeld aan Fons Verplaetse, die indertijd zijn heup brak en in een revalidatiecentrum terechtkwam. De eerste verpleegster die hem ginder bezocht, sprak hem aan met ‘dag, Fons’. Dat kon niet voor de voormalige eregouverneur van de Nationale Bank: hij wou dat men hem aansprak met ‘meneer Verplaetse’. Het verplegend team heeft vervolgens drie dagen lang overlegd hoe ze dat gingen aanpakken, want normaal spraken ze de cliënten altijd aan met de voornaam. Het uiteindelijke compromis: voortaan zouden ze ‘meneer Fons’ zeggen. Als het voor meneer Verplaetse al zo moeilijk was om zelf te bepalen hoe hij op zijn oude dag aangesproken werd, voelde ik aan dat ik misschien bang moest zijn om oud te worden.”
“Daarom ging ik op zoek naar wat de samenleving kan doen om ouderen zichzelf te laten blijven, hoe ze de regie over hun leven kunnen behouden. Als je ouder wordt, overvallen je misschien een aantal onvermijdelijke dingen: je gaat fysiek erop achteruit, je geliefden kunnen wegvallen… Daaraan kan je weinig veranderen. Maar er zijn dingen die je wél kan veranderen. Ik ben daarom veel gaan babbelen met ouderen. Want dat verbaast mij nog altijd: dat koepels, verenigingen, beleidsmensen die het over ouderen hebben, meestal niet met hen praten. Ze worden betutteld.”
“Eén van de mensen wiens verhaal me het meest aangreep, was Paula D’Hondt. Alhoewel ze fysiek er erg slecht aan toe was, was ze nog zeer lucide. Ze zei: ‘Voor ons lichaam wordt goed gezorgd; we krijgen medische zorg, we worden gevoed… maar dat is slechts de basis. Dáár wordt je niet gelukkig van. Al de rest wordt zo gauw vergeten.’ En inderdaad, als het over de heraanleg van de markt gaat, over hoe het sociaal huis van de gemeente werkt… wordt dat niet aan ouderen gevraagd. Dat komt vanuit het clichébeeld dat er heerst dat oude mensen gerust gelaten willen worden. Terwijl ouderen net bijna allemaal schreeuwen om gehoord te worden.”
“Of zoals Eva Bal het me zei: ‘Het is niet van mijn spiegelbeeld dat ik op mijn leeftijd schrik, maar wel van hoe anderen mij zien.’ Opeens blijk je tachtig, en plots is het alsof iedereen je ziet als lid van de grote grijze groep oude mensen.”
Valangst
Ann vertelt anekdotes over mensen die noodgedwongen hun auto moeten laten staan en daardoor verkommeren. Het openbaar vervoer is immers niet aangepast: de halte is plots onbereikbaar, de bus trekt te snel op, ze durven geen hulp te vragen aan andere mensen… en zo wordt hun leefwereld plots fysiek beperkt tot hun huis of hun straat.
Winkelen wordt een probleem als je plots immobieler wordt. Familieleden kunnen het misschien even opbrengen om met jou te gaan winkelen, maar hebben het geduld niet of weten beter welke producten je precies moet kopen. Als oudere ben je overgeleverd aan de grillen of de goodwill van anderen. In het buitenland zie je experimenten met busjes die zelfstandigen leasen om ouderen oppikken om te komen winkelen. Als je ouderen wil helpen bij het winkelen, ga je best zoveel mogelijk met ouderen samen winkelen. Als je voor hen boodschappen doet, respecteer je best zo goed mogelijk hun boodschappenlijstje.
Appetijt
Ann had het ook nog over de bezorgmaaltijden. Vaak lijken die smakeloos en duidelijk bezorgd uit een grootkeuken. Voedzaam zijn ze wel, maar zelden appetijtelijk. Laat ouderen zoveel mogelijk zelf nog koken: het geeft een ijkpunt in hun dagbesteding. Of laat ze regelmatig samen eten: samen eten, doet eten. Een studie wees ook uit dat het vervangen van een wat gevaarlijker gasfornuis door een elektrische versie, tot gevolg had dat je tot zeven jaar langer thuis kon verblijven.
Rebels
Ann werkte mee aan de documentaire Rebels, die de Merksplasse OKRA-leden binnenkort op hun ledenfeest te zien krijgen.
Rebels toont portretten van rebellen op leeftijd. ‘Wij pikken dit niet langer.’ Elk op hun eigen manier verzetten ze zich tegen betutteling, doen ze er alles aan om gehoord te worden en vertikken ze het om oud te worden.
Aan welke rechten van ouderen knaagt de samenleving het meest? Ann Peuteman: “Op één staat het recht op een eigen mening. Op twee het recht op werk, op je je nuttig kunnen maken. En op drie staat het recht om je eigen geldzaken te beheren. Mensen zijn boos op de banken: banken verdwenen uit het dorp, loketten gingen dicht, de bancontact-met-printer verdwijnt, en de automaat werkt te snel. Als je ouderen thuis online geldzaken laat doen, lever je ze over aan phishingpraktijken: hoogbejaarden blijken daarvan de grootste slachtoffers.”
“Er zijn een heleboel ouderen die hun geldzaken overlaten aan hun familieleden, maar dat zorgt dan weer voor andere problemen: financieel misbruik, of verlies van privacy. Soms laat die familie de ouderen onder bewindvoering plaatsen, maar dat is een kanon gebruiken om op een mug te schieten. Beter is om een zorgvolmacht op te stellen, waarin je bepaalt wie de beslissingen voor je kan nemen als je slechter wordt. Daarvoor hoef je niet per se naar de notaris: je kan ze ook laten registreren bij de griffie van het Vredegerecht.”
Tussen vier muren
“Vóór je ouder wordt, kan je best eens nagaan in hoeverre je woning is aangepast aan je toekomst. Zou je er makkelijk met een rollator in kunnen rondwandelen? Is je badkamer aangepast aan de leeftijd die je nadert? Ligt je huis vlak bij de zaken die je vaak nodig hebt (bakker, dokter, apotheker…) Ik snap dat er in een huis gaandeweg veel herinneringen kruipen, maar soms moet je op tijd je huis aanpassen of verhuizen. In een aangepaste, goed gelegen woning is de kans groter dat je lang thuis kunt blijven wonen.
Vrank
Ann grijpt nog even terug naar Rebels. “Jonge mensen zien er vaak zichzelf in, ‘maar dan in het oud’. Die strijdvaardigheid gaat nodig zijn bij onze ouderen. De samenleving moet naar hen gaan luisteren, gemeenten moeten met ouderen gaan babbelen. Dat kan makkelijk, want senioren zitten meestal thuis. Mensen moeten vranker, meer ‘oude lastigaards’ worden. Ik geef mezelf alvast nog dertig jaar om me daarin te trainen.”