Colonie7 nodigde woensdag een heleboel ondernemers uit: leveranciers en zakenpartners. Op die netwerkavond ging het over de toekomstplannen van de zaak, met het nieuwe hotel, vergaderzalen en een restaurant. Er daagde veel volk op, en de plannen die ontvouwd werden, waren ambitieus. Het publiek leek de goesting en het enthousiasme te smaken.
Burgemeester Frank Wilrycx zorgde voor de inleiding. Op een drafje doorliep hij de geschiedenis van de Kolonie, en belandde bij fase 6 van de tien fases die vooropgesteld werden: het hotel. “Fase 5, de komst van de brasserie, werd uitstekend ingevuld door Colonie7. De zaak kende een moeilijke periode door corona, maar het bezoekersaantal bleef nadien groeien. Nu zetten ze het hotel in de markt, en ik ben er gerust in dat ze daar opnieuw een succesverhaal van zullen maken.”
Catering was jongensdroom
Bert Josten, de huidige zaakvoerder van Colonie7, voelde zich op zijn twaalfde al aangetrokken tot de horeca: “Ik organiseerde toen al feestjes en barbecues. Van het ene feestje kwam het andere, en zo ben ik gaandeweg in de cateringsector beland. Maar door al het gedoe dat daarbij komt kijken, keken we uit naar een vaste locatie waar ik alles naar mijn hand zou kunnen zetten. 10 jaar geleden kochten we daarom de voormalige Kapelhoeve in Turnhout. Mijn vrouw zou zorgen voor de boekhouding, de keuken en de zaal. We waren jong en naïef, en voor onze droom moest alles wijken. Al snel bleek dat niet zo evident. In het goed gevulde orderboek dat we overnamen, stonden de aangenomen feesten veel te goedkoop aangerekend. Daarbij kwamen we ook nog foute mensen tegen op ons pad, die ons vertrouwen misbruikten. Achteraf bleek het een goede leerschool, waarvan we nu de vruchten plukken.”
Goed ontvangen
“Enkele jaren terug kwam Colonie7 vrij, op een moment dat we in Turnhout net onze rug aan het rechten waren. We hebben ons vrij onbezonnen kandidaat gesteld. Naar mijn gevoel werden de zaken er tot dan toe niet zo goed aangepakt, en wij wilden er een brasserie van maken met een toegankelijk karakter. Dat bleek een goede aanpak: we werden door Merksplas goed ontvangen, al hebben we in het begin wel tegen heel wat vooroordelen moeten opboksen.”
“Na een half jaar was er plots corona. Die periode hadden we veel tijd om na te denken. We voelden ons in staat om ook het volgende project aan te pakken: de uitbouw van het hotel. Ons cateringbedrijf Entre deux Côtes fuseerde met Hendrickx Feesten, en ging zo voortaan onder die naam verder. Zo wordt ‘mijn kindje’ voortaan verzorgd door twee zaakvoerders.”
Partners
Josten haalde recent ook de uitbating binnen voor het hotel en voor het nieuwe restaurant. Daar trok hij twee zakenpartners voor aan.
“Ik heb altijd veel steun gehad van andere mensen. Ik zocht ook altijd naar mensen die mee de kar wilden trekken. Zo haalde ik Xander Buitenhuis, die de brasserie oorspronkelijk mee opstartte als chef, aan boord als medezaakvoerder.”
Xander: “Ik ervaarde onmiddellijk waar de kracht lag van onze aanpak: we willen toegankelijk zijn, huiselijk, met verse, streekgebonden producten. Toen Bert me na de lockdown vroeg om mee te draaien als operationeel manager, twijfelde ik geen moment.”
Bert trok ook nog een andere medevennoot aan: Geert Minnen, die als ondernemer pur sang (o.a. in de verzekeringssector en bij VOKA Kempen Zuid) mee aan de slag gaat bij Colonie7. “Bert nodigde me hier een tijdje terug uit om eens te wandelen. Hij had de glazen bij, ik de drank. We hebben een half jaar wat geflirt, en uiteindelijk zijn we getrouwd. Merksplas heeft keiveel te bieden, vind ik. Eten en drinken, fietsen, wandelen… en af en toe moet je wel eens naar de burgemeester luisteren (lacht). Dat ik soms mijn auto niet kan parkeren hier op de parking? Dat vind ik net fantastisch!”
Geert: “We zoeken allemaal hier als ondernemers ambassadeurs voor ons bedrijf. Laat ons ambassadeurs worden van elkaar. Jullie van ons, wij van jullie. Zo maken we heel de regio veel sterker. Zo kunnen we van Merksplas de hoofdstad van de Kempen maken.”
Een gecoacht team
Dominic Rossi coacht professionele basketters, maar voor Colonie7 ook het nieuwe management. “Sport leunt immers dicht aan bij de werkvloer: je speelt op een klein terrein, in team, met korte deadlines, waarbij je regels moet respecteren en met afleiding moet leren omgaan. Ik werk met jonge toppers. Het verschil met subtoppers, zit er volgens mij in dat toppers mensen zijn die zich kwetsbaar kunnen opstellen. Topsporters durven hun onzekerheden op tafel leggen, en hun sterktes benoemen.”
“Een high-performance cultuur creëren in een bedrijf, dat doe je met goedmenselijke relaties, die in een open feedbackcultuur kunnen gedijen. Eerst moet je dat veilig gevoel bij jezelf creëren. Op mijn sessies vraag ik wel eens wie er in zijn bedrijf feedback zonder ruis durft geven aan de baas? Niemand, zo blijkt. Nochtans doet iedereen dat wel met de kinderen thuis. Daar hebben we immers het beste mee voor, die willen we laten groeien. Jezelf kunnen zijn vanuit een zekere kwetsbaarheid, en mensen daarin kunnen meetrekken naar je klanten, daar draait het om.”
Eind ’23?
Kato Kenis begon bij Colonie7 als jobstudent on the floor (“waar duidelijk niet mijn kwaliteiten lagen”) en groeide snel door naar het management. Daar zorgt ze nu mee voor de uitbreiding met het hotel, het restaurant en de meeting rooms. “Nu al herbergt de zaak zes hotelkamers, maar aan de overkant komen daar nog 41 kamers bij. Daarmee mikken we op een erg divers publiek: groepen, B2B, families, singles… Het restaurant komt vooraan in de linkse schuur. Daar kan rustig getafeld worden. De brasserie is vaak volgeboekt, en het restaurant zorgt voor een welkome aanvulling. “
“Deze maand zou de buitenrestauratie afgewerkt moeten zijn, en de plannen voor de binnenafwerking gefinaliseerd. Daaraan zou in november kunnen begonnen worden, om dan alles eind ’23 in gebruik te nemen.”
Plannen
Vittorio Simoni zorgde met het bureau Simoni | Jennen voor de renovatieplannen. “In de buurt deden we al de renovatie van het Turnhoutse Speelkaartmuseum en de trouwzaal van het Turnhoutse stadhuis. Ik heb lang lesgegeven aan de architectenopleiding in Hasselt, vooral rond herbestemming. Zo ken ik ook de kolonie hier. Eén van de studenten had deze plek als een eindproject.”
“In ons bureau gaan we er altijd van uit dat de situatie de sleutel is van de oplossing. Hier in Merksplas zullen we zorgen voor een grote verscheidenheid in de kamers, al vertrekken we van het gebouw. Wel hebben we een aantal terugkerende elementen: indirecte verlichting, respect voor de plafonds, en aandacht voor ruimte. Zo zullen we een keer de badkamer open laten, net om dat ruimtegevoel erin te stoppen. In een andere kamer zetten we het bad achter een muurtje, en zorgen we voor een infraroodcabine. We zorgen dus ook voor verschillende gradaties van luxe. Ik vermoed dat je dat ook zal zien aan het prijskaartje van de kamer (lacht). Als gasten nog eens terugkomen, kunnen ze in een totaal andere kamer terechtkomen.”
“De receptie komt in de paardenstal. We zouden daar ook een ingreep doen met een raam. Die vinden we noodzakelijk, omdat bezoekers onmiddellijk moeten kunnen zien waar ze naartoe kunnen gaan. Ik hoop dat we dat van monumentenzorg mogen. Ook voor de vergaderzalen boven de hotelkamers zitten we met de vereiste om het dak zichtbaar te houden. Maar hoe doe je dat als je een gang wil creëren met aan beide kanten vergaderlokalen? We hopen dat we dat met een rondlopende wand kunnen oplossen, zodat je toch nog het dak kan ervaren, zonder dat je door andere mensen in je vergadering gestoord wordt.”
“In het nieuwe restaurant zitten we zo ook met ramen die wat te hoog zijn voor tafelende gasten. We trachtten dat op te lossen met een verhoogde vloer. Maar we introduceren er ook genoeg andere elementen (gordijnen, ronde tafels, een keuken achter een glazen wand) om visueel attracties te bieden.”
Beelden: SIMONI | JENNEN
Frank Wouters van De Merksmederij rondde de avond af. Die begeleidde de zaak bij de branding, bij het oppuntstellen van hun merk. “De hedendaagse consument is erg veeleisend. Een goede beleving is voor de klant heel belangrijk. Als mensen thee willen drinken, kan je niet komen aandraven met een kopje lauw water en een papieren theebuiltje.”
“Wij willen met ons team mensen challengen; onze strategische oefeningen zijn niet altijd aangenaam. Dat bouwen we bewust in: de buitenwereld is nog heel wat wilder. Als je die kan overwinnen, sta je sterk. De grootste fout die je bij zo’n strategische oefening kan maken, is dat na afloop ervan iedereen tevreden is. Nee, je moet op zoek gaan naar je bestaansreden. En die moet een unieke oplossing bieden binnen je geografische locatie.”
“De locatie hier is fantastisch. Maar daar mag je niet genoegzaam op leunen. Michelangelo vroegen ze ooit hoe hij een marmeren paard kon beeldhouwen. ‘Dat is niet moeilijk,’ antwoordde hij, ‘dat paard zit al in dat blok marmer. Alles wat niet op een paard lijkt, moet je weghakken.’ Zo werken wij ook naar een concept toe. En dat werkte ook voor het team van Colonie7.”
“De Kempen heeft een ontwakend bewustzijn bij het grote publiek mee. Daarvoor zorgden mensen als Eric Antonis met de Warande, de acteur Ben Segers of Natalia: die profileren zich net als firma’s zoals Soudal en Janssen als ‘Kempens’. Als mensen één dag naar de Kempen willen komen, moeten ze naar hier komen. Dat is ambitieus, en dat kan Colonie7 niet alleen aan. Maar ze hebben wel de ambitie om het beste van de Kempen hier op één plek samen te brengen. Aardbeien, tomaten, bieren, kazen… Laat ons die dingen hier concentreren, en er hier een showcase van maken.”
Toen was het tijd voor een drankje en een hapje. Simoni deed er de rest van de avond het zwijgen toe, en bleek een begenadigd drummer van Surplusband. Die zorgde de rest van de avond voor het stemmige achtergrondgeluid.
RTV
maakte er dit nieuwsclipje over: