Gaston Belmans en de tekenen van de tijd
โIk merk wel ontzettend veel verborgen verdriet bij de mensen, veel eenzaamheid."
Nu zondag 11 september viert de parochie priester Gaston Belmans. “Vooral voor die 25 jaar dat ik al in Zondereigen pastoor ben,” zegt Gaston. “In Merksplas sta ik al 42 jaar.” Een gesprek met hem op de vooravond van de viering.
De schoonste godsdienst
“Eรฉn van de eerste dingen die ik hier deed, was het slijten van het parochieblad. We hadden 350 abonnees, en op รฉรฉn jaar tijd bereikten we er 1.300. Ik ging ermee de boer op. Vooral jonge mensen hapten toe. Nu krijg ik dat niet meer verkocht. Ik heb er trouwens ook niet langer de tijd voor. Mensen moeten wel nadenken over de zin van het leven. Vanwaar komen we, waar gaan we naartoe? Geloof je wel of niet? Als je leeft, zit je op een lange trein. Je weet waar je opgestapt bent, maar niet waar je naartoe rijdt. We hebben de schoonste godsdienst, maar we realiseren het ons niet. God is mens geworden en deelde zijn leven met ons. Het evangelie verrast nog altijd: het is zo’n fantastische, onuitputtelijke bron waar mensen nu nog altijd nieuwe dingen in ontdekken.”
“Ons Heer heeft niets anders gedaan dan mensen echt doen leven. Maar we hebben geen volk meer in de kerk. Mijn voorganger ging op 68 met pensioen, en dat was een wijze beslissing. Zo zou ik het ook doen, heb ik even gedacht. Ik heb het enkel kunnen dromen, maar het niet kunnen waarmaken. Ik kan Merksplas niet loslaten. Toen ik gewijd werd, vroeg ik uitdrukkelijk om in de omgeving van Geel te kunnen werken. Maar dat lukte niet, want ze zagen het toen niet zitten dat de toenmalige pastoor hier alleen bleef werken. Ze hadden me nochtans mijn wens al toegezegd, maar ten lange leste gaf ik toe, en belandde ik in Merksplas. Ik kende het hier niet, ik kende hier geen mensen.” Maar ik heb er nooit spijt van gehad dat het Merksplas is geworden.
Gemeenschapsgebouw
“Ik hou van Merksplas. Hier vind je veel solidariteit. Onze kerk noem ik een gemeenschapsgebouw, waar mensen in liefde en leed samenkomen. We hebben hier veel prachtig werk gedaan. Zo hebben we ooit de avondmis van Kerstmis ontdubbeld: zo kregen we tweemaal die avond telkens 700 mensen op bezoek. We hebben dat een vijftal jaar geleden teruggebracht tot รฉรฉn viering. Of mijn eerste Goede Week die ik hier mocht leiden: ik nodigde de mensen uit in De Nieuwe Spetser, langs het parochieblad en in de kerk. Ik stelde de week voor als een soort retraite. Er daagde een massa volk op. Ongelooflijk. Nu zou dat niet meer lukken. Toen ging het om geloof: mensen werden door de boodschap geraakt, ze kwamen in beweging.”
“Nu blijven vele stoelen in onze kerk leeg. En ook veel mensen voelen zich leeg. Je schrikt ervan als je ze aanspreekt, dat jonge mensen zo zoekend zijn. Ze schamen er zich een beetje voor. We maken een geloofscrisis door, daar ben ik me van bewust. Het kerk zijn zal de volgende tijd een andere invulling krijgen. Ik heb met jonge gezinnen te doen. Je moet het maar waarmaken met zijn beiden, als je alle twee uit werken gaat, met jonge kinderen in huis die je naar hun hobby’s moet brengen …”
Tekenen van de tijd
“Het is niet zo eenvoudig allemaal, het is niet te onderschatten. Vroeger was het eenvoudig: er was altijd wel iemand die thuisbleef, en als dat niet lukte, kon je nog beroep doen op je ouders die op pensioen waren. Maar die werken nu vaak ook nog. Ik begrijp dat mensen minder buurtgebonden zijn geworden. De traditie van het wekelijkse kerkbezoek is verdwenen. We zijn kinderen van onze tijd en we proberen de tekenen van onze tijd te snappen.”
โบ Waarover preekte u voorbije zondag?
“Eigenlijk over het christen zijn vandaag. We komen uit een tijd dat dat vanzelfsprekend was. We kregen het mee met de moedermelk. Nu is geloven een werkwoord geworden. Mensen moeten ervoor in beweging komen.”
“De mensen van Merksplas zijn nogal actief. Als je naar een uitvaart kwam, zongen en deden de mensen goed mee. Samen zingen, bidden, de overledene uit handen geven, uitgeleide doen… Zo’n rituelen mis je in het crematorium. Daar durf je bijna niet meer praten over hoop of geloof. Ik vind dat je over hoop – soms tegen alle logica in – moet durven spreken. Die dingen worden nog weinig verwoord. Nochtans kan dat troosten. Als je niet meer durft spreken over wat er hierna komt, dat er iemand op je wacht… die ontmoeting met God, daar leidt alles naartoe.”
โบ Zes jaar terug was u een groot pleitbezorger tegen crematies.
“Nee, toen ben ik verkeerd geciteerd en begrepen. Ik ben niet tegen crematie, ik begrijp dat er op stedelijke kerkhoven plaats tekort kan zijn en dat crematie daaraan kan verhelpen. Maar ik kies liever voor een begraving. Ooit heb ik een asverstrooiing meegemaakt, waarna de overblijvende partner nog jarenlang spijt had dat er geen herinneringsplek restte. Ik merk ook dat de familie vaak op ouderen inpraat, terwijl die laatsten er wat verdoofd bij zitten. Als ik op bezoek kom, ligt er soms een stapeltje cd’s van de kleinkinderen klaar voor de afscheidsdienst, soms ten koste van goede samenzang die een actievere deelname geeft: zingen is dubbel bidden.”
โบ U staat erom bekend dat u nogal eigengereid ingrijpt bij de liedkeuze of in de teksten bij afscheidsvieringen.
“Ja, ik waak erover dat het geen muziekprogramma wordt. Ontspanningsmuziek hoort niet thuis in de kerk maar kan wel gebruikt worden bij de koffietafel. Ik geef een voorbeeld: in een bepaalde kerk, gelukkig niet de onze, werd het lied: โIk ben Zwarte Lola uit de Stripteasebarโ gedraaid. Op de koffietafel kan dit lied wel gespeeld worden met wat duiding waarom men dat lied koos. Helaas ontbrak die duiding ook in de kerk en dat gaf bij veel aanwezigen verontwaardiging. Trouwens, luisteren naar muziek kan je thuis ook.”
“Als de familie een getuigenis wil houden, is de keuze van de inhoud en de lengte van de tekst aan hen. Soms is het ook beter dat er รฉรฉn tekst gebracht wordt, dan vier aparte verhalen die elk hetzelfde vertellen.โ
De doden draag je mee
“Ik heb in mijn ambt hier meer dan 1.800 mensen begraven. Je draagt dat als mens mee. Het heeft soms diep geraakt. Als ik rondwandel op het kerkhof, kom ik ze allemaal en hun families weer tegen. Als het om jonge mensen gaat, worstel ik er erg mee: het waarom blijft een vreselijke vraag. Persoonlijk denk ik dat mensen hun overledenen meer zouden moet kunnen aanspreken. Een vriend van me, een priester en een man Gods, zei: ‘Wij moeten meer tot hen bidden, want ze zitten dichtbij de bron. Ze kunnen meer doen dan we kunnen vermoeden. Ik denk dat dat waar is.”
“Rouwen was vroeger anders. Een radio mocht toen thuis een tijdlang niet opstaan. Ik heb niets tegen wat muziek, maar zo beperk je het rouwen. Na maanden moeten mensen dan naar een psychiater, omdat ze er niet in slaagden te rouwen.”
โบ Hoe is Merksplas in de voorbije decennia veranderd?
“Hoe kan je het leven van 9.000 mensen volgen? Zo’n job is eigenlijk niet te doen. Vroeger wist ik wie er in het ziekenhuis lag en hoe ernstig het was. Met de privacyregels is dat niet langer mogelijk. Mensen belden vroeger bij een overlijden eerst naar de pastoor; nu naar de begrafenisondernemer. Als je ziet hoeveel mensen er bij de gemeente werken… ik moet het met enkele vrijwilligers runnen: de zorg, het parochieblad, de administratie.”
“Ik merk wel ontzettend veel verborgen verdriet bij de mensen, veel eenzaamheid. Vroeger waren er veel meer ontmoetingskansen: bij de bank, in de winkel, voor de kerk… Ik zou graag meer tijd steken in het beluisteren van al die levensverhalen. Mensen moeten hun verhaal kwijt van hun gescheiden dochter. Het is niet alleen pijnlijk voor haar, maar ook voor die mensen. Als ze dat verhaal nergens kwijt kunnen, moeten ze dat verdriet dubbel verwerken.”
Schermentijdperk
“We leven in een schermentijdperk. Toen ik in Merksplas aankwam, kwam ik mensen tegen die me de weg konden wijzen. Nu zie je niemand meer op straat. De mensen kennen elkaar ook veel minder. Spijtig, want zo verdwijnt ook de solidariteit. Ik heb het zien gebeuren met de doodsbrieven: vroeger gingen die naar heel het dorp, en toen vielen de mensen van de kolonie af. Later de verdere wijken, toen de straten, en nu gaan de mensen ze zelf in de brievenbus steken.”
“Net als in de meeste andere gemeenten, verdwijnt het dorpsgevoel en verstedelijken we wat meer. De kerken zijn leeggelopen, maar de psychiaters zijn overbezet. Het verenigingsleven verzwakt, al lukt het bijv. de plaatselijke Ferm-afdeling om interessante sprekers aan te trekken rond actuele thema’s.”
โบ De katholieke kerk heeft vaak dezelfde stormen doorstaan die de maatschappij teisterden: kindermisbruik, vrouwenongelijkheid, kolonialisme…
“Er zullen jammer genoeg altijd fouten gemaakt worden. De Kerk pleit nu voor een nultolerantie en daar sta ik volledig achter. Dan moet je als organisatie oppassen, dan gaat het makkelijk verkeerd. Je moet eraan blijven werken”
“Ik vind het jammer dat de kerk nog geen gehuwde mannen met veel levenservaring kan wijden tot priester. Gehuwden hebben door het leven geleerd. Vrouwen zouden ook als diaken moeten kunnen ingeschakeld worden. De kerk treedt in zo’n zaken veel te aarzelend op.”
“Ik geloof in lokale geloofsgemeenschappen. Met grotere gehelen heb ik meer moeite, net zoals mensen het moeilijk hebben met politie- of brandweerzones. Men doet er te weinig aan om dat lokale leven te ondersteunen. Postkantoren die sluiten, banken die verdwijnen… OKRA zou daartegen moeten protesteren.”
โบ U hebt laatst ook een tijdlang een kankerbehandeling doorstaan.
“Ja, en wonderwel ben ik goed hersteld. Ze zagen de toekomst voor me nochtans niet zo goed zitten. Maar ik heb geen dag ziekteverlof genomen. Gewoon verder doen, daar voelde ik me het beste bij.”
“Uiteindelijk moeten we werken aan het geluk van de mensen. Al doende leert men. Nu ik het een beetje kan, mag ik eigenlijk op pensioen. Ik heb heel veel van de mensen gekregen, en al doende heel veel geleerd. Daar ben ik Merksplas heel erg dankbaar voor.”
“Het leven is een pelgrimstocht, en daar komen hindernissen bij kijken. Maar uiteindelijk zullen we goed aankomen.”
Viering zondag
Die gaat door in de kerk van Merksplas, op zondag 11 september om 9.30 u. In die viering worden ook twee glasramen met Pater Damiaan, Paus Johannes Paulus II en Moeder Theresa officieel ingewijd.
Beste Gaston,
Ik wens je een fijn feestje toe.
Mag ik je even zegen dat ik even schrok toen ik las “We hebben de schoonste godsdienst?”.
Ik neem aan dat jij het Rooms-Katholieke geloof een schone godsdienst vindt.Maar om dan te zeggen dat het de schoonste is? Was het dan een wedstrijd tussen godsdiensten?
Daarmee moedig je niet echt de interreligieuze dialoog aan.
Hopelijk begrijp ik je verkeerd en bedoel je het veel christelijker dan ik het lees.
Met een vriendelijke groet.