Halfweg: Merksplasse N-VA maakt bilan
Iets meer dan drie jaar geleden stemde Merksplas een nieuw gemeentebestuur aan de macht. Binnen drie jaar doen we dat terug. Met merksplas.NU interviewden we de drie partijen over de stand van zaken. Een gesprek dat dan weer eens terugblikt op de voorbije tijd, en vooruitkijkt naar wat te verwachten valt. Als eerste aan de beurt: N-VA Merksplas. Oppositieleden Tine van der Vloet en Luc Holthof zaten met ons rond de tafel.
Waarin schuilen de sterke punten van N-VA Merksplas, denken jullie?
Tine: “Ik sta elke dag met beide voeten in de politiek. Dat betekent dat ik veel tijd kan besteden aan het opvragen van dossiers en de opvolging ervan. Ik heb ook een rechtstreekse link met Brussel. Zo kan ik makkelijk checken wat mag en kan. Ik vind het positief dat we er zijn voor de mensen in Merksplas: we kunnen veel burgers aanhoren, en we kunnen op hun vragen een verhelderend antwoord geven.”
“Wij brengen niet alle vragen die ons ter ore komen op de gemeenteraad. Een mailtje of een telefoon naar een schepen of de burgemeester zorgt soms sneller voor een antwoord of een oplossing.”
“En we besteden ook veel aandacht aan onze communicatie. We zijn een transparante partij, die met ons huis-aan-huisblad viermaal per jaar onze accenten en standpunten in de huiskamers brengt. Op onze website vind je ons verslag van de gemeenteraad, en we versturen ook nog een nieuwsbrief. Onze partijleden engageren zich in de adviesraden, en staan ook onder de mensen. Dat is belangrijk, want daar hoor je het meest over de bezorgdheden van de mensen en de dingen die leven.”
Luc: “Vlaanderen verlangt dat alle gemeenten dezelfde beleidsinstrumenten gebruikt. Het maakt niet uit of het dan om Antwerpen of om Merksplas gaat. In Merksplas missen we echter de fundamentele discussie over zo’n strategisch plan. Of het nu om wonen, verkeer, de Kolonie of financiรซn gaat: die discussie gaat de meerderheid uit de weg. Daarom zijn we vaak gedwongen om ons te veel met details bezig te houden.”
‘Leefbaar’ blijft maar teren op het verleden. Luc Holthof
“Als gemeenteraadslid moet je je constant afvragen of we goed bezig zijn met onze gemeente. Leefbaar heeft in het verleden een aantal goede dingen gedaan: de Kolonie, de sporthal, het gemeenschapscentrum, … Maar daar blijven ze nu nog altijd op teren. Ze kijken achteruit, terwijl de toekomst voor ons uit ligt. Wij proberen het beleidsmatige vaak op tafel te leggen.”
Tine: “Laatst hebben we bijvoorbeeld de situatie van seizoenarbeiders in Merksplas aangekaart. Het gaat om een grote groep mensen in onze gemeenschap. Dat kunnen we dus op tafel gooien, maar de meerderheid vertikt het om daar dieper op in te gaan. Er wordt niet doorgedacht of op doorgewerkt. Daar moeten we dus op een latere gemeenteraad terug een vraag over stellen.”
Leven in het verleden
Tine: “Dat ‘niet mee mogen nadenken’, dat missen we misschien wel het meest. Laatst suggereerden we bijvoorbeeld om een procedure af te spreken rond snelheidsmetingen. Zo zouden we mettertijd een beeld krijgen van de straten waar er systematisch te snel wordt gereden en daarrond een beleid kunnen uitwerken.”
Luc: “Je ziet in heel Vlaanderen een tendens naar bijv. meer participatie, meer inspraak van de bevolking, meer verdichting in de ruimtelijke ordening, … Maar dat dringt niet tot hier door. De meerderheid leeft verder in het verleden, en heeft een afkeer van nieuwe inzichten. ‘Ze zijn het precies wat moe’, horen we zeggen. Ze hebben inderdaad al wat jaren op de teller staan.”
Tine: “Dat zag je ook bijvoorbeeld in de aanpak van de coronacrisis. Het college en de burgemeester toonden zich erg afwezig. In buurgemeenten maakte de burgemeester bijvoorbeeld wekelijks een filmpje om de maatregelen toe te lichten en de burgers moed in te spreken. Ook was er veel onduidelijkheid over de regels die men hier toepaste.”
Een fusie?
Luc: “Het meest urgente thema vind ik de fusie. Ik zou het logisch vinden dat we met de gemeenteraad voor- en nadelen zouden afwegen, de mogelijke condities… Gewoon het gesprek hierover aangaan. Maar dat is voor de meerderheid onbespreekbaar. Het is toch onvoorstelbaar dat we zo kleinschalig blijven werken. Het lukt de gemeente gewoon niet om alle vereiste beleidsdocumenten degelijk af te werken. Het moet allemaal volgens het SMART-principe, maar dat lukt hen niet. Het ligt dan eens aan een ander beleidsniveau, dan weer aan het computerprogramma, … De wereld wordt altijd moeilijker.”
Tine: “Dat je als kleine gemeente รฉn een algemeen directeur, รฉn een adjunct-algemeen directeur, รฉn nu nog een extra A1-stafmedewerker beleidsondersteuning nodig hebt, toont toch aan dat ze het niet kunnen beredderen?”
Tine: “De gemeente kent een groot personeelsverloop. Er lopen wel wat ongelukkige mensen rond.”
“Als we niet zelf de fusie voorbereiden, zullen we die ooit wel opgedrongen krijgen. Ik denk niet dat een fusie veel nadelen oplevert. We werken nu al goed samen met een aantal gemeenten: Noorderkempen Werkt, rond toerisme, … Wat vrijblijvend allemaal, want een fusie is hard: dan gaat het om macht delen. Maar zijn we dan de ziel van het dorp kwijt? Ik denk van niet. Andere gemeenten als Gierle of Poederlee behielden toch ook hun eigenheid in Lille? Merksplas Kermis zal ook na een fusie heus nog wel blijven bestaan.”
In jullie verkiezingsprogramma pleitten jullie toch voor een inclusieve, toegankelijke gemeente. Voor onze ouder wordende bevolking verdwijnt de bank, misschien de Post, en straks dan ook de gemeente?
Tine: “Er moet natuurlijk een lokaal aansprekingspunt blijven bestaan. En met de huidige technologie valt er veel van te maken. Je kan je front office, de contacten met de burgers veel klantvriendelijker maken. Door de schaalvergroting kan je dan weer efficiรซnter werken en mensen meer op hun competenties aanspreken.”
“Wat ons wel zorgen baart, is dat er weinig aandacht is voor het sociale aspect van ons gemeentebeleid. In 2030 zal een kwart van onze inwoners ouder zijn dan 65, terwijl we ooit de jongste gemeente van Vlaanderen waren. Neem nu het EBEM-gebouw in de Leopoldstraat: daar hadden we toch andere dingen kunnen doen? We hadden kunnen zorgen voor een zorgdriehoek voor senioren, samen met het rusthuis. Of in de Kolonie hadden we met maatwerkbedrijven sociale projecten kunnen realiseren zoals een fietspunt of een wasserij voor herbruikbare bekers, terwijl het nu enkel horeca huisvest.”
Luc: “De Kolonie is ook zo’n project dat veel te groot is voor een kleine gemeente.”
Tine: “In 2009 kreeg Merksplas de opdracht om tegen 2025 50 sociale woningen te hebben. We zijn ondertussen in 2022 en er zijn welgeteld 8,2 sociale huurwoningen en 6 sociale koopwoningen in Merksplas. Het gemeentebestuur heeft dat laten liggen en zit nu dus met een ei. En dan komen er ineens sociale woningen op een speelplein in een woonwijk. Natuurlijk valt dat bij de inwoners van de betrokken woonwijk in het verkeerde keelgat.”
Uit de verkiezingsuitslag kan je toch afleiden dat de meeste inwoners tevreden zijn met het gevoerde beleid?
Veel mensen weten niet wat er leeft in Merksplas. Tine van der Vloet
Tine: “Veel mensen weten niet wat er leeft in Merksplas. Burgers blijken niet goed op de hoogte te zijn van het reilen en zeilen van het bestuur. Ze zien de verwezenlijkingen, maar horen vaak niet hoe het er precies aan toe gaat. Maar als ze dan de livestream van de gemeenteraad even bekijken, zeggen ze: ‘de burgemeester is precies de enige die wat mag zeggen’ of ‘die antwoordt toch vaak naast de kwestie’. Er leeft toch ook wat schrik bij mensen om het beleid tegen de kar te rijden, omdat ze voor een verbouwing of een ander dossier de gemeente nog nodig kunnen hebben. Jammer dat dat in 2022 nog altijd zo leeft.”
Luc: “We zijn realistisch genoeg om te beseffen dat we hier niet direct de meerderheid gaan halen. (lacht) Merksplas is nu eenmaal een kleine gemeente, met grote families die sterk aan elkaar hangen, en met een sterk weefsel van verenigingen. Dat zorgt voor een grote kruisbestuiving. Allemaal positief, maar dat maakt het ons moeilijk om daar door te breken.”
Tine: “Soms horen we dingen die we misschien beter aan de grote klok zouden hangen. Maar we kunnen toch niet de hele tijd die moeilijke spelen? Dat ligt niet in onze persoonlijkheid, denk ik. De burger wordt daar niet altijd beter van. En soms word je het moe om weer eens naar de gouverneur te moeten stappen om een document van de gemeente op te eisen, dat dan een half uurtje later in je mailbox valt.”
In jullie programma stonden een aantal dingen die nu verwezenlijkt zijn: het schoolvervoerplan, de fluorescerende huisnummers… Toch strijken jullie daar niet de eer van op.
Tine: “Dat is misschien wel frustrerend, maar we geven niet op. We hebben heel hard achter de veren van de meerderheid gezeten voor dat schoolvervoerplan. Vaak gingen we ervan uit dat alles wat ze daarover zeggen op de gemeenteraad waar is – maar achteraf bleek dat niet altijd het geval: het kwam pas maanden later in voege. Of samen met de hele gemeenteraad nadenken over de besteding van het Vlaamse coronageld? ‘Nee, dat zal niet gaan.’ Of het beschilderen van de kasten van de nutsvoorzieningen? Dat was vorige legislatuur al beslist! Nu pas gaan ze er werk van maken. Of een Sterretjesweide: daar kan toch niemand tegen zijn? Nee, in Merksplas kan dat niet.”
Uitdagingen
Wat zijn voor jullie de grote uitdagingen voor Merksplas in de toekomst?
Luc: “Wonen, verkeer, leefbaarheid, openbaarheid van bestuur… en vooral visie. Nu is er geen beleid, en evenmin visie. Kijk naar ons dorp dat doorkruist wordt door het zware verkeer. Het beleid nodigde op onze vraag de provincie uit om hun verkeersstudie toe te lichten. Conclusies werden daar niet uit gehaald: ze lieten het maar aanmodderen. Adviezen van de Gecoro worden genegeerd.”
Tine: “Met de N-VA willen we geen bouwstop, al worden we afgeschilderd alsof we dat voorstaan. Nee, we willen even een pauze inlassen om een visie te bepraten. De Leopoldstraat is verschrikkelijk: het dorpse karakter is er helemaal verdwenen, autoโs rijden er te hard, vrachtwagens of bussen kunnen elkaar niet kruisen, je kan niet veilig uitstappen en je spiegels worden er afgereden. De straat huisvest bovendien een ratjetoe aan handelaars. Moet dat zo? โWe passen het RUP toeโ krijgen we dan te horen. Maar zou je dat RUP niet beter eens kritisch in vraag stellen, gezien de veranderde situatie? Over dat soort van discussie lezen we nergens iets. We zien daarover nooit verslagen. We vermoeden dat er veel binnenskamers geregeld wordt.โ
Luc: “Of neem ons marktplein, dat uit parking, auto’s en straat bestaat. Daar kun je toch anders naar kijken? Met meer groen, meer fietsen, minder auto’s? Waarom moeten mensen in het centrum van Merksplas met de auto komen winkelen? Dat kan je toch ontmoedigen. Of mensen trager laten rijden. Of het fietsen stimuleren.”
Tine: “Van het kerkplein zouden we toch ook een fantastische plek kunnen maken? Met minder parking, een bloemenweide, vlakbij Kern Lindendijk? Op het plein voor het Gemeenschapscentrum was er oorspronkelijk ook meer groen voorzien. Je ziet dat aan het zebrapad dat er ligt dat die plannen niet gevolgd werden.”
Goed bestuur
Luc: “Die uitdagingen pakken alle gemeenten eigenlijk aan. Voor de volgende verkiezingen zouden we een lijst moeten maken van mensen die samen willen nadenken over de toekomst. Dat zou een goede zaak zijn.”
En wat als het Vlaams Belang deelneemt aan de verkiezingen?
Tine: “Die partij zal wel meedoen en heel wat stemmen halen. De afschaffing van de stemplicht zal daar weinig invloed op hebben. Voor niet-traditionele partijen kan dat misschien wel voor een bots zorgen.”
“Met de vorige verkiezingen hebben we aangebeld bij alle huizen in Merksplas. Overal hebben we een klapke gedaan. We stonden versteld van het aantal mensen dat verandering wilde. En wat waren we teleurgesteld dat we dat niet konden verzilveren.”
Luc: “Wij kunnen de mensen ook niets geven of beloven, want we zitten in de oppositie.”
Een lijn is een lijn
Tine: “We pleiten voor meer rechtlijnigheid en handhaving. De voorbije maanden zagen we dat er federale regels kwamen rond corona, maar hier in Merksplas kon er wel wat meer. Een lijn is voor ons een lijn: als je geen dichte tenten mag uitbaten aan een horecazaak, kan dat niet. Als er geen alcohol verkocht mag worden tijdens de eerste lockdown, dan kan het toch niet dat je mensen met een pintje bier uit een handelszaak buiten ziet wandelen? Als in de Hoevestraat open grachten moeten liggen, mogen ze nadien niet door bewoners terug dichtgelegd worden. Zonder snelheidscontroles zal er in de Moerstraat altijd veel te hard gereden worden. Het bestuur doet telkens dan alsof hun neus bloedt.
“Als we kandidaten zoeken voor onze partij, blijkt dat ze vaak met de nek worden aangekeken omdat ze niet voor de meerderheid zijn.”
“Mensen geven het op om openbaar hun mening te geven, en dat is triest. Als het er wat rechtlijniger aan toe zou gaan, is er niets te verstoppen. Dan maakt al die geheimdoenerij niets meer uit.”
Interview: Ellen Vermeiren en Dirk Raeymaekers
- op zaterdag 3 februari stond het gesprek online dat we met Groen Merksplas hadden,
- op maandag 5 februari het interview met Leefbaar.
Dit interview vond plaats in Colonie 7, dat ons welwillend een vergaderplek bezorgde.
Blij dit te kunnen lezen. Volhouden maar!