Nieuws

Jos uit WZC Binnenhof wacht tot alles weer ‘normaal’ is

In het woonzorgcentrum krijgen we vaak vragen over de weerslag van het coronavirus: hoe gaat het in het woon- en zorgcentrum? Voelen de bewoners zich niet eenzaam? Vinden ze het erg dat er geen familie meer op bezoek mag komen? We vroegen het aan Jos, één van onze 65 bewoners. Hij vertelt hoe hij deze periode beleeft.

Rodehond

“Dit hele gedoe doet me denken aan wat er zich ongeveer 80 jaar geleden afgespeeld heeft. Toen was het geen corona, maar rodehond. Ik zat toen nog op school maar herinner mij dit nog heel goed. Net als de kinderen nu, mocht ik toen ook niet naar school gaan. Dit vond ik niet zo erg, want ik was geen goede student.”

“Zelf merk ik eigenlijk weinig van wat er zich allemaal afspeelt. Als ik naar buiten kijk, zie ik wel dat het leven lijkt stil te vallen. Er rijden minder auto’s op de baan, de werken aan de nieuwe serviceflats en de ondergrondse parking liggen stil, de schoolgaande jeugd passeert niet meer,… Het is goed dat die maatregelen er zijn en dat de meesten zich hier ook aan houden. Zo kan Merksplas – en heel de Kempen – misschien ontsnappen aan de miserie.”

Het ergste?

“Wat ik het ergst vind aan deze situatie? Uiteraard dat ik het bezoek van mijn familie moet missen. Ze bellen regelmatig en er komt wel eens iemand zwaaien aan het raam, maar dit is toch niet hetzelfde… Ook het gaan biljarten en de korte wandelingen in het dorp mis ik wel.

Hier in het Binnenhof doet iedereen extra zijn best om het ons zo aangenaam mogelijk te maken. We worden tussendoor verwend met lekkers, een individuele activiteit, een goed gesprek,… maar toch kijk ik uit naar het moment dat alles weer ‘normaal’ zal zijn.”

Reageer

Back to top button