Nieuws

Maarten Larmuseau pluist verhalen uit

Op uitnodiging van Heemkring Marcblas praatte professor dr. Maarten Larmuseau dinsdagavond in De MARc/kT. Alle ingrediënten op een rijtje voor een saaie avond? Allerminst. Larmuseau is genetisch genealoog. “Dat is een nieuw vakgebied. We koppelen daarbij stambomen en familiegeschiedenissen aan DNA-gegevens van levende en minder levende mensen.” Hij had het over Merovingers, koningen en moeders, over Beethoven en vaders, over de verhalen die de geschiedenis maken. Dan was hij even detective, dan weer wetenschapper, dan weer tandentrekker.

Nog net niet trendy

Maarten: “7 op de 10 Vlamingen blijken volgens onderzoek geïnteresseerd in hun stamboom. Politiek scoort qua interesse lager. Maar stamboomonderzoek lijkt een typisch tijdverdrijf voor oude witte mannen op het einde van hun leven, die willen uitzoeken hoe rijk hun familie ooit was, en waar het is misgelopen. (lacht) Dat beeld willen we anders. We merken ook dat steeds meer mensen aan hun stamboom beginnen, en dat zijn niet altijd zestigers.”

“Ook aan de universiteit bekijkt men ons soms wat meewarig omdat we volgens sommigen rond ‘identiteit’ werken. Zo bekijk ik het niet: mij gaat het om hoe verwantschap vorm kan geven aan de samenleving.”

Maarten Larmuseau samen met Jan Geypen (afkomstig uit Wortel), collega-onderzoeker bij Histories vzw

Aan je stamboom beginnen

“Best begin je zo dicht mogelijk bij je huidige familie. Je vindt alvast veel informatie in de schoenendoos met geboortekaartjes en doodsbrieven, en in je fotoalbums. Een goede tip: als je nog oude familiefoto’s hebt, vul die dan nu al op de achterkant aan met alle namen van de mensen die erop afgebeeld staan. Dat is altijd interessant voor in de toekomst. En praat met je naasten om je lijsten aan te vullen.”

“Zo kan je al makkelijk een eeuw terug in de geschiedenis. Als je dan nog eens in de digitale archieven van de Burgerlijke Stand duikt, kan je op een avondje terug tot 1800. Wil je nog verder terug? Dan moet je de online parochieregisters napluizen voor de periode tussen 1600 en 1800. Alles is makkelijk te vinden. Je hoeft daarvoor niet rijk te zijn.”

“De periode vóór 1600 ligt wat moeilijker: dan moet je in schepenbrieven, testamenten, perkamenten, manuscripten gaan snuisteren.”

Fouten zijn menselijk

“Als je aan je stamboom begint, is het verleidelijk de informatie die MyHeritage of Geneanet bieden klakkeloos over te nemen. Ik vind echter dat je zoveel mogelijk terug moet vallen op de originele akten. Dat maakt dat er minder fouten in je stamboom sluipen. Ooit was er iemand die “Charlowie Schampavie” op MyHeritage introduceerde als vermoedelijke voorvader, en mettertijd dook die vaker en vaker op in andere families.”

“En hou in je achterhoofd dat je er niet op moet hopen dat je met je familielijn terechtkomt bij Karel de Grote. Die kans is klein. Stamboomonderzoek gaat niet alleen over jaartalen en namen. Het gaat ook over het milieu van je voorouders en verwanten, over de verhalen en de geschiedenis.”

Op zoek naar voormoeders

“Stambomen draaien zo goed als altijd rond de vaderlijn. Dat is altijd het makkelijkst geweest, omdat de familienamen identiek waren of sterk op elkaar leken. Rond 2020 hebben we met een ploeg mensen van o.a. Histories geprobeerd om zoveel mogelijk Vlamingen hun moederlijke stamlijn te laten opstellen en hen zo kennis te laten maken met hun ‘voormoeders’ met het Mamamito-project. Daarbij werkten we ook met DNA. Genetische genealogie draaide vooral om het mannelijke Y-chromosoom. Nochtans is de moederlijke stamlijn ook interessant voor genetisch onderzoek door het mitochondriaal DNA. Dit Mito-DNA wordt enkel via de moeder en dus uitsluitend in moederlijn overgeërfd.”

“Maar daarnaast lieten we hen ook op zoek gaan naar hun voormoeders. Waar je die kan vinden? In oude kranten, bijvoorbeeld. Doorblader Belgica Press, en misschien kom je in de ongevallenrubrieken, de advertenties… wel familieleden tegen. We beschikken ook over de rijkdom van de vreemdelingenregisters. Als je overgrootmoeder vanuit Duitsland naar Antwerpen trok om er als dienstbode te gaan werken, kwam ze daar zeker in terecht. En er is ook nog het Fonds Régis. Dat bevat 100.000 dossiers met kerkelijke en burgerlijke huwelijken die in Brussel en omgeving afgesloten werden tussen 1867 en 1921.”

A, C, T en G’s

“DNA-onderzoek is betrekkelijk simpel: je stopt wat wangslijmvlies in de machine, en er rolt een lijst met 6 miljard tekens uit. 98% daarvan stemmen overeen met een chimpansee. Als je het DNA vergelijkt van alle mensen wereldwijd, zit er onderling maar 0,3% verschil op. Afhankelijk van je familielijn, heb je 50% DNA gemeen (met je broers en zussen) tot pakweg 3,125% met je achterneef. Als je verdergaat, wordt dat getal nog kleiner.”

Graven naar Merovingen die 1300 jaar lang onder het Koksijdse politiekantoor begraven lagen

De Merovingers

“In Koksijde werd per toeval onder het oude politiekantoor een begraafplaats gevonden met 53 skeletten. Waren het Vikingen? Spanjaarden? Nee, met een muntenvondst kwam men uit bij Merovingers. Die periode kennen we heel slecht; Tom Waes sloeg ze, samen als de figuur van Clovis, in Het Verhaal van Vlaanderen gewoon over. Je vindt in Vlaanderen wel 50 mensen die zich als re-enactor in Romeinen willen verkleden, maar enkel twee die dat als Merovingers doen.” (lacht)

Richard III
afb. anoniem/wikipedia

“Maar wie waren die Merovingers? Daarvoor kwamen ze bij ons terecht. Van 33 onder hen vonden we hun genetisch profiel. Zo bleken er drie in de eerste lijn verwant, drie in de twee en 4 in de derde lijn. Het was dus geen familiegraf, eerder een begraafplaats voor een uitgestrekt gebied. Waar we dat DNA vonden? Door tanden te trekken: dat is nog altijd de beste bron. Suiker was in die tijd nog niet gekend, zodat die nog in prima staat waren. Of we onderzoeken vinger- of teenkootjes. Desnoods boren we in het rotsbeen in de slaap, maar dan wordt de schedel onbruikbaar voor een expo.”

“Dat mitochondriaal DNA was ook belangrijk bij het onderzoek naar het opgegraven skelet van Richard III in Leicester. Daardoor konden we afleiden dat het echt om hem ging.”

“Dat liep anders bij het gemummificeerde hoofd van de Franse koning Henri IV.  Jean-Jacques Cassiman en ik vergeleken het DNA daarvan met dat van het mogelijke bloed op een zakdoek van Lodewijk XVI en dat van drie andere nog levende afstammelingen van de Bourbons. Zo bleek dat de resten van het hoofd niet van Henri IV konden zijn.”

Koekoekskinderen

“Mater certa, pater semper incertus. Een moeder is altijd zeker dat ze de (biologische) moeder is van haar kind, een vader nooit. In de jaren ’90 verschenen heel wat artikels waarin beweerd werd dat 10% of meer van de mensen koekoekskinderen zouden zijn. Dat cijfer heeft me altijd geïntrigeerd. Op basis van onderzoek van meer dan 500 stambomen en Y-chromosomenonderzoek, hebben we dat herleid tot ca. 1%. Ook bleek dat het percentage iets hoger lag in de tweede helft van de 19de eeuw, en ook meer voorkwam in de grote steden dan op het platteland. In arme wijken kwamen we zelfs een koekoeksgraad van 6% tegen: Daensiaanse toestanden zorgden daarvoor.”

To be or not to be Beethoven

“Ludwig van Beethoven werd geboren in Duitsland, maar zijn wortels liggen in België. De stamvader van alle nog levende Van Beethovens – Aert van Beethoven – woonde in de 16e eeuw in Kampenhout. Hij is ook de voorvader van Lodewijk van Beethoven. Maar uit ons DNA-onderzoek bleek dat er geen vaderlijke verwantschap meer is tussen hen beiden. In de directe vaderlijke lijn van de componist was er blijkbaar een buitenechtelijke verwekking. We ontdekten wel dat Beethoven waarschijnlijk stierf aan een levercirrose.”

Omzichtig omspringen

“Waarschijnlijk was dat nieuws wel even een opdoffer voor de pakweg 150 Vlaamse nazaten van Beethoven. Ik durf nu ook niet meer naar Kampenhout, al heb ik daar familie wonen. (lacht)

“Maar het geeft ook aan dat DNA-onderzoek ingrijpend kan zijn op het leven van echte mensen. Zomaar je DNA-staal te grabbel gooien bij commerciële buitenlandse firma’s houdt heel wat risico’s in. Hoewel het allemaal onschuldig en leuk lijkt, zijn die testen zeer duidelijk over verwantschap. Als deelnemer kan je bedoeld of onbedoeld te weten komen dat bijvoorbeeld je vader niet je biologische vader is – en dat besef kan heel wat ontwrichten. DNA-resultaten liegen dan wel niet, maar als je zo op zoek moet naar je biologische ouders is er professionele, wetenschappelijke begeleiding nodig, en dat bieden zo’n firma’s niet aan.”

Zie ook
Ontdek jouw familiegeschiedenis - een handleiding

Reageer

Back to top button