Nieuwe inwoners maken kennis met Merksplas
De gemeente nodigde alle nieuwe inwoners van de voorbije twee jaar uit op haar onthaaldag. Meer dan tachtig mensen daagden zondagochtend op om te ervaren in welk dorp ze intussen woonden.
Ze verorberden hun ontbijt in De MARc/kT. De schepenen zaten mee aan tafel, samen met raadsleden Jef Van Accom en Josรฉe Van Aert. De sfeer was gezellig: de nieuwkomers onderhielden wat beleefde babbels met elkaar, en de broodjes en de koffie smaakten.
Wat Merksplas allemaal doet
Maar het draaide om Merksplas, natuurlijk. Burgemeester Frank Wilrycx sprong in zijn PowerPoint vlot tussen de verschillende domeinen waarvoor Merksplas verantwoordelijk is en wat de gemeente allemaal doet voor haar inwoners.
Alles begon bij de bron. De naam van onze gemeente ontspringt ook bij de bronnen van de Mark, en omdat we indertijd over het drassige water moesten, werden we Spetsers. “Een geuzennaam waar we trots op zijn”, zei Frank, “en de eer om die naam te dragen valt jullie voortaan ook te beurt.”
Merksplas is zo’n 9000 voetbalvelden groot, en met 8877 inwoners heeft ieder zo’n voetbalveld ruimte ter beschikking: “Er zijn weinig gemeenten met zoveel open ruimte per inwoner”, zei Frank. En op die oppervlakte wonen 51 nationaliteiten. “Vooral Nederlanders, die zo’n 45% uitmaken van de niet-Belgen, en Roemenen zo’n 28%.” Die werken vooral in de tuinbouwsector en vormen een wisselende inwonersgroep.
Geen fusie
Merksplas is ook geen fusiegemeente, “en dat hopen we nog lang zo te houden. We hopen dat de volgende regering beseft dat een nabije gemeente het beste is wat een inwoner kan overkomen.” Verder ging het over de gemeenteraad, de verkiezingen die eraan komen (op de dag van de nakermis, “en die kermis is traditioneel een van de hoogtepunten uit het jaar van elke Merksplassenaar”). Over de vele zorginstellingen die Merksplas rijk is, het Centrum voor Illegalen en de Strafinrichting (de grootste werkgever van ons dorp), het Structuurplan dat ervoor zorgt dat we wel veel inzetten op toerisme, land-en tuinbouw, maar dat dat “ons weerhoudt om voluit in te zetten op kmo’s en industrie. Nu hebben we wel een kleine kmo-zone, die een zege is voor heel wat van onze kleine zelfstandigen.”
Het ging ook nog over mobiliteit, “waarbij we inzetten op de plaats van de zwakke weggebruiker. Het ontbrekend vrijliggend fietspad aan de Steenweg op Weelde is voor ons nog altijd een doorn in het oog, maar we hebben goede hoop dat de werken begin 2025 kunnen starten.”
Schepen Leen Kerremans vertelde over de kinderopvang, de jeugdverenigingen en het jeugdhuis, over de fuifzaal en het gevarieerd vakantieaanbod voor kinderen en de 25 speelpleintjes die Merksplas rijk is. En over de voorzieningen voor senioren.
Het ging nog over cultuur, de verenigingen, sport en toerisme. Over de kolonie, de jumelages en de ontwikkelingssamenwerking. Over het Sociaal Huis (schepen Leen Kerremans: “de plek waar veel inwoners van hopen om er nooit terecht te komen, maar eigenlijk is het een huis waar je voor zรณ veel terechtkan dat het raar zou zijn als je er nog nooit binnenkwam”), Ebem en de hulpdiensten.
Een studiereisje
Om half elf stond de bus klaar voor een kleine rondrit door het dorp. “We vroegen om een dubbeldekker bij de busmaatschappij”, vertelde communicatieambtenaar Darren Verschueren. “Zo kan iedereen mee en hoeven we geen twee bussen in te zetten.” En die bus voerde ons kriskras door het dorp, en schepenen Monique Quirynen en Raf Verheyen gidsten ons onderweg met feiten, cijfers, weetjes en verhalen van plek tot plek. Van de Leopoldstraat over de Kleirytse Driezen, Kleiryt, de Kloosterstraat (waar de chauffeur voor de eerste keer wat moeite moest doen om het kruispunt over te steken, voordat we in Kern Lindendijk onverrichter zake moesten keren omdat we niet langs de Kunst Mar(k)t konden). En dan ging het over de Langstraat en de Werfstraat naar Koekhoven, om dan nog de sporthal (waar schepen Kris Govers een korte rondleiding gaf), de Kolonie en het Huis van het Kind aan te doen.
“Leuk idee”
De meeste deelnemers waren enthousiast over het concept van deze onthaaldag. Jan-Pieter woont sinds dit jaar in De Hees. “Het is er mooi en rustig wonen. Maar we hebben ook goede buren. Enkele keren per jaar komen we samen buiten voor een drankje. De sfeer is er opperbest. En Merksplas ligt in de buurt van mijn werk en dat van mijn vrouw. We kwamen van Hoogstraten, en voor sommige dingen zijn we daar nog wel op gericht. Onze dochters spreken nog altijd met hun vriendinnen van daar af. Maar dit voelt nu al aan als onze nieuwe thuis. Ik sport hier graag, en ik heb ook al wat contacten via Unizo.”
Ellen woont al twee jaar in Leest. “Ik huur hier een appartement, maar mijn sociale leven speelt zich nog veel in Herenthout af. Daar judo ik, en heb ik mijn vriendinnen. Mijn vriend woont in Dessel, en daar werk ik ook. Maar ik hoorde daarstraks dat je de gevechtsportzaal in ’t Hofeind kan afhuren. Dan kunnen we ook hier eens trainen. (lacht) En begin juli ga ik met mijn oldtimer (een Saab 86) meedoen aan de Spetsersrit voor oldtimers van Brasserie De Mart.”
Het gezicht van Anne kwam ons wat bekend voor. “Ja, ik kom inderdaad uit Merksplas. Maar ik woonde drie jaar in Zondereigen, en ben dus terug nieuw hier.” Of ze nog iets opstak van de dag? “Ja hoor, er waren toch wat geschiedkundige weetjes die ik nog niet kende.”
Carine en Nicole wonen allebei in een appartement in de Schuttershofstraat. “En we werken ook allebei in de Delhaize”. zegt Carine. “Aan de kassa leerde ik natuurlijk al heel wat mensen uit Merksplas kennen. Het is hier goed wonen. Je hebt hier alles vlakbij. En vandaag werden we extra verwend, vind ik.”