Nieuws

Pedro De Bruyckere: Jongeren op weg helpen

Merksplas en vijf andere gemeenten in de regio werkten de voorbije jaren rond jongerenwelzijn. Vandaag rondden ze dat project af. Als gastspreker nodigden ze Pedro De Bruyckere uit, regent en pedagoog. Misschien ken je hem van enkele vrt-programma’s of de radio, of misschien van zijn lezenswaardige blog over onderwijs, jongeren, cultuur en media. Of van zijn lange lijst boeken. Maar hier praatte hij breeduit op de planken van De MARc/kT voor een publiek uit het onderwijs, de sociale en de welzijnssector.

Schepen Leen Kerremans (Leefbaar, Merksplas) lichtte eerst het project TOP in je KOP wat toe: dat wou ervoor zorgen dat alle kinderen en jongeren in de Noorderkempen zich goed in hun vel voelen én de weg naar geschikte hulpverlening vinden. Van Europa kreeg het project in 2021 via Leader zo’n 194.000 euro subsidies. Want onze regio kent heel wat blinde vlekken op het vlak van het jeugdhulpaanbod. Dat zorgt voor de nodige uitdagingen. “De hamvraag was dan ook: hoe kunnen we in onze streek, op het platteland, ervoor zorgen dat jongeren met een hulpvraag snel gepaste hulp krijgen en niet uit de boot vallen?”

Er kwam een jongerenwelzijnsoverleg met bijna 45 partners. Een projectmedewerker werd aangetrokken. Die werkten aan de ontwikkeling van een innovatief zorgmodel, krachtenbundeling en afstemming van het aanbod. Dat aanbod werd in kaart gebracht. Er kwam een JAC Arendonk Ravels. Meer dan 50 jongeren namen in groep deel aan weerbaarheidstrainingen. Net geen 3.500 kinderen en jongeren namen de tijd om hun mening kenbaar te maken in een grootschalige online-enquête. De resultaten daarvan werden in een actieplan gegoten.

Schepenen Leen Kerremans (Merksplas) en Faye Van Impe (Hoogstraten)

Een actieplan voor de volgende tijd

Schepen Faye Van Impe (N-VA, Hoogstraten): “Het actieplan bouwden we op rond vijf thema’s:

  • gevoelens erkennen en benoemen I hulp vragen
  • vrijetijdsbeleving
  • informatie op maat
  • welzijn op school I Stressreductie
  • ouders

“Daaraan koppelden we aanbevelingen die we lokaal de volgende tijd willen uitwerken. Rond emoties en hulp willen we bijvoorbeeld de volgende tijd verder inzetten op de groepstrainingen en op de Tiendaagse rond geestelijke gezondheid.”

“Rond vrije tijd willen we meer kinderen en jongeren uit kwetsbare gezinnen kennis laten maken met het bestaande vrijetijdsaanbod door ervaringsmomenten te organiseren. We willen jeugdverenigingen ook sensibiliseren om oog te hebben voor die doelgroep. En we willen ook het beeld bijstellen dat ouders over jeugdclubs hebben.”

“Voor de scholen willen we een opleiding organiseren voor vertrouwenspersonen voor kinderen, en een platform maken voor de uitwisseling van goede praktijken. We willen er ook aandacht blijven houden rond de pestproblematiek en rond stress op school.”

“Ouders blijken uit ons onderzoek de personen die het meeste vertrouwen van kinderen en jongeren krijgen als ze met problemen te kampen hebben. We willen hen meer bewust maken over hun rol als ouder. We gaan ook vrijwilligers zoeken binnen anderstalige gemeenschappen om zo’n thema’s aan te snijden.”

Nadenken hoe we ons best organiseren

Gedeputeerde Kathleen Helsen wenste het project veel succes toe. “Als provincie merken we dat er zich heel wat problemen stellen in het platteland. Het omvat heel wat open ruimte en vele kleine dorpen. Die groeien soms nog, maar er verdwijnen ook vaak voorzieningen. We merken dat die voorzieningen voor jongeren slecht uitgebouwd zijn. Een hulpverleningsaanbod is soms niet aanwezig. En toch bestaan ze, kinderen en jongeren met heel wat pijnlijke problemen.”

Kathleen Helsen. Foto: provincie Antwerpen

“Ik was vanochtend bijvoorbeeld in Rijkevorsel op werkbezoek. Toen ik er vroeg welke professionele hulpverlening er voor jongeren bestaat, bleef het er stil. Nochtans moeten gemeenten een veilige omgeving bieden waarin jongeren tot volwassenen kunnen uitgroeien. Daarom is het goed dat hier in de regio met dit project experten werden aangetrokken, krachten gebundeld. We moeten samen nadenken hoe we ons in de toekomst nog beter kunnen organiseren om met beperktere middelen daarrond verder kunnen werken. Het is een uitdaging om slimme keuzes te maken. Ik ben benieuwd welke lessen we uit dit project kunnen trekken.”

Helsen had het nog even terzijde over de mogelijke rol van het onderwijs bij het bundelen van de krachten. “In Rijkevorsel stelden we met de provincie een educatief pakket voor rond milieu-educatie. De school ging er niet mee aan de slag, want ze wilde zich focussen op wat ze als haar kernopdracht zag: kennisoverdracht. Als dat voortaan zo zou zijn, hoe kunnen we het dan verder hebben over jeugdwelzijn?”

Pedro De Bruyckere

En dan was het aan de gastspreker. Die nodigde het publiek onmiddellijk uit om even te raden hoeveel percent van de jongeren zich gelukkig voelt. Was het nu 50, 66, 75 of 90%?

Het was dat laatste aantal, en veel mensen in de zaal gokten verkeerd. “Dat komt omdat jullie dit soort van lezingen volgen of krantenartikels lezen, en zich daardoor een triester wereldbeeld vormen. Maar om eerlijk te zijn: 10% jongeren die zich echt ongelukkig voelen, dat is – hoe je het ook draait of keert – belachelijk veel. En dat aantal neemt zienderogen toe.”

Het aantal jongeren dat af en toe zelfmoordgedachten heeft, lag altijd rond de 20%, maar stijgt de laatste jaren langzaamaan. En dat is niet alleen een Vlaams of Belgisch probleem, eerder een Europees. Er loopt iets fout, dat valt niet te ontkennen.

Dat heeft soms te maken met de thuissituatie: jongeren waarbij het thuis niet botert, voelen zich driemaal slechter in hun vel dan anderen. Mensen denken vaak dat dat ongelukkig zijn allemaal te wijten is aan social media, maar dat is vaker een symptoom dan de oorzaak. En ook de school heeft op hun (on)geluksgevoel maar nauwelijks invloed. “Voor alle leerkrachten onder ons: je maakt het voor hen op school niet erger. Maar je maakt het ook niet beter. Scholen erven gewoon het welbevinden van de jongeren dat zich buiten de school vormt.”

Meisjes hebben het ook erger dan jongens, zo’n 0,5 keer erger. “Ik zeg niet: ouders, stop met scheiden. Nee, als ouders goed en in alle vriendschap uit elkaar gaan, én de nieuwe ouders een goede relatie aangaan met de kinderen, maakt het dat niet noodzakelijk slechter voor de kinderen.”

Nee, dat is te simpel

Of welbevinden leidt tot leren? Nee, eigenlijk niet. Leren leidt vaker tot welbevinden dan omgekeerd. Pedro haalt daarbij het goede gevoel aan dat gamers beleven: “Games zijn frustrerend leuk. Gamers worden constant uitgedaagd. Vaak lukt de opdracht niet, maar opeens doet het dat wel. Dat vraagt erom om verder te doen.” Eén van de sterkste middelen die het onderwijs ter beschikking heeft om jongeren gelukkiger te maken is daarom dat leren. Oké, voor een kleine groep jongeren werkt dat niet, maar het belangrijkste is dat kinderen en jongeren kunnen ervaren dat ze iets bereiken. Dat kan net met dingen te leren.

“Dat is één van de belangrijkste taken als ouder of leerkracht: dat je de jongeren een spiegel kan voorhouden waarbij je kan benadrukken dat ze net dát ietsje meer kunnen dan ervoor. Geef hen echte succeservaringen, en leren doet leren.”

Druk zetten om te motiveren? Straffen en belonen, dat kan bij kleuters helpen. Denk maar aan de stempeltjes. En ook bij volwassenen: daarvoor bestaat de spaarkaart van de Delhaize. Als je gedrag wil veranderen, kan belonen helpen. Maar bij leren lukt dat niet. Een betere aanpak is als je kan inspelen op wat jongeren willen bereiken, en dat je hen goed kan aanpraten wat ze er allemaal voor moeten doen om zover te raken. Met haalbare, realistische doelen. “Maar ik smeek: zeg nooit ‘volg uw passie’. Wel: ‘volg uw passie, en heb er nog iets naast. Een hond, een kat, een partner… die kunnen bij tegenslagen op hun pad zorgen voor weerbaarheid, voor een mentale buffer.”

De basis van leren

De Bruyckere lijst enkele elementen op die je in alle leertheorieën terugvindt:

  • haalbaarheid: mensen haken af als dingen te makkelijk of te moeilijk zijn
  • waarde: wat kan je eruit halen voor je eigen ontwikkeling
  • controle: in hoeverre je invloed kan uitoefenen op de situatie
  • sociale aspecten: die worden vaak over het hoofd gezien. De passie van de spreker of leerkracht is cruciaal, maar die moet ook met beide voeten in het volle leven staan om overtuigend te zijn.

Wat daarbij vaak misbegrepen wordt, is de autonomie bij het leren. Vrijheid verlamt die. Voor motivatie zijn grenzen belangrijk. Impulscontrole ook, de regie van de controlekamer in de hersenen. Geluid en toxische stress hebben daar bijvoorbeeld een negatieve invloed op. “Stress is enorm besmettelijk. Een kind van drie absorbeert bijvoorbeeld de stress van de ouders. Dat heeft een bewezen invloed op de ontwikkeling.”

Samen dingen doen en bewegen

Je kan wel inwerken op de leeromgeving. Er is geen enkel onderzoek dat aantoont dat dat effecten heeft op de lange termijn – dat is niet onmogelijk, maar onmiskenbaar wel op korte termijn. “Hoe dat praktisch kan voor kleuters en lagereschoolkinderen? Door samen te zingen, te sporten, bordspelen te doen… Daarvoor moet je rekening houden met anderen, je moet naar de anderen luisteren, je moet leren je eigen impulsen onder controle te houden, je moet je beurt afwachten… allemaal dingen die je nodig hebt om samen te leren. Bij adolescenten leer je hen haalbare doelen te stellen. Maar geef hen daarbij ook de middelen om hun eigen kwaliteiten in kaart te brengen; reik hen een spiegel aan.”

Weerbaarheid

Je kan niet voorkomen dat kinderen nooit triest worden of nooit geraakt worden door het leven. Maar een aantal dingen kunnen hen weerbaarder maken.

“Ik denk aan de kracht van rituelen: patronen in het leven met een diepere betekenis erachter. We zagen in de coronacrisis dat jongeren kerstmis misten, of het afscheidsmoment in het zesde leerjaar: dat zijn betekenisvolle momenten die kracht kunnen geven.”

“Of die ene vriend in de klas, die je een kruk kan aanreiken waarop je even kan leunen. Of die ene volwassene. Het is niet altijd jij als ouder of als leerkracht die dat moet zijn in het leven van een tiener. Vaak hebben ze al zelf iemand uitgekozen.”

“En stop ze in een vereniging. Daar kunnen ze werken aan hun sociale competenties, die nodig zijn voor hun weerbaarheid. Liefst in een sportclub, dan bewegen ze meer en dat helpt bij hen om zich beter te voelen.”

“Laat ze zich realistische doelen stellen. Als je een doel stelt, denk je vooruit, op korte termijn. Koppel er de nodige uitdaging aan, zodat ze successen kunnen ervaren, en soms wat teleurstelling.”

Pedro De Bruyckere pleit er ook voor om jongeren te wijzen op hun mogelijke denkfouten als ze problemen ervaren. “De problemen die ze aanvoelen, kan je niet onmiddellijk oplossen. Luister, en probeer hen gaandeweg op die denkfouten te wijzen. Dat is vaak werk van lange adem.”

Hulp zoeken

De Bruyckere legde ook nog even een link met het Top in je Kop-project: “Jongeren hebben vaak problemen, en vinden niet de weg om hulp te zoeken. Mensen in hun omgeving zien dat vaak van nabij. We zouden hen meer moeten kunnen overhalen om die problemen aan te kaarten bij hulpverleningsinstanties. Niet als klikspaan, maar uit oprechte bezorgdheid. Als er echt iets aan de hand is, kan er geholpen worden. Als dat niet het geval is, is iedereen gerustgesteld.”

Reageer

Back to top button