Vrijheid, heen en weer
DIALOOG-vliegers. In het Vlaamse project met die naam wisselden mensen in en uit de gevangenis berichten uit op papieren vliegers. Het ging vaak over vrijheid, conflict en herstel. Dat was zo ook in Merksplas. Ria Goris doet het verhaal.
Een lapje onvrijheid
Zo zit ik op een avond samen met een groep burgers, op een andere met een groep gedetineerden, en een derde avond met beide groepen samen, in de gevangenis van Merksplas. De laatste avond is dat met mondkapje op. Dankzij dit lapje onvrijheid kunnen we toch samen in gesprek gaan over vrijheid. Over deze laatste avond wil ik het hier hebben.
Bij een gevangenisbezoek horen de nodige geplogenheden. Onze bezittingen achterlaten in kastjes, identiteitskaart voorleggen en op erewoord verklaren dat we voor zover we weten geen microbe onder de leden binnensmokkelen, metaaldetector en twee zware metalen deuren passeren. Dan komen we uit op een ruime binnenkoer, een dreef met bomen met aan weerszijden gazon. โOh, fijn dat de gevangenen tenminste wat groen hebben,โ roept Lieve uit. Lotte, de medewerkster van De Rode Antraciet, zet ons meteen met de voeten op de grond. โDe gevangenen mogen hier niet komen,โ zegt ze.
En dan zien we het ook: metersgrote hekken met daarachter betonnen koeren. Daar wandelen de gedetineerden. Vandaar kunnen ze kijken naar het groen waar wij nu op lopen, en binnenkort ook naar de lichtjes waarmee de bomen voor kerst getooid worden. Er zijn nog tekenen van leven: in het schemerdonker lopen twee katten. Ik denk terug aan de keer dat ik jaren geleden als journalist de gevangenis van Merksplas bezocht, en onder meer het hospitaalgebouw aandeed met ongeveer 15 bedden op een aftandse zaal. Het lichtpuntje? โWe hebben hier een kater. We noemen hem liefkozend โde kater van de helโ โ, vertelde een van de mannen me toen.
In datzelfde gebouw, in diezelfde enigszins opgeknapte zaal, gaat nu de dialoogavond door. In de gang op weg naar de zaal prijken op de vensterbanken sanseveriaโs en een stel andere planten, โdoor een van de gevangenen gestektโ, vertelt Lotte. Verder overheersen metaal en hoge getraliede vensters.
Papieren vliegers
Ze komen een voor een binnendruppelen, de mannen die โ net als de vrije burgers โ eerder al โDIALOOG-vliegersโ voorbereidden voor deze avond. Het zijn gevouwen papieren vliegers met daarop uitspraken als
- โIk voel me vrij als ik alle remmen kan losgooienโ,
- โโฆ als ik kan genieten samen met anderenโ,
- โโฆals ik zelf kan kiezen met wie ik in contact komโ.
Voor de duidelijkheid: dit zijn uitspraken van de vrije burgers. De gedetineerden hebben andere zaken genoteerd, zoals:
- โIk mis mijn vrijheden. Eigen toilet, eigen eten, eigen ritme, eigen aankopen, eigen beslissingen, eigen douche, eigen klerenโฆโ,
- โHet grootste gemis is dat je de beslissingen van anderen moet volgenโ en
- โIk mis mijn familie en vrienden het meest. Vooral mijn moeder en mijn zusjes.โ
Beide groepen maakten ook vragen op voor elkaar, zoals die vanuit de vrije burgers: โIs er vrijheid in je hoofd als je opgesloten bent in de gevangenis?โ, โDenk je dat je de vrijheid aankan als je vrijkomt?โ en โNaar welke vorm van vrijheid verlang je het meest?โ
De gedetineerden hebben andere vragen genoteerd, zoals: โHoe ervaren jullie onvrijheid in jullie vrijheid?โ en โWaarvan ben je het meest bang om te verliezen als je naar de gevangenis zou moeten?โ
Rijke oogst
We hebben een rijke oogst aan DIALOOG-vliegers waarmee we in twee groepen van elk zeven of achtย deelnemers aan de slag gaan. Het recept is simpel: vis een vliegertje uit de doos en lees voor wat erop staat. Er is niet veel nodig voor het gesprek de diepte in gaat, naar het niveau dat een gesprek zelden bereikt als je een uur op cafรฉ bent met iemand die je voorheen niet kende.ย
Patrick* vertelt hoe hij zich tijdens de dag wel zinvol kan bezighouden, onder meer door minder geletterde medegedetineerden te helpen een brief te schrijven. Hijzelf is omgekeerd op hulp van lotgenoten aangewezen om zijn hemd dicht te knopen. Sinds zijn hersenbloeding lukt hem niet meer. Maar โs nachts steken de muizenissen de kop op. Het gevoel dat zijn leven voorbij is, dat hij alles wat hem dierbaar is verloren heeft.
Kevin* ervaart momenten van vrijheid wanneer hij zich verdiept in een boek, of zelf aan een boek werkt. Hiernaast blijft hij wekelijks brieven schrijven aan zijn jonge zoon, met wie hij een contactverbod heeft. โIk verzamel al die brieven, wie weet kan ik die op een dag aan hem geven. Ik wil heel hard werken aan mezelf, zodat mijn kinderen later โ als ik vrij ben โ een vader hebben die er staat.โ
Hij heeft vreselijke zaken gedaan, vertelt hij. Zijn kinderen zijn getuige geweest van scรจnes waar geen enkel kind getuige van zou mogen zijn. Zijn ogen lichten op als hij praat over boeken, over schrijven, over zijn kinderen. Maar nadat hij gesproken heeft, zakt hij soms weg, zijn hoofd gebogen, zijn blik naar binnen gekeerd.
Ook Gert* deelt pijnlijke fragmenten over een verfrommelde jeugd, flarden die tevoorschijn schieten tussen allerlei gemeenplaatsen waarachter hij zich verschuilt. De Gert met luide stem en het masker op en de Gert die even in zijn ziel laat kijken wisselen elkaar af. Haast alle mannen vertellen over een worsteling met het leven. Die bracht hen, soms meermaals, dicht bij een punt van zelfdoding.
Dit is een dialoog, ook de vragen aan de vrije burgers komen aan bod. Lieve vertelt over moeilijke stappen in haar leven die ze gezet heeft op weg naar meer vrijheid. โVrijheid ligt voor mij vooral in de keuze die je altijd hebt in hoe je naar iets kijktโ, vertelt Myriam, en ze vertelt over het inspirerende boek โDe keuzeโ van de joodse holocaustoverlevende Edith Eger. Ook Jan en ondergetekende delen ervaringen van vrijheid en onvrijheid. De gedetineerden vragen door, nodigen de vrije burgers uit meer te vertellen. En andersom. Een gesprek zonder moetens of grote doelen, zonder oordelen.
Het ijs gebroken
Na een korte pauze verzamelen de twee groepen in een grote cirkel. In een afsluitend rondje verwoordt iedereen een hoop. Een hoop voor zichzelf, of voor de samenleving. Er worden zaken gedeeld als: โIk hoop dat ik dingen zoals vandaag, vaker kan doen. In gesprek gaan met anderen zorgt ervoor dat je niet zo snel in het wij-zij denken komtโ, en โIk hoop vrij te komen. Ik hoop dat ze mij nog een kans geven.โ Christa formuleert een hele mooie hoop. โAch, je bent nog zo jong en zo naรฏefโ, repliceert Johnny*. Iedereen schiet in de lach. Zowel enkele gedetineerden als burgers opperen de suggestie: kunnen we dit gesprek niet voortzetten? Er zijn nog veel dialoogvliegers die niet aan bod kwamen, ruim genoeg voor drie avonden. De maskers zijn afgegaan, het ijs is gebroken.
Ongezonde omgeving
โWat een verschrikkelijk ongezonde omgeving is dat toch,โ roept Lieve later op cafรฉ uit. โHoe moeten mensen daar in godsnaam beter worden?โ Voor we het paviljoen verlaten, spreken we nog even met een fijne bewaker. โDe cellen zijn tegen kwart voor 9 op slot,โ zegt hij. Dan is iedereen op zichzelf aangewezen, al dan niet in gezelschap van een rist andere mannen op een grote slaapzaal of alleen in een cel. Daar gaan de molens in hun hoofden weer draaien, terwijl de vrije burgers kiezen of ze nog even op cafรฉ gaan of niet. โExcuseer, ik ga jullie nu buiten zetten want er roept een gedetineerde, ik wil naar hem gaan kijken,โ zegt de vriendelijke bewaker. We verlaten het paviljoen met het gevoel dat er achter tralies niet enkel tekens van leven, maar ook van menselijkheid zijn.
* we hanteerden fictieve namen om de privacy te respecteren.