Het geluk vinden in Merksplas
โErgens bij horen.โ Hij hoorde het zichzelf uitspreken. De man tegenover hem in de mosgroene corduroybroek en het ietwat kreukelige gestreepte overhemd ging iets verzitten. Van de leuning van de chesterfield stoel pakte hij een klein schriftje. A6. Met het potloodje dat er altijd naast lag schreef hij iets op. Knikte kort. Wanneer hij voor het laatst gelukkig was geweest, had de man in de mosgroene corduroybroek gevraagd.
โOp zeven februari van dit jaar. Ik weet nog precies waar ik was, toen ik voor het laatst gelukkig was.โ De man in de mosgroene corduroy broek had gezegd benieuwd te zijn naar die dag. De dag waarop hij voor het laatst gelukkig was geweest.
Hij vertelde: โHet was de dag dat ik voor het eerst het Belgische dorp Merksplas zou bezoeken. Wist u dat de bewoners van de gemeente waarin Merksplas ligt, en die dezelfde naam draagt, โSpetsersโ worden genoemd? Wist ik ook niet, maar ik research graag mijn reizen.โ De man in de mosgroene corduroy broek knikte, sprak de naam van de gemeente zachtjes uit, leek het woord te proeven en vroeg hem vervolgens wat hij daar deed op zeven februari. Hij vertelde: โIn het dorp Merksplas bevindt zich een cafรฉ. Het eerste klantencoรถperatieve cafรฉ in Vlaanderen; Cafรฉ Chapeau. Op de gitzwarte moderne gevel van het cafรฉ – dat zit ingeklemd tussen een rijtjeshuis en een bakstenen, Jugendstilesque woning waarin men direct een Paul Jambers-achtige filmscene vermoed โ is boven de ingang een zandkleurige striptekening van het hoofd van een mannetje dat zijn hoed met รฉรฉn hand vasthoudt geschilderd.’
‘Toen ik aankwam bij het cafรฉ, rond een uur of half negen in de avond, was het al donker. Buiten stonden een paar mensen een sigaret te roken, glas in de ene hand, peuk in de andere. Ik knikte naar hen en wandelde het cafรฉ binnen. Sorry dat ik zo gedetailleerd ben, maar het staat me allemaal nog erg helder voor de geest, vandaar. Het was al gezellig druk, van dat geroezemoes waaruit je zo nu en dan een woord herkent. Helemaal omdat veel van de bezoekers in de plaatselijke tongval spraken, kon ik de gesprekken om mij heen moeilijk volgen.’
‘In hetzelfde zwart als van de voorgevel hing een flinke omlijsting boven het bargedeelte. Aan de onderzijde waren spotjes gemonteerd, aan de zijkanten had men met schoolbordkrijt de aanbiedingen geschreven. Iets met Westmalle 3 euro, heb ik later op fotoโs op sociale media teruggezien.โ De man in de mosgroene corduroy broek keek kort naar het witte Dieter Rams-klokje op het kleine tafeltje waarop ook een zilverkleurig blik stond waaruit frivool het oortje van een tissue stak.
Hij vertelde: โOm 21:30 zou die avond Love Supreme optreden. Een Nederlandse band die ik al tijden volg. Daarom was ik in Cafรฉ Chapeau, om Love Supreme te horen.โ Of het jazz was dat ze speelden, stelde de man in de mosgroene corduroy broek de meest voor de hand liggende vraag. โNee, de naam heeft meer met de smaak van een van de bandleden te maken. Wat ze spelen is, tja, punkrockmuziek, daar moet u een beetje aan denken. De band was al bezig toen ik rechts, voor het bescheiden podium plaatsnam, rond een uur of negen moet dat geweest zijn. Westmalle in de hand, ik stond mijzelf er twee toe, een voor en een na het optreden, want ik moest nog terugrijden die avond. Het meisje achter de bar had haar witte, zijden, overhemd in de voorkant van haar broek gestopt, een beetje zoals dat in de jaren negentig erg in was. Haar steile rossige haar viel gedeeltelijk over haar schouders en in de melkwitte โVโ van haar huid die het overhemd openliet. Ik wil het geen verliefdheid noemen, maar wel het begin ervan. Zo een verliefdheid die al direct vermengd wordt met een snufje melancholie, zoals bij een vakantieliefde, omdat je weet dat je weer zal vertrekken. Die melancholie overvalt me trouwens altijd als ik Belgiรซ binnenrijd, alsof je je ineens waanzinnig bewust bent dat van alles wat je in dat land ziet de einddatum al bekend is. Alles in Belgiรซ is vervallen of wijst je erop dat het aan verval onderhevig is. Anyhow.’
‘De bandleden waren in de weer met hun apparatuur en instrumenten. Ik vind dat altijd mooi om naar te kijken.โ Of hij de band wel eens eerder had zien optreden. Het klonk uit de mond van de man in de mosgroene corduroy broek als en relevante vraag. Hij antwoordde: โEenentwintig keerโ. De man in de mosgroene corduroy broek, die op het moment van mijn antwoord uit het raam over zijn rechterschouder had gekeken, draaide zijn hoofd met een ruk in zijn richting. De man in de mosgoene corduroy broek herhaalde het antwoord met een vleugje ongeloof in zijn stem. Hij vertelde: โDe eerste keer was op vrijdag 17 mei 2019. Ik had een poster voorbij zien komen op sociale media waarop twee catch-as-catch-can worstelaars stonden afgebeeld. Sinds jonge leeftijd ben ik al gefascineerd met deze vorm van โnep worstelenโ, zoals veel mensen het oneerbiedig noemen. De mannen op de poster, een staand, de ander geknield, alsof het een voetbalelftal betrof waarvan negen spelers net voor het schieten van de elftalfoto de benen hadden genomen, waren gestoken in klassieke catch-as-catch-can outfit; flexibele broek en shirt en een kleurrijk gezichtsmasker. Met een Edding viltstift waren rondom en over de lichamen van de poserende worstelaars allerlei teksten geschreven. Ik moest inzoomen op de fotoโs op mijn mobiele telefoon om te kunnen lezen wat er allemaal stond geschreven. Maloe Melo Record Release Feest 5,- stond er onder andere. Op het gele mouwloze shirt van de knielende worstelaar stond tweemaal het woord Love Supreme. Dat is de eerste keer dat ik Love Supreme zag optreden. En ik heb sindsdien geen optreden meer gemist. Tot het virus kwam.โ
Hij nam een slok water uit het Duralex glaasje dat het Dieter Rams-klokje en het doosje tissues gezelschap hield. De man in de mosgroene corduroy broek vroeg of het optreden in Cafรฉ Chapeau het laatste optreden voor de uitbraak van het virus was geweest. Hij knikte. De man in de mosgroene corduroy broek vroeg hem nog eens terug te gaan naar het moment dat de band het podium aan het inrichten was in Cafรฉ Chapeau.
Hij vertelde: โHet podium was meer een verhoging van een aantal zwarte kisten, een mobiel podium, zeg maar. Op de plek waar het drumstel stond lag een imitatie-Perzisch tapijtje. Linksachter de drummer hing een grote radiator. Dat vind ik zo mooi aan de Love Supreme optredens, dat er helemaal geen pretentie is om het mooier te maken dan het is. Je zou een velours gordijn over de achterwand kunnen hangen, dan zou de tv-standaard, die aan de muur naar de radiator gemonteerd is, en de radiator zelf aan het oog worden onttrokken, de band meer cachet geven. Maar Love Supreme heeft geen behoefte aan cachet. En ook niet aan meer. Zoals het is, is het goed. Ik zag het mooi verwoord door een medebezoeker op de Facebookpagina van de band. Hij schreef: โLove Supreme: making the world a better place one show at a time.โ En voor mij, als ik er nu zo op terugkijk, is het ook zo gebleken. Love Supreme heeft mijn wereld er een stuk beter op gemaakt sinds ik hen voor het eerst live zag optreden.โ
De man in de mosgroene corduroy broek knikte langzaam, keek nog eens naar het Dieter Rams-klokje en maakte zich zichtbaar klaar voor de afronding van het gesprek. Hij vroeg of Love Supreme hem gelukkig maakte en waar dat geluk dan in school. Hij vertelde: โIk ben altijd een einzelgรคnger geweest. Maar sinds ik Love Supreme heb ontdekt begrijp ik wat het is om ergens bij te willen horen. De band trekt bij ieder optreden een krachtveld op waar ik bij wil horen. En ik hoor er ook echt bij, althans, ik voel dat ik erbij hoor. En dat maakt mij gelukkig. Althans, dat maakte mij gelukkig. Kijk,โ hij haalde zijn telefoon uit zijn zak en toverde een foto tevoorschijn waarop een groep mensen stond, achter hen hing een groot breedbeeld tv-scherm in de lucht, ernaast was nog een stukje van de witte, geribbelde, radiator zichtbaar. โSnapt u wat ik bedoel? Dit zijn de bandleden en de bezoekers. Maar het is niet te zien wie wie is. Althans, de dame met de witte vogel op haar trui is geen bandlid, dat kan ik u wel verklappen.โ
De man in de mosgroene corduroy broek lachte kort en ik vroeg waar hij stond op de foto. Hij vertelde: โIk was even naar de plee op dit momentโ.
Over dit verhaal
Dit kortverhaal komt uit een Nederlands magazine.
Philip Fokker lanceerde eind 2023 een crowdfunding op voor de Amsterdamse stichting Veni Cultura in de Bijlmer. Hij verkocht daarvoor dat magazine met kortverhalen van verschillende auteurs, zoals Lucas Hirsch, John Schoorl en Philip zelf. De verhalen vergezellen een groot aantal concertposters die Jeroen Ligter (van de bands Giant Tiger Hooch, Love Supreme en Geishas of Doom) maakte voor verschillende gigs.
De crowdfunding was een succes, maar Philip heeft nog een groot aantal magazines over. Die kan je nu nog voor de speciale prijs van 10 euro (excl. porto) kopen. Daarmee steun je nog altijd de Stichting Veni Cultura.