Trilogie van de hitte
Het verlangen naar goed weer en de zon is veel complexer dan gewoonweg het โzonnetjeโ willen bij het krieken van de dag. Het heeft gek genoeg veel weg van hetgeen we ervaren als fastfood om de hoek kijkt. Of beter nog, als fastfood in onze ogen kijkt.
Zo lusten we allemaal graag de dagelijkse kost van de kok des huizes. Maar tegelijkertijd is er ook die opdringerige zucht op de achtergrond naar een bijna lachende hamburger, een pakje friet of een pizza. En als we dat dan eindelijk eten, is het nooit genoeg. Er is die sterkte drang naar meer, naar morgen weer.
Zo gaat het ook met ons verlangen naar de zon. Een droge lentedag met wat zonneschijn is goed, maar niet genoeg. We willen meer zon, van vroeg tot laat. Het liefst ononderbroken en zonder wolken. En dat elke dag opnieuw zonder einde. En als het dan toch echt te warm wordt, zetten we de grote middelen in: buiten bouwen we zwembaden en binnen zetten we aircoโs. Welcome in the empire of the sun!
Wie naar zijn lichaam luistert en zweert bij dagelijkse kost, weet dat hitte eerder een vloek dan een zegen is. De zon heeft zo haar duistere kanten. Over die schaduwzijde van de zon gaat het de volgende drie dagen. Of preciezer, over de mens die leeft aan de schaduwzijde van de zon.

Eรฉn slok (1)
In haar volumineuze roodheid
dronk ze รฉรฉn slok
die smaakte als een waterval
Genadig is de waterzuil
die haar verfrissing bracht
Hitte (2)
Waar is mijn kracht? zei het lichaam
De hitte is overal
Ze weegt
maar antwoordt niet
Het lichaam verdwijnt in zichzelf
Het smelt
Alles vertraagt
en wacht op de avondval
De oude man en de kraai (3)
Een oude man en een kraai
Wachtend aan de waterrand
Geduldig
op de wind die komen zou