“Wij zijn verrijzenismensen”
โt Is niet te geloven: 42 jaar priester mogen zijn. 42 jaar parochiepriester mogen zijn en dat in mijn eerste parochie mogen beleven!
Intussen heb ik 25 jaar in ons mooie kerkdorp Zondereigen mogen pastoor zijn. De laatste 15 jaar was ik ook ondersteunend priester van het sacramentele leven in Vosselaar. Dat bezorgde me ook veel arbeidsvreugde. Ook ben ik ruim twee jaar als dienstdoende pastor werkzaam geweest in Vlimmeren en Beerse Den Hout. De zes onvergetelijke jaren als beroepsbrandweerman-ambulancier ontroeren me nog altijd en enkele jaren in de zakenwereld hebben me veel geleerd. De tijd gaat snelโฆ
Waar staan we nu?
Waar staat de priester nu? Waartoe? In welke kerk, in welke cultuur? Enzovoortโฆ
Wat blijft is het stille weten, het ervaren van Gods liefde โ de vriendschap van โ en het er mogen zijn voor en met mensenโฆ Mogen geven en heel veel gekregen โ samen met velen de droom levend houden en mens van hoop en vertrouwen worden.
Na ruim 42 jaar met jullie, Spetsers, te hebben opgetrokken, zijn jullie mijn mensen geworden. Wanneer ik door de straten van de parochie fiets of stap, dan vertellen de huizen hun verhaal. Het verhaal van mensen die er wonen, of gewoond hebben. Droevige gebeurtenissen die ik met hen heb gedeeld, verhalen van ziek zijn en sterven, geboren worden, opgroeien en feest vieren. Heel veel heb ik mogen delen met jullie allemaal waardoor een grote verbondenheid is gegroeid. Veel woorden waren niet nodig, een hand die opgestoken werd, een groet of een handdruk met betekenis.
In de bloemetjes
Bij dit nieuwe werkjaar, dat reeds volop op gang is, wil ik de vele medewerk(st)ers en vrijwilligers in de bloemetjes zetten. Jullie zijn echt onmisbaar! In een parochie zijn ze niet te tellen en onmogelijk naar waarde te schatten. De uren die ik met hen heb overlegd, nagedacht, gepland, gediscussieerd zijn niet te tellen. Zij waren en zijn de steunpilaren van mijn werk en ook heel veel voor mezelf.
Met Kerstmis mag ik voor de 43ste keer de kerstviering voorgaan. Je kent de gezichten, je ziet hun meeleven en ook soms hun afhaken. Sommigen beweren dat er geen eeuwig leven is. Anderen denken dat wij herboren worden en een nieuw leven krijgen: in een plant, een dier of in een betere mens na een mooi levenโฆ met Paulus, รฉรฉn van de grote steunpilaren van onze Kerk, denk ik er anders over. Paulus getuigt: โAls Christus niet verrezen is, zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen. Maar zo is het niet, want Hij is verrezen en Hij leeft. En Paulus getuigt verder dat Hij is verschenen aan meer dan 500 mensen tegelijk, waarvan de meesten nog in leven zijnโ. Men kon het hun toen gaan vragen en hun getuigenis stemde overeen met wat Paulus verklaarde.
Laten we graag luisteren naar de Evangelisten, naar Petrus en Paulus. Want zij hebben Christus gekend en bemind. Laten we met regelmaat lezen in de Bijbel, vooral in het Nieuwe Testament. Zeker wekelijks, maar ook dagelijks zijn jullie welkom in de eucharistieviering waar we Gods Woord beluisteren en Hem kunnen danken voor de gave van het leven dat ons is gegeven.
Elke dag sterven we een beetje
We zijn eigenlijk allemaal al een beetje terminaal. We gaan allemaal naar ons einde toe: naar God. Elke dag sterven we een beetje. Dagelijks leren we vertrouwelijk omgaan met de dood. Niemand blijft hier wonen. Bij de Evangelist Johannes lezen we: โWe hebben hier geen blijvende woonplaatsโ. Elke avond sluit een dag af die nooit meer terugkomt.
We zijn een stapje dichter gekomen bij Gods gerechtigheid, een stapje dichter bij Zijn eeuwigheid. Het goede en het schone dat we gezegd en gedaan hebben, heeft eeuwigheidswaarde. โIeder die het goede doet, is ook kind van Godโ. โDoor lief te hebben met concrete daden, krijgen wij de zekerheid dat wij thuiskomen bij de waarachtige god.โ (1Joh.3,19a)
Wij geloven in Gods altijddurend Verbond met de mensheid. Wij geloven in de Gemeenschap van alle heiligen, wij geloven in het eeuwig leven, we geloven in de verrijzenis van Christus en van allen die in Hem geloven. Wij zijn verrijzenismensen.
Pelgrimstocht
Ik ervaar het leven als een pelgrimstocht, helaas met de nodige hindernissen naar onze thuis. We zijn pelgrims onderweg en aankomen zullen we. Vaak denk ik aan de vele jonge mensen die tijdens mijn priesterleven hier in Merksplas en Zondereigen zijn gestorven. Dan bid ik tot hen.
Ik hoop eens de God van Jezus, de God van onze ouders, de God van al onze dierbaren, de God van ons allen te zien. In God zal ik allen zien, ook jullie, beste lezers.
Veel dank aan de velen voor wie ik de voorbije periode priester heb mogen zijn.