Fotografie
Populair

Lu Gysels: “Wat mensen me vroegen, deed ik”

De zaak is er niet meer, de fotograaf bleef. Lu Gysels (°1954) was decennialang de dorpsfotograaf in Merksplas. Het liep zoals het ging: “Ik heb van mijn hobby mijn beroep kunnen maken”. Mensen blijven hem fascineren, niet langer om ze mooi op de foto te krijgen, maar wel levensecht.

Straks kan je op de Foto Expo van de Fotokring Merksplas enkele van zijn recente foto’s zien.

“Op mijn twaalfde vroegen mijn ouders wat ik als cadeautje wou voor mijn communie. Een fototoestel wou ik. Het werd een Kodak Instamatic. Er zat een zwart-witfilm in, en daarmee mocht ik foto’s maken. Niet teveel, want we waren een arbeidersgezin, en ontwikkelen kostte veel geld. Later mocht ik diafilms kopen, die waren goedkoper. Al bij al heb ik het niet veel gebruikt. Als we op kamp gingen trok ik enkele foto’s, en daarmee was het filmpje op. Ik wou daar wel meer mee doen, maar voor mijn ouders was zo’n opleiding echter onbespreekbaar. En mijn hoofd stond er ook niet naar: ik was meer met muziek bezig, met de mannen van Pelckmans en met Leo Sommen speelde ik bij Gosh. We waren zowat de hippies van het dorp.”

Ontwikkelen

Toen ik op mijn achttien ging werken, ben ik terug met fotografie begonnen. Met het eerste geld dat ik verdiende, kocht ik een Minolta. Die was toen voor me peperduur: met de lenzen erbij was ik zo’n 20.000 frank kwijt. Ik volgde ook een opleiding in de avondschool. Vier avonden in de week, gedurende drie jaar, en ook nog een praktijkles op zaterdag. Dat was intensief, ja. En je kreeg daar allerlei vakken: ook Nederlands, wiskunde, optica, scheikunde, … met daarbijhorende examens. We werkten toen nog met zwart-witfilm; mijn leerkrachten wilden niet overstappen op kleur omdat ze zich dan moesten bijscholen.

‘Straatfotografie doen, dat wou ik. Ik heb dat in het begin wel geprobeerd.’ © Ludo Gysels.

Nadien kreeg je dan een diploma, maar dat moest eerst nog gehomologeerd worden. En dat kon pas nadat je 4 jaar praktijk doorlopen had. Zo kwam ik terecht in een foto-ontwikkelingszaak in Antwerpen. Fotowinkels bezorgden ons de filmpjes van hun klanten. Die plakten we in de donkere kamer aan mekaar, nummerden ze, en lieten ze machinaal ontwikkelen. Daarvoor moesten de chemiebaden in orde zijn. Ik zat er de hele dag in het donker, je zag er niet wat je deed.

Dorpsfotograaf

Na dat jaar zocht ik ander werk in de sector. Ik kon beginnen bij Guido Coolens, een industrieel fotograaf. Wat we daar deden? Luchtopnames maken van baggerboten in de Schelde, reportages over de metrowerken in Antwerpen, foto’s van de bedrijvigheid in Atea, … dat soort van dingen. Na enkele jaren begon ik ook als zelfstandig fotograaf hier in Merksplas. Enkele maanden lukte het me om dat te combineren, maar uiteindelijk werd het te druk. Een keuze drong zich op, en hoewel het werk in Antwerpen amusant was, werd het de fotozaak.

Vrouwen in Italië. “Echte vrouwen, zoals ik ze op straat tegenkwam” © Ludo Gysels

Ik werd dorpsfotograaf, en ik deed alles wat je je daarbij kan voorstellen: communies, véél trouwers, recepties, gouden bruiloften, studiowerk, kindjes fotograferen, … heel Merksplas en een flink deel van de Noorderkempen zag ik door de lens. Ik heb toen veel respect gekregen voor alle zelfstandigen: het werk dat daar op je afkomt, is niet te onderschatten. Het moeilijkste zijn de huwelijksreportages, vooral technisch: je belichting moet op de verschillende plekken altijd perfect zijn, en dat moet je combineren met de nodige snelheid om het ultieme moment te pakken te krijgen. Het vergt allemaal flink wat stressbehendigheid.

De digitale omwenteling

De fotografiewereld is wel danig door elkaar geschud. Op een zeker moment was het niet langer verplicht om een een diploma te hebben om je als fotograaf te vestigen. En natuurlijk veranderde ook alles met de opkomst van de digitale fotografie. Ik speelde daar op in door een minilab te kopen, waarmee ik digitale foto’s professioneel kon afdrukken. De ervaring van aan het begin van mijn carrière kwam me zo nog wat van pas. En ik kreeg ook Photoshop onder de knie, zodat ik ook nog wat correcties kon aanbrengen. Afdrukken verzorg ik nu ook nog altijd, bijvoorbeeld voor een aantal vroegere klanten, of voor de foto-expo van binnenkort.

Door die omwenteling heb ik heel wat collega’s stilletjes zien afhaken. Ik heb dat nochtans altijd een boeiende uitdaging gevonden.

“Het licht viel zo mooi. Maar kinderen fotograferen op straat, is een stuk moeilijker geworden.” © Ludo Gysels

De straat op

Als fotograaf was ik toen niet bezig met kunst en cultuur, nee, ik deed commerciële fotografie. Wat mensen me vroegen, deed ik. Daar komt het op neer. De laatste jaren kom ik niet meer naar buiten zonder een toestel mee te nemen, meestal mijn Fuji. Niet dat ik het daarom ook gebruik. Ik wou altijd aan straatfotografie doen. In mijn opleiding dweepte ik wel wat met de foto’s van Henri Cartier Bresson, maar toen kon je geen centen verdienen met het leven te tonen zoals het is.

Nu is fotograferen op straat moeilijk geworden: met de recente privacywet zie je er gauw wat verdacht uit met een fototoestel, en ik wil conflicten vermijden. Sindsdien twijfel ik soms over de weg die ik uit wil. Landschappen fotograferen? Dat is het niet voor mij, ik zie het leven graag, en dat vind je op straat. Wat ik daar zie en me bevalt, wil ik fotograferen, zonder dat het vanuit de dwangbuis van een thema moet. En de snelheid die ik nodig had voor de trouwfoto’s, komt me nu ook nog van pas.

Bevrijd

Ik heb van mijn hobby mijn beroep kunnen maken. Een kunstfotograaf werd ik niet, ik hou de wereld geen spiegel voor. Stephan Vanfleteren kan dat wel. Ken je zijn foto met die opzwaaiende jurk? Geniaal, hoe je zo’n moment kunt vatten dat zo’n aandoenlijk verhaal in zich meedraagt. Of had ik persfotograaf moeten worden? Dat lag dicht bij mijn ambities, maar dat was een wereld waarin je moeilijk kon binnendringen én waar je erbarmelijk betaald werd. Als dorpsfotograaf was het mijn werk altijd om mensen zo in beeld te brengen dat ze tevreden waren met het resultaat. Heerlijk om te doen, en ik wil ze ook allemaal bedanken voor dat werkplezier. Maar nu hoef ik nog enkel rekening te houden met de normen die ik mezelf opleg, en dat lijkt een bevrijding.

“Een schrijnend beeld, een oude man die zijn hoofd minuten lang zat te schudden, met zijn hoofd tussen de wolken.” © Ludo Gysels

De passie blijft

Enkele jaren terug vroeg men me of ik niet bij de fotoclub kwam. Eerst had ik ook geen zin om mee te exposeren. De laatste vijf-zes jaar deed ik dat wel. Nu raakt de harde schijf van de computer elk jaar voller en voller met mijn foto’s. Tegen de expo bekijk ik ze allemaal eens en maak ik mijn selectie. Ooit moet ik ze nog allemaal in boeken kwijt, maar daarvoor heb ik nog wat tijd.

De Foto Expo kan je volgend weekend in GC De Marc/kt gratis bezoeken: Opening op vrijdag 14 februari 20u. Zaterdag 15 februari van 14 tot 22u. Zondag 16 februari van 10 tot 18u. Op zaterdag zijn er projecties om 15u, 16u30 en 19u. Zondag zijn er projecties om 11u, 14u, 15u30 en 17u.

 

2 reacties

  1. Mooi interview met de Lu, met interesse gelezen. Die eerste Minolta moet ik hier nog ergens hebben liggen. Dat was ook mijn eerste kleinbeeldcamera, al heeft die ondertussen wel waterschade opgelopen toen mijn kelder in Turnhout onderliep in 2006.

Reageer

Back to top button