Nieuws

Dank je wel, helden! (2)

De chaotische eerste dagen

De eerste dagen van de zachte lockdown waren voor iedereen overdonderend. Op enkele dagen tijd gingen we van zoveel mogelijk van thuis uit werken en een verbod op evenementen met meer dan 1.000 personen naar horecazaken die moesten sluiten, scholen die dichtgingen, een beperkt aantal klanten in de winkel en social distancing.

Die eerste dagen verliepen ook chaotisch in de ziekenhuizen. Elke dag, aanvankelijk zelfs elk uur, kreeg het personeel nieuwe procedures door. De maatregel van de regering om enkel nog de noodzakelijke consultaties en operaties door te laten gaan, was een horrorscenario voor de ICT-afdelingen en administratieve medewerkers van de ziekenhuizen.

Zo ook voor Wim Van Laer (manager ICT-infrastructuur van de ZNA-ziekenhuizen in Antwerpen) en zijn collega’s. Zij waren die vrijdagavond en -nacht de hele tijd in de weer om elke arts een overzicht van consultaties en ingrepen te kunnen bezorgen. Het was voor hen ook alle hens aan dek bij de herinrichting van de afdelingen en de inrichting van een covid-afdeling. Een monitor uittrekken en in een ander lokaal terug inpluggen, betekent niet dat die monitor ook in dat nieuwe lokaal werkt. Hier komt veel meer bij kijken, ook op technisch vlak.  

Plan van aanpak

Loes Peeters

In het begin van de quarantainemaatregelen waren er nog veel onzekerheden. “Een hele moeilijke periode,” getuigt Loes, “want er waren geen uniforme, duidelijke richtlijnen om patiënten te behandelen.” Gelukkig heeft elk ziekenhuis ondertussen wel een plan van aanpak met procedures en protocollen. Die procedures gaan ook heel ver, je kan het zo gek nog niet bedenken of er moet nauwgezet mee omgesprongen worden. Afspraken over hoe je de strikte scheiding realiseert, zijn evident. En dat je procedures moet hebben die toelichten in welke afdeling je welk beschermend materiaal moet dragen, is ook heel normaal. Maar er moet bijv. ook nagedacht worden waar je moet blijven met het afval van een covid-patiënt en hoe je het afval van de covid-patiënten gescheiden houdt van het andere afval. Je zal maar de poetsvrouw of vuilnisophaler zijn die ziek wordt omdat er onvoorzichtig is omgesprongen met vuil beddengoed of gebruikte materialen…

Corona-outfit

Jill Van Mirlo is dan ook heel blij met de virusbuddy op het operatiekwartier. “De virusbuddy staat buiten de operatiezaal en geeft materialen aan die nog buiten de operatiezaal liggen, maar die we ook nog nodig hebben. Daarnaast helpt de buddy ons ook opdat we ons op een veilige manier omkleden na de ingreep. Je moet er immers goed je gedachten bijhouden over hoe je je verontreinigde schorten en maskers moet uitdoen. En dan is het fijn als er iemand is die kan meedenken.”

Die corona-outfit is allesbehalve gebruiksvriendelijk: een ffp2-masker, een veiligheidsbril, een schort met lange mouwen, daarover twee paar handschoenen en als laatste een spatscherm. Loes houdt er de moed in: “Een gratis sauna als je zo bent ingepakt.” Maar ze bekent ook dat het spatscherm en veiligheidsbril zo strak om je hoofd zitten, dat je er na een uur gegarandeerd hoofdpijn van hebt gekregen.

Schrik

An De Bruyn

“Aanvankelijk reageerden we een beetje ongelovig,” zegt An. “We hadden het idee dat het hier wel niet zo’n vaart zou lopen. Vrij snel maakte dit ongeloof plaats voor het besef van pure realiteit.” Op haar afdeling is nochtans niet veel veranderd. An en haar collega’s dragen nu continu een mondmasker en het bezoek op de afdeling is beperkt tot de ouders. “Er hangt vooral een vreemde sfeer in het hele ziekenhuis, ook door het wegvallen van de bedrijvigheid in sommige delen van het ziekenhuis. Zelf ben ik blij dat ik kan blijven werken: je hebt nog sociale contacten, je kan je angsten en twijfels bespreken met je collega’s, af en toe eens goed lachen en je frustraties kwijt.”

Iedereen wil graag mensen helpen, maar je voelt ook een zeker mate van angst.

Loes Peeters

Ook Loes vindt het een beetje surreëel om nu in een ziekenhuis te werken. “Er zijn op korte termijn zoveel dingen veranderd dat het soms moeilijk is om bij te benen. Je moet een klik maken: vanaf nu doen we het zo.” En die klik hebben ze dus blijkbaar al meerdere keren moeten maken. “Onder de zorgverleners in het ziekenhuis hangt er een gelaten sfeer. Iedereen wil graag mensen helpen, maar je voelt ook een zeker mate van angst. Onderling is er gelukkig wel heel veel steun; we zitten immers allemaal in hetzelfde schuitje.”

Lief Meeus

Veel van Jills collega’s moeten nu inspringen op een andere dienst, o.a. op intensieve zorgen bij de covid-patiënten. Dit brengt ook extra druk met zich mee: je komt op een andere dienst die je niet kent, bij collega’s die je niet kent. “Ik voel me wel eens ongerust over mijn collega’s: ongerust omdat ze misschien ziek worden, ongerust omdat ze zes uur aan een stuk met die helmen op moeten werken, ongerust omdat ze er mentaal onderdoor kunnen gaan. Ik heb dan het gevoel dat ik precies aan de zijlijn sta toe te kijken.”

“Gelukkig is er zeer goede begeleiding voor het personeel via een vast telefoonnummer voor vragen of via mail. Je kan bij hen ook terecht voor psychologische begeleiding,” aldus Lief Meeus. Zij ziet ook een positieve kant aan de crisis: “De solidariteit onder de mensen groeit weer. Hopelijk vergeten we dat niet na de crisis.”

Lees ook aflevering 3 of aflevering 1

Reageer

Back to top button