Merksplasse nederzetting in 800vC
Tussen de Driesenwijk en Opstal komt een nieuwe verkaveling. In voorbereiding hierop zijn er momenteel archeologische opgravingen. De werken zijn nog maar halverwege en hebben nu al enkele interessante vondsten blootgelegd. Die tonen aan dat Merksplas al in de ijzertijd bewoond was!
We spraken met Lies Dierckx van Monument Vandekerckhove, projectleidster voor de opgravingen in Merksplas.
Waarom archeologische opgravingen?
Sinds 2016 moet in bepaalde gevallen bij een bouwaanvraag een archeologienota zitten. Die geeft aan of er waardevolle archeologische restanten aanwezig kunnen zijn. Als het om een interessante site gaat, doet men verder onderzoek.
Dat onderzoek verloopt in verschillende fasen:
- Bureauonderzoek: is uit bronnenmateriaal af te leiden om het om een interessante archeologische site gaat? Daarbij kijkt men naar landschappelijke, archeologische en historische data. Als dat geen uitsluitsel geeft, voert men er boringen uit. Toont bureauonderzoek aan dat het om een archeologische site gaat, dan vat men er direct archeologische opgravingen aan.
- Archeologische boringen: via proefputten en booronderzoek kijkt men of de bodem nog intact dan wel verstoord is. Als de bodem nog intact is, is de kans groot dat er archeologische restanten terug te vinden zijn. Dat gaat men proefsleuven trekken.
- Proefsleuven: een kraan trekt sleuven door het terrein om te controleren of er interessante restanten te zien zijn. Als er archeologische vondsten worden gedaan, legt men grotere vlakken open.
- Opgravingen: de zone die men moet onderzoeken, brengt men in kaart en onder leiding van een archeoloog wordt die volledig onderzocht. Alle sporen en vondsten registreert en rapporteert men.
Lies Dierckx: “De landbouwgrond in de Kempen is heel vaak nog intact door de dikke ploeglaag. Zo ook hier in Merksplas. Daarom hebben we proefsleuven gegraven. Daarin zagen we aanwijzingen van palen en kuilen. We zijn de hele site dan ook aan het afgraven en hebben al vele interessante vondsten gedaan.”
Woningen en een waterput
Lies: “De opgravingen hier gebeuren in opdracht van IOK. We hebben op deze site vondsten gedaan die wijzen op een nederzetting in de vroege tot midden ijzertijd, ca. 800vC. Zo hebben we de fundering teruggevonden van een hoofdgebouw, een typisch woonhuis met stal. Ook vonden we restanten van verschillende bijgebouwen. Heel interessant zijn de houten restanten die wijzen op een waterput uit die tijd. De grotere donkere verkleuring die we recent hebben blootgelegd, wijst vermoedelijk op nog een waterput.”
“De donkere vlekken op de grond wijzen op palen die lang geleden op een zekere diepte in de grond hebben gezeten. Paaltjes die maar 30cm diep in de grond zaten, vinden we niet meer terug. De aanwijzingen tonen dan ook heel duidelijk stevigere palen die dienden als fundering voor een woning of bijgebouw.”
Het vraagt een goed geoefend oog van een archeologe om de juiste verkleuringen er uit te kiezen. Donkerzwarte, ronde verkleuringen wijzen blijkbaar op een oude mollengang of op menselijke activiteiten die tot verkleuringen hebben geleid.
“We bakenen de waardevolle plaatsen verder af en geven ze een nummer. Vervolgens gaan we dieper graven en nemen we stalen mee voor verder onderzoek. Via de C14-methode en dendrochronologie bepalen we dan de oorsprong.”
Alle vondsten worden met de hulp van gps-coördinaten nauwgezet in kaart gebracht. Zo wordt de omvang van de site heel duidelijk. “We mogen ook enkel onderzoek doen op het eigendom dat in de bouwaanvraag staat beschreven. Ook al hebben we het vermoeden dat een site verder door loopt, dan mogen we die zone niet verder onderzoeken.”
“Nadat het nodige veldwerk is verricht, doen we het weggeschraapte zand terug over de vondsten. De vondsten zetten we dankzij de archeologische opgravingen en onze nota’s voor eeuwig op papier. Maar eens de aannemer start met uitgravingen voor de betonnen funderingen, zijn de sporen uit het verleden voor altijd verloren. Hopelijk worden onze notities opgepikt door bv. een doctoraatstudent of een universitaire onderzoeksgroep.”
Scherven van aardewerk
Behalve palen en waterputten, vond het archeologisch team ook ruwe scherven terug van aardewerk.
“Het is toch geweldig als je beseft dat deze scherven meer dan 1.000 jaar geleden gebruikt werden en sindsdien door niemand meer zijn aangeraakt.”
De gevonden scherven zijn eigendom van de grondeigenaar. Monument Vandekerckhove krijgt de vondsten in bruikleen om ze te reinigen, te fotograferen en te inventariseren. Nadien keren ze terug naar de grondeigenaar. “Meestal staat de eigenaar ze wel af aan een lokaal erfgoedmuseum of -archief. Zo gaan de stukken niet verloren en kunnen ze gebruikt worden bij later onderzoek.”
Nederzetting in 800vC
Lies: “Vermoedelijk was hier destijds een zandrug. Die zijn wat hoger gelegen en geschikter voor bewoning. Verderop (nvdr: richting Steenweg op Turnhout) is het vooral leemgrond. De aanwezigheid van een hoofdgebouw, verschillende bijgebouwen voor bv. graanopslag en alvast één waterput wijst er op dat hier in 800vC mensen woonden. Evenwijdig met het grindpaadje dat verderop loopt, hebben we de contouren van een dubbele gracht gevonden. Het is heel goed mogelijk dat er verderop ergens een grafheuvel was. De woonplaatsen waren vaak fysiek gescheiden van de begraafplaatsen.”
In 1999 schreef Johan Demets, in samenwerking met Heemkring Marcblas, een boek dat de geschiedenis van Merksplas weergaf van het prille begin tot 1830. Tot nog toe ging men er van uit dat de oudste concentratie van bewoning in Merksplas dateerde uit de Frankische tijd: 400-900nC. Deze vondsten leiden echter tot nieuwe inzichten over de vroegste bewoning in Merksplas. Blijkbaar is het ook niet zo heel toevallig dat het grindpaadje van het kapelletje op Kleirijt naar Opstal net daar loopt…
Opgravingen op de voet volgen?
Via monarcheo.be kan je heel eenvoudig zelf de vorderingen van de archeologische opgravingen volgen. Een overzicht van de gevonden sporen, een inventarislijst, tussentijdse plannen en fotomateriaal zijn hier allemaal terug te vinden.
Lies: “We zijn eind augustus gestart met dit project. We dachten 5 à 6 weken nodig te hebben om de hele site in kaart te brengen. We denken dat we wel iets langer bezig gaan zijn, afhankelijk van de vondsten die we nog doen. Nadat we deze vlakken hebben doorgenomen, gaan we ook nog de zone tot aan het kapelletje aan Kleirijt doornemen. Mogelijks vinden we daar sporen terug van laat-middeleeuwse bewoning.”
Dankjewel Sofie Geerts voor je gezelschap en de foto’s.