Onteigeningsplannen Steenweg op Weelde vastgelegd
Eind augustus stelde Vlaams minister Lydia Peeters, bevoegd voor mobiliteit en openbare werken, de onteigeningsplannen definitief vast voor de aanleg van fietspaden langs de Steenweg op Weelde.
Moordstrookjes
De fietspaden lagen er al langer, maar sinds 2018 bestond er plots een woord voor: moordstrookjes. “Een aanliggend, gelijkgronds fietspad. Een fietspad, die naam eigenlijk niet waardig. Een strookje dat enkel met wat verf van de rest van de rijweg is afgescheiden.”
De plannen voor een heraanleg dateren al van meer dan 10 jaar geleden. Corona was een spelbreker bij de onteigeningsprocedure, maar het Merksplasse gemeentebestuur wou nog graag de realisatie in deze legislatuur rondkrijgen als kers op de taart.
Vraag is of dat nog net met de hakken over de sloot zal lukken: in de projectnota stond de start van de werken nog gepland in april van dit jaar, zodat de werken zouden afgerond zijn tegen eind oktober vorig jaar. Dat wordt dus sowieso een hele tijd later.
Vermoedelijk ondergaat de aangekondigde trajectcontrole op die weg hetzelfde lot.
Tegen dit definitieve onteigeningsbesluit kan nog tot pakweg half oktober beroep worden aangetekend.
Bijna 7 km nieuwe weg
Vorige week verscheen dat onteigeningsbesluit op de website van het Agentschap Wegen en Verkeer. We lichtten hieronder uit de projectnota enkele elementen. Op de website vind je nog het definitief onteigeningsbesluit, het verslag van het openbaar onderzoek, de projectnota en de onteigeningsplannen in twee delen (Deel 1 en Deel 2).
Het project loopt vanaf het einde van de bebouwde kom van Merksplas, tot aan de N119 (Steenweg op Baarle-Hertog). De lengte van het totale traject bedraagt ca. 6,8 km.
Voor de fietsers komen er nu vrijliggende fietspaden. Nabij de kruispunten wordt de zichtbaarheid van de fietsers verhoogd door het fietspad aanliggend te maken en het fietspad te accentueren in een opvallende kleur.
Smallere baan, meer fietspad
In het open gebied – buiten de bebouwde omgeving – komt er dit profiel:
De rijbaan wordt smaller: nu is die nog ongeveer 8,20 meter breed. Na de werken zal die nog 6,90 breed zijn: 2 x (3,25 m + 0,20 m).
- rijstrookbreedte: 3,25 m + 0,20 m (kantstrook)
- berm: 1,80 m met hoogstammige beplanting
- fietspad: 1,75 m – enkelrichting
- veiligheidszone: 1,00 m
- gracht: 2,00 m
- zone nutsleidingen: 1,00 m
De fietspaden hebben een breedte van 1,75m. Tussen het fietspad en de rijweg komt er een groene berm met een breedte van 1,80m. Ter hoogte van de smallere passages kan die versmallen tot 1m. Enkel ter hoogte van de bushaltes groene berm vervangen door het voetpad en het perron van de bushalte.
De fietspaden worden aangelegd in asfalt. Ter hoogte van de kruispunten komt er een rode slemlaag. De bermen tussen de rijweg en het fietspad krijgen gras. De afwatering van de verharde oppervlaktes gaat naar de bermen en de bijhorende grachten. Het huidige grachtenstelsel wordt hiervoor verdiept en uitgebreid. In het projectgebied moeten ook een aantal bomen plaatsmaken voor het nieuwe ontwerp.
Ter compensatie plant men nieuwe hoogstammen aan tussen de rijweg en het fietspad.
Openbaar vervoer en waterhuishouding
Daarnaast krijgen ook het openbaar vervoer en waterhuishouding veel aandacht.
De bushaltes op de N132 worden heringericht en geherlocaliseerd naast de rijweg. Zo komen er toegankelijke haltes met verhoogde perrons en accommodatievoorzieningen.
Er wordt ook maximaal ingezet of regenwaterinfiltratie en buffering via de grachten. De aanleg van de fietspaden is gelinkt aan een rioleringsdossier dat een ontkoppeling van regen- en vuilwater realiseert.
Onteigeningen waren nodig
“Om al die wegeninfrastructuurwerken te kunnen realiseren en nadien het onderhoud en het beheer daarvan duurzaam te kunnen blijven garanderen waren deze onteigeningen noodzakelijk”, stelt de projectnota.
Door de heraanleg van de nutsvoorzieningen (zoals waterafvoerinfrastructuur en riolering) is het ook noodzakelijk dat de wegbeheerder de volle eigendom krijgt. Men werkte verschillende scenario’s en alternatieven uit. “De uiteindelijk weerhouden uitvoeringsvariant is als meest positief naar voren gekomen om de onteigeningsdoelstelling zo adequaat mogelijk te kunnen realiseren en daarbij tevens de innemingen zo beperkt mogelijk te houden.”