De koningskwestie in de Bevrijdingsstoet

De koningskwestie was een politiek conflict over het al dan niet terugkeren van Leopold III als koning na afloop van de Tweede Wereldoorlog. Dat conflict hield België gedurende vijf jaar in de ban. Het kreeg ook een plaats in de Bevrijdingsstoet van 1945.
De relatie tussen de koning en de Belgische regering was vóór het begin van de Tweede Wereldoorlog al verzuurd. Bij het uitbreken van de oorlog weigert Leopold III om met zijn regering in ballingschap te gaan naar het Verenigd Koninkrijk.
Leopold geeft zich over…
Op 28 mei 1940 beslist hij om zich, als opperbevelhebber van het Belgische leger, over te geven aan Duitsland. Daarmee is het hek helemaal van de dam. Leopold hoopt met die capitulatie het scenario dat België in de Eerste Wereldoorlog kende, te vermijden. Dat was immers een tijd van armoede en hongersnood, krijgsgevangenschap en verplichte tewerkstelling.
De regering is er echter van overtuigd dat België, net zoals in de 1914-1918, een roemrijke rol kan spelen. Door de overgave wordt Leopold III krijgsgevangene van Duitsland. Voor de regering in ballingschap is dit het teken om te verklaren dat hij in de onmogelijkheid tot regeren verkeert. De ministerraad in ballingschap zal tijdens de oorlog de koninklijke macht uitoefenen.
… en wil terug
Na het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog wordt Karel, de broer van Leopold III, als regent aangesteld. De koning en zijn familie verblijven nagenoeg de hele oorlog in het kasteel van Laken. Op 7 juni 1944 worden ze naar Duitsland en nadien naar Oostenrijk gedeporteerd. Voor een terugkeer van de koning naar België is een meerderheid nodig in de – ondertussen alsmaar wisselende – regering(en). Met een volksraadpleging in de zomer van 1950 hoopt de regering uit de impasse te geraken. Bijna 58% stemt voor de terugkeer van Leopold III als koning. Aan de onmogelijkheid tot regeren komt een einde en op 22 juli 1950 keert Leopold III terug als koning.
Merksplas koningsgezind
Merksplas behoorde tot het kamp van de koningsgezinden. Ons dorp wenste de terugkeer van Leopold III als koning van België. In de Bevrijdingsstoet van 1945 verzorgt het gehucht Opstal dan ook een praalwagen die hulde brengt aan de koning.
Op 23 december 1945 trekt een menigte koningsgezinden door het dorp. Ze worden toegesproken door Chantrain en Victor Lamot, twee gewezen verzetsstrijders. Op het marktplein prijkt jarenlang een beeltenis van Leopold III met de tekst: “Sire, Merksplas zweert U trouw.”. Op de palissade rond het schilderij hangen huldekransen van elke wijk in Merksplas.
Wanneer het schilderij op een nacht wordt besmeurd met rode verf, wordt er lange tijd een nachtwacht bij het portret opgesteld. Het besmeurde schilderij wordt vervangen door het Ruiterschilderij van de hand van Louis Remeysen.
De terugkeer van Leopold III als koning in 1950 leidt tot stakingen en protestmarsen. Uiteindelijk stemt die er mee in een stap terug te zetten. Hij draagt zijn bevoegdheden over aan zijn zoon Boudewijn. Op 17 juli 1951 volgt die hem op als Koning der Belgen.