Hof ter Stokere: 25ste Open Tuindag
Zondag kan je (misschien voor het laatst) naar de Open Tuindag van Hof ter Stokere van de familie Van Bouwel-Van den Heuvel. Je vindt er niet alleen de hoevetuin met zijn honderden planten, maar ook een hele collectie landbouwwerktuigen. Het landgoed vind je in het wat afgelegen Diepte, een gehucht met een hele geschiedenis.
Luc Van Bouwel: “Mensen denken inderdaad dat De Diepte in Wortel ligt, maar ik kan je verzekeren dat het deel uitmaakt van Merksplas. Het is uitgestrekt tot aan de Pampa dat er in de jaren ’30 kwam. Vroeger heette het hier allemaal Molenzijde. De Diepte was een landgoed van 47 hectare, dat einde 1880 door wereldburger Albert Van Schelle werd gekocht. We weten niet goed precies wanneer. Albert Van Schelle was een advocaat uit Brussel. De Villahoeve De Diepte was het eerste gebouw dat er kwam, later gevolgd door een conciรซrgehoeve, het latere Hof ter Stokere.”
Landgoed met geschiedenis
“Van Schelle was daarnaast ook een paardenfokker en afgevaardigde voor het Rode Kruis. In die laatste functie leerde hij zijn latere vrouw kennen, de Amerkikaanse Annie Fowler. Hij ontmoette haar in Cuba, waar ook zij werkte voor het Rode Kruis. Ze trouwen in 1898, en komen naar Merksplas. Ti (Martial) Van Schelle, hun zoon, wordt in de zomer van 1899 geboren. Albert zal hier tot in 1919 blijven wonen. Dan wordt het landgoed verkocht. Annie Fowler stierf op het einde van Wereldoorlog I in de Verenigde Staten. Martial dient in die tijd ook in het Amerikaanse leger. Na de oorlog trekt Ti naar Brussel en opent daar als zakenman een aantal sportwinkels. Zijn levensloop is een verhaal apart. Leen Huet, die hier om de hoek in de Villa woont, wil daar nog altijd een boek over uitbrengen.”
“In 1919 komt De Diepte enkele jaren in handen van mijn overgrootvader Pieter-Jan Van den Heuvel. Hij boerde hier die tijd met zijn jongste zoon Martin, maar die laatste wou liever studeren en zag het boeren niet zitten. Rond 1921 wordt het domein opnieuw verkocht. Dat zorgt ervoor dat het helemaal opgedeeld wordt.”
Familie
“In 1928 komt mijn oudnonkel Jaak Van den Heuvel in beeld. Die koopt het Hof ter Stokere en een aantal hectares grond. Hij boert er, samen met zijn knecht Marijn Verschueren, tot in 1955. Jaak was de eerste landbouwer in Merksplas en omstreken die een auto kocht in 1935. Die diende om met zijn moeder naar de kerk te kunnen rijden.”
“In oktober van dat jaar nemen mijn ouders het geboer hier over. Mijn vader Louis kwam uit Gierle. Mijn moeder Dina Van den Heuvel kwam van de Essehoeve. Ze maken er een gemengd landbouwbedrijf van, dat snel overgaat in een melkveebedrijf. De conciรซrgewoning blijkt al gauw te klein voor het gezin met 9 kinderen. In 1967 komt er een nieuw huis aan de Langenberg in Wortel, en Louis stapt dagelijks naar de Diepte om zijn koeien te onderhouden. In 1994 stopt hij met boeren. Het hele gebouw aan De Diepte wordt gerenoveerd: zowel de woning, de stallen, de schuren. Intussen huist het gezin in een vlakbij gelegen woning. Eind 1996 keren ze terug naar het Hof ter Stokere. “
Experimenten
“Hoe de woning aan zijn naam kwam? Door de alcoholstokerij. Die moet er rond 1900 gestaan hebben, maar tien jaar later is die weer verdwenen. Mijn moeder wist nog wel waar de fundering stond, want nonkel Jaak heeft de bovenste laag er nog van afgebroken. In die alcoholstokerij zou het draf (het afvalproduct van granen waarmee de alcohol wordt gestookt) hergebruikt worden om de ossen af te mesten. Want de plannen voor die stallen waren er ook:
“In het midden van de stallen was er een voedergoot voor het draf. Het was alleszins ambitieus. De ijzeren dakconstructie was zijn tijd ver vooruit. En tja, die alcoholstokerij heeft nooit gefunctioneerd, al heeft een knecht die op De Diepte werkte ze wel een keer heeft proberen te stoken.”
“Een brouwer uit Wuustwezel bouwde er later nog een varkensstal bij voor 280 mestvarkens, maar die verkeek zich op de realiteit: in de jaren 1920 kon je nooit zoveel biggen bij elkaar vinden. In de omgeving zaten immers enkel maar keuterboeren die in het beste geval een varken voor eigen gebruik of voor de plaatselijke burgerij en beenhouwer hadden.”
“Maar mijn oudnonkel heeft die stal nog aangepast. Speciaal was wel dat hij voor de verluchting van de stallen teruggreep naar de noodhospitalen die het Rode Kruis bouwde. Het Rode Kruis gaf in de Eerste Wereldoorlog opdracht om een techniek te gebruiken om die snel te kunnen optrekken, en de spantenbouw was daarvoor ideaal. Na de oorlog zagen de tabaksboeren in de streek van Wervik daar wel wat in om ze als droogschuren te gebruiken. Die verluchtingstechniek paste de Wuustwezelse brouwer hier toe in een stalconcept.”
Open Tuin: misschien voor het laatst?
De tand des tijds begint echter te knagen. “Mijn ouders begonnen in 1994 de tuin al aan te leggen, vรณรณr ze de conciรซrgewoning betrokken. In 1997 hielden ze er een eerste Open Tuindag. Sindsdien is de tuin alleen maar uitgebreid. Ze sprokkelden hun plantgoed bijeen op plantenruildagen. Ze kwamen meestal met meer terug dan waarmee ze van hier vertrokken.”
“Nu kan je ongeveer 500 planten bewonderen. Veel zomerbloeiers, maar ook vaste planten en sierstruiken. Zelf probeer ik zoveel mogelijk streekeigen materiaal te planten, maar mijn vader zorgde ook voor een vijgen- en een bananenboom. In een hoevetuin moet dat allemaal kunnen (lacht). De hoevetuin, 5000 mยฒ groot, heeft verschillende compartimenten. Je vindt er aparte zithoeken en Campine-kippen. Alles draait om een geweldige inlandse eik van drie eeuwen oud.”
“We zijn nog een van de enigen die zo lang onze tuin jaarlijks openstelden. Gaandeweg is de plantenvariรซteit er wel wat op teruggegaan: struiken en bomen groeien mettertijd, en zetten planten in de schaduw. Daardoor dunnen die wat uit, en ze krijgen ook wat minder water toebedeeld.”
“Waarschijnlijk wordt het onze laatste Open Tuindag. Vader is intussen ook al 92. Plantjes opkweken lukt hem nog, maar al het andere werk wordt hem wat teveel.”
Landbouwwerktuigen
Daarnaast stelt Luk ook heel wat landbouwalaam tentoon. “Mijn vader bracht uit Gierle heel wat gerief mee. Mijn oudnonkel liet hier ook nog wat materiaal achter. Mettertijd heb ik de collectie flink uitgebreid tot zo’n 600-tal stuks. Alle stukken hebben alleszins een relatie met de Kempen. Het erfgoedproject Goei Gerief maakte hier een tijd terug heel wat foto’s voor hun collectie. Ze moeten alleen nog de grote stukken komen inventariseren.”
De Campina-kippen, of het Kempens Hoen
“10 jaar geleden zijn we hier ook terug begonnen met het Kempens Hoen. Veel heeft te maken met Annie Fowler: die had een flink aantal Campine-kippen. Ze fokte ze en exporteerde ze naar Amerika en Engeland. In het Antwerpse was er indertijd ook al een Campine-club waar ze lid van was: daar ben ik op gestoten toen ik opzoekingswerk deed rond de Van Schelles. Ze werkte er mee aan het schrijven van een Belgische Standaard voor de Campines.”
“Via Levend Erfgoed kwam ik in contact met andere kwekers. Intussen zitten er op het erf van het Hof al een dertigtal Campines in de kleurslagen zilver en goud. De Open Tuindag is ook een trefdag voor de leden van het Kempens Hoen. Er is een jongdierendag, en er worden Campine-hoenders tentoongesteld, geshowd en geruild. Er is ook een keurmeester aanwezig.”
Gratis, en alles voor het goede doel
De opbrengst van het terras gaat naar de vereniging SATAQA. Dat is het Indiaanse woord uit Guatemala voor ‘in de diepte’. Deze vereniging steunt het ontwikkelingswerk van de Hoogstratensaar Fons Huet en zijn vrouw Marta Macz Pacay, een geรซngageerde Indiaanse dame uit de streek Alta Verapaz in het noorden van Guatemala. Die bekommeren zich vooral om Indiaanse weduwen.
Heemkring Marcblas stelt er ook nog kinderspeelgoed uit vervlogen tijden tentoon.
Praktisch
Open Tuindag, zondag 7 augustus, 9.30 – 19 u., Hof ter Stokere, Diepte 2, Merksplas. Gratis inkom.