Weldra weer die magische 1 september!

Elk jaar na 15 augustus raak ik in een nostalgische bui. Dat is de tijd dat alle ogen gericht worden op het begin van alweer een nieuw schooljaar. De media hebben dan de gewoonte om de aandacht van de minister van Onderwijs te trekken op wat er allemaal nog zou moeten gebeuren en veranderen. Men zoekt tevergeefs naar noodzakelijke leerkrachten maar vindt er weinig of geen.
Knelpuntberoep is een modewoord geworden. De ouders van schoolgaande kinderen beginnen hun centjes stilaan te tellen, want als de scholen heropenen dan vliegen de euro’s de deur uit.
Toen ik nog een kind was spendeerde ik mijn vakantiedagen in Turnhout bij moemoe en vava. In die immens grote stad beleefde ik telkens een zalige en onvergetelijke tijd. Zelf woonde ik op ‘den buiten’ langs het kanaal. Buiten wat schepen gadeslaan was daar verder niet veel te beleven. Soms waren er stoere jongens die van de hoge brug in de vaart doken. Ze wilden waarschijnlijk imponeren met hun kunsten. En als ze eens plat op hun buik gingen dan konden de meisjes lachen.
In de winter mocht ik over de toegevroren vaart soms naar school slibberen. Wat toen ook best wel eng was als ik er nu op terugdenk.

Begin juli vertrok ik altijd achterop een Solex-bromfiets van mijn tante langs de vaartdijk richting Turnhout. Overdreven snelheden maken en dan geflitst worden was zeker niet aan de orde. Eigenlijk best wel pittig en leuk om zo’n tante te hebben die duidelijk geëmancipeerd en gemotoriseerd was.
Bij mijn grootouders in de stad werd ik elke dag in de watten gelegd met lekker eten en leuke uitstapjes naar de Gasthuisstraat. Hier waren twee zalige winkels gevestigd waar ik mijn hart volledig aan was verloren. De naam van die ene winkel was de Turma. Hij stond met zijn ingang precies gericht op de ingang van de winkel aan de overkant van de straat. Dat was geloof ik de Grand Bazar. En dat klonk toen zo exotisch en modern in mijn kinderoortjes.

Moemoe en ik deden dagelijks deze wandeltocht. Vanaf 1 augustus al stalde men in die winkels prachtige dingen uit. Schriften, potloden, kleurtjes, gommen, puntenslijpers en kleurboeken. Ik voelde een heilige siddering telkens ik daar naar keek. Mijn vragende oogjes en strelende handjes maakte mijn grootmoeder zo week als boter. Ik hoor haar nog zeggen: vandaag mag je één dingetje kiezen. Maar dat zegde ze haast elke dag. Ik werd toen stilaan een verwend nest. Ik koesterde dat onooglijk klein gommetje als was het een klompje goud.
Na de vakantie in Turnhout kon ik vanachter op de Solex naar mijn heimat aan de vaart terug. Een valies vol geladen met veel schoolgerief zodat ik kon pochen met de allernieuwste hebbedingetjes.
Als ik nu ga winkelen maak ik nóg altijd een ommetje naar de afdeling met schoolgerei. Ik heb elke keer een nieuwe balpen, een kaft, een schrift in mijn winkelkar liggen. Van die verslaving raak ik nooit meer af.

En mijn studiekeuze lag ook al vast in den Turma. Na mijn studies werd ik wat graag leerkracht in het eerste of het tweede leerjaar. Ook nu op mijn gezegende leeftijd beleef ik 1 september nog altijd – als de dag van toen – heel lang geleden!