Politiek

Karel Lenaerts neemt tevreden afscheid van politiek

Op de laatste gemeenteraad van 2020 kondigde schepen Karel Lenaerts zijn afscheid aan van de Merksplasse gemeentepolitiek.

Karel Lenaerts beheerde de voorbije jaren niet de eenvoudigste beleidsdomeinen: ruimtelijke ordening, wonen, mobiliteit, de Kolonie, milieu, natuur, plattelandsbeleid en land- en tuinbouw.

Zijn afscheid stond eerder al aangekondigd in de krant. Burgemeester Wilrycx hield op het einde van de online zitting namens het schepencollege een dankwoord. Tine van der Vloet (N-VA) en Jef Schoofs (Groen) hadden vanuit de oppositie ook woorden van lof voor de samenwerking met Karel. Het einde van zijn twintigjarige politieke carrière konden we niet zomaar voorbij laten gaan.

Tijd voor nieuwe dynamiek

Hoe ben je er twintig jaar geleden ingetuimeld, Karel?

“Ik was toen al even voorzitter van de gemeentelijke landbouwraad. Zo maakte ik kennis met de gemeentepolitiek. Merksplas bestond toen net 850 jaar, en dat ging zonder animo voorbij. En met het actiecomité ‘Fietspaden nu’ ijverden velen in Merksplas al een tijd voor meer vrijliggende fietspaden in de gemeente, zonder dat er veel bewoog. Er moest iets meer mogelijk zijn in Merksplas: vanuit dat idee engageerde ik mij op een nieuwe lijst – Leefbaar Merksplas – en raakte ik verkozen. Ik belandde, net als de burgemeester en de andere schepenen, in een volledig nieuwe ploeg. Het dorp kon wel een nieuwe dynamiek gebruiken, vonden we toen.”

“We waren allemaal vrij jong, en dat gaf energie. We geloofden er nog de volle 100% in dat we samen iets konden realiseren. En we gingen er voor: we lieten bijvoorbeeld Merksplasse scholieren die naar Hoogstraten moesten fietsen, begeleiden door de politie. Dat kreeg heel wat media-aandacht, en zorgde er voor dat ons dossier in een stroomversnelling raakte en gerealiseerd werd. Met de jaren kregen ook de wegen naar Rijkevorsel en Beerse vrijliggende fietspaden, en het dossier van de Steenweg op Weelde loopt. De onteigeningen zijn bijna achter de rug, de subsidies liggen klaar.”

Mobiliteitsplan: zo goed als afgevinkt

“We tekenden ook in op Module 10. Ons dorp telt in het centrum immers drie schooluitgangen. Met de subsidiëring van die projecten konden we stelselmatig het hele dorpscentrum aanpassen en verkeersveiliger maken. Dat was de rode draad in mijn carrière: samen met de verkeersraad hebben we daar twintig jaar aan kunnen bouwen. Zo zorgden we ervoor dat er meer aandacht ging naar zwakke weggebruikers en fietsers. Dat is het mooie eraan: we starten samen met een mobiliteitsplan, en tot vandaag hebben we het stap voor stap in bijna alle onderdelen kunnen realiseren. Dat was een hele inhaalbeweging.”

“En dat heeft effect. In de enquête die we hielden rond het schoolvervoersplan, merkten we op dat ouders én kinderen bereid zijn om naar en van school te fietsen als ieder zich veilig voelt. Dat we dat rondkregen, is het werk van een hele ploeg: onze ambtenaren, de verkeersraad, de gemeenteraad en het schepencollege.”

Op de laatste gemeenteraad lijstte je je ook op wat er in Merksplas de voorbije jaren gebeurd was rond open ruimte, natuur en landbouw.

“Op ons ruimtelijk beleid ben ik ook best fier. Zowel op het vlak van wat we deden rond de open agrarische ruimte als rond natuur. Met onze ruilverkavelingsprojecten en het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan voor de Kolonie hebben we viervijfde van ons grondgebied op een of andere manier onder handen genomen.”

Karel Lenaerts: “Door onze natuur- en ruimtelijke projecten hebben we 80% van ons grondgebied onder handen genomen.”

“Niet alleen op het vlak van natuurinrichting, maar we ontsloten ook grotere landbouwkavels, de landschappelijke structuur van de Kolonie is verankerd. We hebben ook de glastuinbouw ruimtelijk geconcentreerd. Zo bleven andere plekken in Merksplas daarvan gevrijwaard en kon die sector toch sterk uitgroeien. De bedrijven in de Merksplasse glastuinbouw konden zich performant ontwikkelen en horen nu bij de top van Vlaanderen. Er kwam ook heel wat innovatie met warmtekrachtkoppeling- en andere energieprojecten. Indertijd wou de provincie ook zo’n plannen realiseren, maar dat is nooit zo gelukt als bij ons. Hier kunnen de onderling geclusterde bedrijven samenwerken op het vlak van verwerking, waterwinning en allerlei innovatieve technieken.”

“Door de verschillende ruilverkavelingen werden de natuurlijke structuren van de vallei van Mark en Merkske versterkt. Daar genieten we nu met z’n allen van. Dankzij het werk van Toerisme Merksplas met zijn vele vrijwilligers is er een uitgebreid netwerk van wandel- en fietspaden.”

Wonen in ons dorp

“Door onze aanpak van de ruimtelijke ordening konden we door het versterken van onze woonkern, voorkomen dat er in het buitengebied extra woningen zouden komen. In onze gemeente is er immers een grote vraag naar betaalbare woningen in het centrum. We koppelden dat ook aan het versterken van de winkelfunctie. Anders dreigde immers onze middenstand te verdwijnen en werden we een slaapdorp. Dat konden we door onze aanpak én het dynamisme van onze lokale winkeliers vermijden.”

“Die bijkomende woningen zijn bovendien kwaliteitsvol: ze moeten voldoen aan allerlei normen qua ventilatie, isolatie, … Daarnaast kunnen we ook door het beperkt aansnijden van het woonuitbreidingsgebied extra betaalbare woningen aanbieden met een klein tuintje. We vonden het belangrijk dat onze jonge mensen kansen zouden krijgen om hier te kunnen blijven wonen.”

Landbouw: spagaat

In De Standaard publiceerde de laatste weken een heel dossier rond de megastallen. Merksplas protesteerde vorig jaar tegen de komst van zo’n nieuwe stal in Berkelaar en ook in Zondereigen. Wat kan je als kleine gemeente daaraan doen?

“De Noorderkempen is nu eenmaal gekenmerkt door een vrij grootschalige veehouderij. Die is de laatste decennia stelselmatig gegroeid. Nu het systeem op zijn limieten botst, komen daar vragen rond. Persoonlijk denk ik dat er zeker ook ruimte moet zijn voor grote, performante bedrijven die voldoen aan de strengste milieunormen. Er komen bijvoorbeeld bedrijven die hun mestproductie en hun afvalstromen kunnen bewerken en verwerken tot herbruikbare grondstoffen en loosbaar water. We kunnen daarbij best streven naar een gesloten, circulair systeem waarbij de druk op de omgeving zo klein mogelijk is.”

Karel Lenaerts: “In Merksplas kunnen we zorgen voor een mix van verschillende landbouwbedrijven” (foto: koeien bij Widar)

“In Merksplas heeft de land- en tuinbouw heel wat troeven: de glastuinbouw, veeteeltbedrijven, een innovatieve broederij, … Daarnaast is er nog een heel scala aan landbouwbedrijven, bedrijven die een toegevoegde waarde leveren door verbreding van de activiteiten zoals het aanbieden van zorg of door de productie van eigen hoeveproducten. Iedere landbouwer zal op termijn een oplossing moeten zoeken op maat van zijn bedrijf, ook zonder een noodzakelijke schaalvergroting. Er is een mix nodig met nog meer aandacht voor de klimaat- of ruimtelijke impact.”

“Maar als consument moet je ook naar jezelf kijken: zo wil ieder van ons voldoende, goedkoop, kwaliteitsvol en veilig geproduceerde voeding. En daarbij willen we dat boeren dat kunnen produceren met technieken van 50 jaar geleden. Dat is een moeilijke spreidstand. Ik stel me daar zelf vaak vragen bij: over voedsel en landbouw moet gediscussieerd kunnen worden, maar dat is moeilijk. Onze tuinbouw is op zich misschien landschappelijk niet schoon, maar ik kijk bewonderend naar de kwaliteit van hun productie.”

Asbest best gecontroleerd weg

“Ik ben ook best fier op het pilootproject dat hier liep rond het inzamelen van asbest, dat we samen met de IOK en met de OVAM ontwikkelden. Op een kleine vier jaar hebben we op 400 Merksplasse adressen 1.600 ton asbest kunnen ophalen. Dat is een gigantische hoeveelheid. Vroeger hadden we geen zicht op wat met asbestmateriaal gebeurde: het werd gedumpt of als opvulmiddel gebruikt op wegjes. In het beste geval werd het naar het containerpark gebracht. De gemeente heeft daar veel middelen, mankracht en geld in gestopt.”

Teamwerk

“Dat project was niet alleen onze verdienste, maar het bewijst ook dat je geen stad moet zijn om goed beleid te kunnen realiseren. Je moet daarvoor een hardwerkend schepencollege en een loyale administratie hebben. Bovendien is een gemeenteraad waarop je kan rekenen en een oppositie die kan meedenken onontbeerlijk. Die combinatie hebben we hier al 20 jaar. Je moet menselijk goed overeenkomen, en dan kan je veel realiseren.”

De Kolonie: “de parel van onze gemeente” (foto © Karel Lavrijsen/wikimedia)

“En dan hadden we nog de Kolonie, een dossier dat ik vanaf de aankoop tot nu toe heb opgevolgd. Binnen enkele jaren wordt er ook de biogas-energievoorziening gerealiseerd. Het wordt de parel van onze gemeente. Er kroop ontzettend veel tijd en overleg in dit dossier, zowel met de provincie als met Vlaanderen.”

“We hebben ook via verschillende Leaderprojecten heel wat dossiers rond plattelandsprojecten kunnen realiseren. Het laatste in de reeks is Grensboeren bewaren de waterkwaliteit van ’t Merkske. In dat project kunnen landbouwers in Zondereigen, Merksplas en Hoogstraten professioneel advies vragen over het lozen van hun afvalwater (zoals bijv. silo-sappen of poetswater van hun melkinstallatie). Zo maken we landbouwers bewust van de impact van dat afvalwater, en komen er oplossingen om de waterkwaliteit van het Merkske te verbeteren.”

Ons dorp te klein?

De voorbije jaren kwamen er vanuit Vlaanderen impulsen om kleine gemeenten te laten fuseren. Na Bourgeois, zit ook Somers op dat spoor. Op termijn wil hij het aantal gemeentes in Vlaanderen halveren. Hoe kijk jij daar tegenaan?

“Mijn ervaring is dat onze schaal perfect is, als je een dynamische beleidsploeg hebt en een administratie die meewerkt. We staan zo immers dicht bij de mensen. En de hogere overheid rekent altijd op ons, op de lokale besturen, om hun beleid uit te voeren. Neem nu bijv. het aanleggen van een fietspad langs een gewestweg. Als gemeente moet je daar alle werk voor verzetten: je moet het dossier voorbereiden, het hele bedrag voorschieten, 20% daarvan effectief investeren, en op het laatste van de rit mag je het fietspad overdragen aan Vlaanderen.
Net zoals vandaag met de contacttracing: die loopt op Vlaams niveau in het slop, en nu moet de gemeente daarvan het belangrijkste werk gaan doen. Ik ben geen voorstander van fusies: ze bieden voor ons geen meerwaarde. “

“Of je nu in een stad of in een dorp schepen bent: je hebt er altijd te maken met dezelfde dossiers en je moet er dezelfde inzet aan de dag leggen. En als kleine gemeente kan je investeren in je ene centrum: in een fusiegemeente zouden we dat moeten verdelen over verschillende kernen.”

Een fusie? Nee, daar zie ik echt niet veel voordelen in. Karel Lenaerts

“Een bewijs van ons kunnen is nog altijd ons energiebedrijf Ebem: dat levert over heel Vlaanderen gas en elektriciteit. Met onze inzet kunnen we dat als kleine gemeente realiseren. Het vraagt veel inspanningen en investeringen, maar we blijven wel de regie houden. En de winst van Ebem investeren we terug in ons dorp, terwijl die bij andere bedrijven naar Frankrijk of Duitsland vloeit.”

Zonder moederpartij

Met Leefbaar Merksplas heeft onze gemeente een quasi partijloze dorpslijst. Beperkt dat je macht?

“Nee, dat gevoel heb ik niet. Als je dossiers goed in elkaar zitten, heeft dat geen invloed. Je komt toch altijd bij de administratie terecht, waarbij de inhoud van het dossier doorslaggevender is dan de partijkleur van de indiener. En het heeft ook voordelen om niet onder een strakke partijlijn gebukt te gaan: sommige partijen zijn wel erg strak geregisseerd.”

Karel Lenaerts: “Geen beleidsvisie? Misschien vertellen we ons verhaal te weinig.”

Maar mis je de inhoudelijke voeding of de maatschappelijke voeling dan niet? De oppositie klaagt vaak dat ze geen beleidsvisie bij jullie vinden, alleen een opsomming van realisaties.

“Maar onze visie vind je toch in onze beleidsplannen? En die zijn er genoeg: rond mobiliteit, verkeer, de ruimtelijke structuurplannen… Die hebben we telkens doorgesproken met adviesraden, professionals, belanghebbenden, … Misschien is onze communicatie daarrond ons zwakke punt. Die verhalen vertellen we misschien te weinig.”

En hoe wordt de toekomst?

“Ik rondde net mijn politieke carrière mooi af. Zoals ik het op de laatste gemeenteraad zei: zonder rancune, en zonder cynisme. 20 jaar lijkt kort achteraf, en politiek is een vak apart, in niets te vergelijken met een zelfstandige activiteit. Het is een gemeenschappelijk verhaal. Ik ben blij dat ik zelf het moment kon bepalen om te stoppen. De kiezer stemde me niet weg, en ik werd evenmin door een partij teruggeroepen. Ik word de volgende tijd alleszins geen schoonmoeder over het werk dat er nog ligt: iedereen pakt zoiets aan op zijn eigen manier, en dat zal wel los lopen. Leefbaar Merksplas heeft veel jong politiek talent, de opvolging is gegarandeerd.”

“Nee, de volgende tijd zet ik me met met Nelly samen in voor ons jeugdverblijf De Esberg. We hebben het terrein al flink wat aangenamer gemaakt, maar er blijft nog heel wat werk aan. We hebben ook nog een bosbeheersplan opgesteld dat we moeten implementeren. Zo komt er een houtkant aan het Hoekeinde, dat de kampplaats wat meer moet beschutten.”

“En dan is er nog mijn moestuin, mijn belangrijk privé-project.” (lacht) Voor de rest ga ik genieten van de kinderen en de kleinkinderen. En van Merksplas, natuurlijk.”

2 reacties

Reageer

Back to top button