Literatuur

Erik Vlaminck: “Ik schrijf over gewone mensen. Dat is het enige wat ik kan.”

“Ik werd een schrijver die altijd schrijft over gewone mensen,” zei Erik Vlaminck vrijdag in Merksplas voor een publiek van gevangenen. “Dat is het enige wat ik kan. Ik ken de situaties waarin we allemaal kunnen terechtkomen.”

De bib heropende haar filiaal in de gevangenis, en nodigde Erik uit om er een lezing te houden. Daarvan vind je elders ons verslag. Nadien praatten we nog even verder met hem.

Erik Vlaminck: “Ja, ik kom inderdaad uit een volks milieu. Door mijn jarenlange werk in de psychiatrie, en nadien met daklozen, leerde ik dat iedereen uit de boot kan vallen. Daarvoor had ik weinig mededogen met mensen. Maar in de psychiatrie kwam ik mensen tegen die even oud waren als ik, die in het moeras belandden en er altijd maar dieper in wegzakten.”

“Ik ben blij dat ik niet op mijn twintigste schrijver werd – ik begon pas fulltime te schrijven toen ik 40 was. Daardoor had ik ook met mijn voeten in de wereld gestaan. Ik zie veel jonge collega-schrijvers die dat missen; ik noem ze writer’s writers, mensen die blijkbaar enkel voor andere schrijvers boeken schrijven. Mijn boeken zijn daarom niet beter dan die van hen, maar ik schrijf boeken zoals ik ze graag zou lezen.”

Thuis bij mensen

“Voorbeeldschrijvers? Die heb ik niet zoveel. Ik lees graag boeken over gewone mensen, waarin een verhaal zit. Voor mij moeten ze niet uitgeschreven zijn in schone literaire zinnen. Neem nu boeken van Roger Van de Velde of van Simenon: als je die leest, kom je bij gewone mensen aan huis, en lees je hun verhaal. Bij Simenon vind je geen schoonschrijverij, maar ze zijn toch altijd gelaagd. Met mijn boeken en mijn theaterstukken kom ik graag bij gewone mensen. Neem nu het theaterstuk ‘Boeren’ (dat in juni nog op het Turnhoutse festival In Vennen en Velden stond). Daarbij stelde ik als voorwaarde dat het enkel in schuren of stallen gespeeld mocht worden. Het productiehuis dacht dat het moeilijk verkoopbaar was. Toch bleken de culturele centra erop te springen: het kende meer dan 100 voorstellingen, altijd voor een volle schuur. En de mensen die kwamen kijken, bleken grotendeels geen theaterpubliek: het waren vaak boeren (omdat het stuk over boeren ging), of mensen die wel eens een boerderij van binnenuit wilden zien.”

‘Boeren’ op In Vennen en Velden | foto: Stad Turnhout

Gebroken levens

➽ Je hebt een hele schrijverscarrière achter de rug. Heb je nog dingen te vertellen?

Erik: “Ik bracht ook een reeks uit van 6 boeken over mijn familie (Quatertemperdagen (1992), Wolven huilen (1993), Stanny, een stil leven (1996), De portrettentrekker (1998), Houten schoenen (2000) en Het schismatieke schrijven (2005), n.v.d.r.). Weinig lezers merkten dat de figuur van mijn moeder in die reeks ontbrak. Ik heb met haar nog iets te regelen. Mijn moeder was een overbezorgde, én een zeer katholieke vrouw. Over die twee aspecten heb ik dikwijls met haar in conflict gelegen. Toen ik vijftien was, ontdekte ze dat ik niet langer naar de kerk ging. Haar wereld stortte toen in. Mijn beide ouders zijn vroeg gestorven. Ik heb die voorvallen niet meer met haar kunnen uitpraten. Wat kunnen kinderen hun ouders niet allemaal aandoen? Dat moet ik op een of andere manier nog eens uitschrijven.”

“Er blijven in mijn leven ook nog veel beelden spoken van mensen die een drama met zich meedragen. Ik denk bijvoorbeeld aan mijn ‘nonkel pater’ (eigenlijk een neef van mijn vader) die missionaris werd in Congo. Ik sprak hem toen hij hoogbejaard was. Oorspronkelijk vertrok hij met veel idealen, maar die liepen allemaal stuk. Door de situatie in Congo, het verval van de kerk, de problemen tussen België en de voormalige kolonie … Zo heb ik nog meer verhalen, waarin mensen terugkijken op hun leven dat ergens mis liep.”

Erik Vlaminck: “Al mijn werk gaat over bloedserieuze dingen” | foto: Jef Van Eynde

De kracht van ergernis en humor

➽ Maar je werk drijft op ergernis. Draag je die zelf ook mee?

“Al mijn werk gaat over bloedserieuze dingen. In mijn dagelijks leven valt dat wel mee. Van mijn vrouw mag ik thuis elke dag maar één kwartier zeuren en zagen. En dan is het voorbij. Maar ik blijf het wel belangrijk vinden dat ik in mijn werk die ergernis met humor kan neerschrijven. Anders worden mijn verhalen onverteerbaar. De brieven van Dikke Freddy drijven op die krachtige mix. Met die humor kon ik daarstraks ook die gevangenen mee in het verhaal trekken.”

➽ Merk je effecten van je brieven?

Erik: “Er zijn politici die ze lezen. Ik probeer altijd wel erover te waken dat ik de mensen zelf niet kwets of kleineer. Maar ik probeer ze wel te raken als politicus. Af en toe haalt het iets uit.”

“Ik denk bijvoorbeeld aan de huisvuilzakken die je een hele tijd terug voortaan moest kopen. Voorheen zat de ophaalkost van huisvuil gewoon in de gemeentebelasting die iedereen volgens zijn inkomen moest betalen. Maar door het invoeren van die grijze huisvuilzakken, moest ieder plots evenveel daarvoor betalen. Politici realiseerden zich niet dat je daarmee mensen in armoede erger treft. Dan heb je niet die 25 euro om ze aan te kopen. Ze stoppen hun huisvuil dan maar in de vuilnisbak aan de bushalte. Dan maakt de overheid het gat waarin mensen het vuil kunnen storten maar kleiner, zodat ze mensen dwingt om te gaan sluikstorten.”

Erik Vlaminck: “Ik kan doen wat ik graag doe. Ik realiseer me vaak wat voor een voorrecht dat is.” | foto: Jef Van Eynde

Van mening verschillen

“Over die huisvuilzakken schreef Dikke Freddy een brief aan Jos Geysels, die toen politicus was voor Groen. We verschilden daarover grondig van mening, maar we werden vrienden. Ik vind het fijn als je in vrede en vriendschap van mening kan verschillen. Het is spijtig dat dat niet altijd meer kan. Van een hoop vrienden uit mijn jeugd weet ik dat we met elkaar ruzie kunnen maken, maar dat onze vriendschapsband daar niet onder lijdt. Gek genoeg merk ik dat dat anders ligt bij mensen met wie ik later vriendschap sloot. De wereld raakte de laatste decennia meer verdeeld in bubbels, en het wij-zij-denken neemt schrikbarend toe. Onze politici werken daar ook aan mee: in plaats van verbindend te werken, gaan ze meer polariseren.”

➽ Hoe blik je terug op de voorbije decennia als schrijver?

“Ik ben gelukkig. Ik kan doen wat ik graag doe. Vaak realiseer ik me wat voor een voorrecht dat is. Jarenlang al heb ik geen baas boven me. En ik krijg erkenning voor mijn werk. Op het grootste deel van mijn werk zit ook geen druk: niemand zit erop te wachten.”

“Ik gaf een tijdlang les aan de schrijversacademie. Aan de studenten vertelde ik dat er drie dingen nodig waren om het te maken als schrijver: talent, vakkennis en geluk. Op de academie kon je je enkel bijspijkeren in die kennis. De andere twee zijn kritische factoren, maar bij mij zat ook die factor geluk goed.”

Scherp blijven

➽ Maar nu pak je ook nog uit met een nieuwe uitgeverij…

Erik: “En nog wel een coöperatieve uitgeverij: Weerwoord. Tja, mijn vroegere uitgeverij werd opgeslokt door een grotere, en dat zag ik niet zitten. Ik hou niet van het rendementsdenken in die grote huizen. Toevallig zag ik op de dag van de verkiezingen Jos Verlooy en Nicole Van Bael (die samen schuilen achter het schrijverspseudoniem Elvis Peeters), en die keken ook uit naar een nieuwe uitgeverij. Met de bevriende boekhandelaar Gert De Bie hebben we na vele woensdagavondsessies de coöperatieve uit de grond gestampt. Dat proces van samen plannen maken, dat aftoetsen van allerlei dingen … ik had het niet willen missen. En het bleek ook een succes: we vonden genoeg lezers, schrijvers en handelaars die ons zo genegen waren dat ze er geld voor over hadden om mee in te stappen. Voor alle duidelijkheid: als schrijver zit ik niet mee in het bestuur, en wordt mijn werk – net als dat van andere schrijvers – evengoed beoordeeld door een apart leescomité. Mijn laatste boek, Het nachtlicht, rolde er net van de persen.”

“Waar ik wel mee zit, is dat ik de volgende jaren ook nog relevant wil blijven schrijven. Ik hoop dat er iemand in de buurt is als mijn werk begint te lijden onder de tol van de jaren, en me daarop attent maakt. Weerwoord zal daar wel voor zorgen.”

In de bib

vind je heel wat werk van Erik Vlaminck.

Zie ook
Een uitgebreide bio- en bibliografie van Erik VlaminckEen grote greep brieven van Dikke Freddy van de voorbije 10 jaar

Reageer

Back to top button