Salvador

In het huis te midden van de “grimmige bossen” (zo noemt een bevriende schilder ze) vind ik een boek terug, de enige roman van Salvador Dali. Verborgen gezichten. Ik kocht dat boek als studente, en ik herinner me dat ik het goed vond.
En daar lees ik in het voorwoord, als soepele, belangrijke waarschuwing:
“Inspiratie of kracht is iets dat men bemachtigt door middel van geweld, en door het harde en bittere zwoegen van elke dag.
Waarom heb ik deze roman geschreven? Ten eerste omdat ik tijd heb om alles te doen wat ik wil, en ik heb hem geschreven.”
Een elixir, deze woorden. En ik lees voort, over de vallei van Creux de Libreux, over Solange de Cléda, en ik kom weer bij de passage, die ik nooit vergat, over de jonge vrouw die een appel schilt en de schil intact weet te houden:
“En aan de hand van haar kalme en resolute gedrag zou elke nederige boer uit de vlakte van Creux de Libreux hebben kunnen voorspellen dat de eerste man die Veronica in haar leven ontmoette de hare zou worden, en dat ze met hem zou trouwen. Want Veronica was een van die mensen die, wanneer ze een appel schillen, deze handeling met een vaste regelmaat en een indrukwekkende vaardigheid volbrengen en daardoor in staat zijn te voorkomen dat de onregelmatige insnijdingen van de twijfel ook maar één ‘breuk’ laten ontstaan in deze schil van hun eigen noodlot, hoe dun ze ook schillen.”