Fotografie

Fotografe Nicol’ Andrea

"Fotograferen is niet wat ik doe, het is wat ik ben"

Terug van weggeweest, en door de jaren heen ook onthecht van het grote moeten: dat is fotografe Nicol’ Andrea (Vosselaar, °1963). Haar website kreeg een nieuw likje verf, haar Facebookprofiel is opgeruimd, klaar voor een verse start. Vanuit Merksplas.

Ik studeerde af als communicatiewetenschapper.

Schrijver, dat wou ik worden, dol op woorden en verhalen maken. En reizen. Daar droomde ik al op mijn vijf over. Iemand zei me toen: ‘Er zijn er die  zeggen dat ze weggaan, en er zijn er die het doen’. Dat heb ik me lang voorgehouden. Ik liep nog avondschool fotografie op het Horito. Alles was er nog analoog, en we kregen veel techniek. Dat is er lang blijven inzitten.

Het jachtige leven

models
Nicol’ Andrea

In Beerse was er indertijd een trendy kledingwinkel. De man die het runde nam me een weekend mee naar Londen. Hij zou er merkkleding inslaan. We kwamen ook langs een modellenbureau op Kings Road waar hij me voorstelde als fotograaf. ‘Kom binnen veertien dagen nog eens langs,’ kreeg ik te horen.

Ik raakte zo aan de slag bij Models 1, het grootste Britse modellenbureau, en maakte er portfolio’s voor hun modellen. Per model trok ik twee rolletjes film, zo’n 70 foto’s. Ik huurde een piepklein kamertje bij een homokoppel, en ’s nachts gebruikte ik hun keuken om die rolletjes te ontwikkelen. Twee keer hebben ze me er betrapt. Het was overleven: slecht betaald, en hard werken. Maar ik woonde in Londen.

Nadien werd het Parijs. Ik werd aangetrokken door het modetijdschrift Vogue. De hoofdredacteur zei er me: ‘Doe gewoon bij ons wat je altijd doet, dan komt het goed’. Dat hou ik me nu nog altijd voor ogen. Ik belandde bij Knack Weekend en deed er modereportages.

Ik was ongewild in de modefotografie terecht gekomen. Mijn modefotografie was altijd reportagegericht: de omgeving of het kader waarin ik fotografeerde, was even belangrijk als het model. En ik maakte graag portretten.
Na Parijs verhuisde ik naar New York, waar ik o.a. voor een jazzlabel werkte.

Ik kon ook met enkele Unicef-ambassadeurs zoals Axelle Red of Helmut Lotti mee op hun reizen naar Afrika, tot er beknibbeld werd door de luchtvaartmaatschappij, en zo viel de fotografe natuurlijk eerst af. Tot 2010 bleef ik aan het werk bij tijdschriften als Marie-Claire, Menzo of Humo, bij De Morgen, of voor Kipling, Randstad…. Wat wel speelt in het tijdschriftwereldje: vaak blijf je maar net zolang aan het werk als de redacteur die je aantrok.

Ik was vaak onderweg. Buiten die opdrachten bleef ik ook constant foto’s maken. Ik ben ze nu stilaan terug aan het inventariseren en bundelen. Portretten, stills en natuur, en per jaar, netjes afgewerkt in fotoboeken. De meest recente delen zijn al klaar, de rest werk ik gestaag verder af.

Jaren zorgen

Franske
Nicol’ Andrea – Franske

De voorbije tien jaar heb ik hier in Merksplas veel mensen verzorgd. Nooit gedacht en nooit gewild dat ik hier terug belandde. De broer van mijn partner, Franske, woonde bij ons in. Toen Frans in 2018 overleed, stierf zijn vader twee later. Ook heb ik de laatste jaren van mijn moeder van dichtbij meegemaakt. En zelf werd ik ook ziek in 2011. Sinds januari ben ik vrij van medicatie. Door er zo tussenuit te zijn – of door zo middenin het leven te staan – voel ik me veel vrijer en losser. Ik was daarvoor altijd op zoek naar iets, maar dat heb ik nu losgelaten.

© Nicol' Andrea
Nicol’ Andrea, Sisters
Fotograferen is niet wat ik doe, het is wat ik ben. Als ik nu portretten mag maken, maak ik daar ook meer tijd voor. Interviewers nemen vaak vier uur de tijd om met een bv te praten, en dan mag jij als fotografe opdraven om de ondertussen uitgetelde mens nog snel te portretteren. Nee, er moet iets tussen ons gebeuren op het moment zelf, en dat kan alleen maar door meer tijd te nemen. Dat is mijn ding, dat weet ik ondertussen: de mens zelf laten zien. Ik ben ook altijd op zoek naar het licht dat er is, ik flits heel weinig. En ik werk veel met mijn iPhone of met mijn kleine Canon, en ik zorg ervoor dat de klikgeluiden uitstaan.

Wonen in Merksplas zorgt wel voor wat afzondering: je komt hier zelden een hoofdredacteur tegen die met je wilt werken. En je bent lang onderweg, ook al heeft het internet dat wat makkelijker gemaakt. Maar treinreizen kunnen mooie foto’s opleveren.

Tweestrijd

Hoe je het draait of keert, fotografie is een egoïstische bedoening. Je bent met jezelf en gedisciplineerd met je werk bezig, en dat krijgt de hele focus. De voorbije jaren viel ik op andere mensen rondom mij, en tenslotte ook op mezelf terug. Het zorgt voor rust, maar ik sta ook terug sterker op de wereld. En als ik er toch even ambetant over wordt, dan ga ik er voor enkele dagen op uit.

Ik kan aan een nieuwe opdracht voor de Standaard beginnen, en ik wil nog terug naar New-York om er kunstenaars te fotograferen. Ik plan op niet al te lange termijn een tentoonstelling van mijn werk. Liefst in Parijs, anders wordt het Antwerpen of Brussel.

Zie ook
nicolandrea.comFacebookpagina Nicol' AndreaNicol op Instagram

Reageer

Back to top button