Tom Woestenborghs ontsnapt (ook) niet aan de wereld
Zorgeloze kunst bestaat niet.

Vanaf 15 december stelt Tom Woestenborghs tentoon in Eindhoven. ‘Artistic midlife crisis of a storyteller’ is het eindresultaat van de oefening die Woestenborghs zichzelf gedurende een jaar oplegde.
Tom Woestenborghs is master in de schilderkunst, maar voor zijn werk gebruikt hij vooral kleurrijke kleefband en plastic kleeffolie. Die snijdt hij vakkundig uit, en pielt ze nauwgezet als in een collages laag op laag over elkaar, tot hij de juiste kleurschakering voor zich heeft. Of hij maakt digitale prints.
Als ik hem tref, is hij nog naarstig zijn catalogi voor de expo aan het nummeren en handtekenen tussen de zo goed als kale muren in zijn atelier. Op een enkel werk na, staat alles ingepakt klaar voor de expo. Op de platendraaier ligt de laatste van Leonard Cohen. ‘Erg goed,’ vindt Tom, ‘maar Ghosteen van Nick Cave is nog een tikje beter. Die grijpt echt naar de keel.’
Niets is nooit niets
‘Op een gegeven moment word je veertig, al was dat bijna twee jaar geleden. Als je tot dan toe continu in je werk de verhalen vertelt van de wereld om je heen, ervaar je stilaan een soort bloedarmoede. Het was dus tijd voor een tegenbeweging. Ik nam me voor om gedurende één jaar me te werpen op puur vormelijk onderzoek. Ik wou me toeleggen op naakten, abstract werk en op bloemenstillevens. Zo banaal mogelijk, terug naar de eenvoud en het metier. Nu ik dat jaar afsluit, is er voor mij maar een conclusie: je kan niet aan de wereld ontsnappen, alles is verbonden aan de maatschappij. Er is niets dat niets kan betekenen, alles blijkt een inhoudelijke draagkracht te hebben.’
Bleek dat voor jou een nederlaag?
‘Wat maakt van een kunstenaar een goede kunstenaar? De conceptuele kunstenaar John Baldessari zei dat je als kunstenaar niet anders kan dan geobsedeerd bezig zijn. Daarin heeft hij gelijk, die obsessie motiveert. De vraag is waar je jezelf als kunstenaar plaatst. Richt je je helemaal op de vormelijke, esthetische kunst? Of richt je je op de maatschappij waarin je leeft? Ik koos er het voorbije jaar voor om kunst te maken zonder bijbedoelingen, enkel gefocust op die bloemstillevens, naakt en abstract. Maar zonder bijbedoeling kunst maken bleek al gauw onmogelijk.’

‘Neem nou mijn naakten. Ik ben me zeer bewust van de manier waarop ik ze in beeld breng. Ik werk vooral op basis van foto’s die ik zelf maak, maar ik gebruik ook beelden uit kranten, tijdschriften of van het internet. Mijn modellen zijn per definitie geen professionele modellen, maar gewone mensen. Liefst heb ik ze dan nog als ze even uit hun rol vallen en een vorm van alledaagsheid tonen.
‘Maar in mijn werk kan ik de betekenissen niet buiten houden: ze verwijzen naar de huidige tijdsgeest waar je op pornosites dezelfde rauwheid kan vinden. Het internet is een snelweg, waarvan de op- en afritten bezaaid zijn met naakt. Heeft het dan nog zin om in deze tijd terug te grijpen naar romantische Rubensiaanse of Venetiaanse naakten? Ik ben een observator van wat er in de wereld gebeurt, en dan nog van het kleine handelen. Als je dat dagelijkse leven in beeld brengt, en het ver genoeg uitplooit, zie je in welke maatschappij we leven.’
‘Maar de analytische toeschouwer wordt evengoed in dat spanningsveld betrokken. Is het het vrouwelijk naakt dat in het werk Gaze centraal staat, of is het haar starende blik waarmee ze contact afdwingt?’
Dat midlife-gevoel zat ook al in je eerdere tentoonstelling ‘Home is a formal yet loving place’ waarin eerlijkheid, fatsoen en intimiteit botsen met de alledaagsheid van het leven.
‘Ja, maar daartussen zat ook nog mijn project Incorporating rebellion, waarin ik het wou hebben over hoe opstandige gevoelens ingelijfd worden door een overgereguleerde wereld. Wij zijn als honden die je aan de leiband houdt. Dat koord kan je wat vieren, zodat hij even van je weg kan lopen, maar op het einde van het touw heeft de hond ook zijn marge bereikt. In die reeks had ik het over #MeToo, waarbij ik me afvroeg of dat grensoverschrijdend gedrag effectief gendergebonden is. Nee, denk ik, het heeft vooral met macht te maken, en minder met geslacht.’
‘Er zat ook een werk tussen waarin Brutus een rol speelde, Conspiracy. Brutus wordt algemeen beschouwd als een verderfelijk iemand, terwijl hij zich toch maar opofferde door in de senaat Caesar aan te vallen om de democratie te redden. Het leek me dé ultieme democratische daad, maar in de beeldvorming wordt Brutus genadeloos afgestraft.’
‘Na die reeks heb ik me dus radicaal willen werpen op de kunst om de kunst. Geen kunst die dingen in vraag stelt, die commentaar levert of iets wil bewerkstelligen. Ik wou kunst maken die er alleen maar is. In wezen was dat wat arrogant: me een soort excursie opleggen naar die kunstenaars en denken dat je dat kunt opentrekken.’

Hoe leg je dat gevoel uit in Merksplas?
‘Inderdaad, het is behoorlijk zwaar om dat uit te leggen. Maar ik hou het me voor als zelfmotivatie: ik probeer in mijn werk eerlijk te zijn met mezelf. Ik wil esthetisch genoegen te scheppen, beelden te maken, goed werk dat je in verschillende lagen kan lezen.’
‘Als mijn werk af is, is het van de toeschouwer. Ik gaf het wel een titel waarmee ik de context wat stuur, maar het is tenslotte de toeschouwer die er betekenis aan geeft. Maar zelfs in de abstracten uit deze reeks slopen toch wel referenties aan de wereld binnen. Er zijn enkele werken die verwijzen naar mijn afkomst als zoon van een aannemer: je vindt er steenverbanden in, maar evengoed vind je er ook een knipoog in naar Mondriaan of Daan Van Golden. Of ik gebruik goud en marmer in mijn kleurpalet, kleuren die haaks staan op het canon van de abstracte kunst, maar er zo een art déco-werk van maken.’

Dan zijn bloemen als thema toch eenvoudiger.
Dat lijkt zo, maar die lagen me het moeilijkst. Bloemstillevens zijn zowat het truttigste genre. Stolen flowers maakte ik op basis van een foto van bloempatronen op behangpapier of van een zetelbekleding. Zo werd het een representatie van een representatie van een bloem, en tegelijk ook een interpretatie van hoe men vijftig jaar geleden naar een bloem keek.
En heb je schoonheid gevonden in je zoektocht?

‘Schoonheid is een moeilijk ding. Dat concept is 200 jaar geleden al begraven. Een kunstwerk moet sindsdien een significante vorm hebben, en dat heeft niets met schoonheid te maken. Een erg afschuwelijk kunstwerk vind ik dat van Goya waarin Saturnus zijn zoon opeet, maar het is een heel intrigerend werk. Schoonheid zoek ik niet, maar wel het spanningsveld met de toeschouwer.’
Expo in Eindhoven
Je kan de tentoonstelling Artistic midlife crisis of a storyteller. Nudes, abstracts and some flowers van Tom Woestenborghs bezoeken van 15 december tot 12 januari 2020 bezoeken in Pennings Foundation, Geldropseweg 63, 5611 SE Eindhoven.
Opening: zondag 15 december 2019 om 15.00 uur.
Openingswoord door Edo Dijksterhuis, freelance journalist.
Open op woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag tussen 12 en 17u.