Pelikaanachtig
Een nieuwe diersoort ontdekken, en dan nog zo’n vreemde, het zal je maar overkomen.
In 1882 vonden biologen op het Franse stoomschip Le Travailleur, tussen Marokko en de Canarische eilanden, op 2300 meter diepte “een zeer wonderlijk dier, dat niemand op het eerste gezicht als een vis beschouwde. Deze vis, waarvan we hier een afbeelding geven, verblijft op de zeeboden waar de temperatuur 5° Celsius is, in een soort rood slijm bestaande uit de schelpen van kleine Globigerinae.”
“Op basis van de opmerkelijke mond werd het dier Eurypharynx Pelecanoides genoemd, i.e. de Pelikaanachtige Breedbek. Dit wezen onderscheidt zich van zijn klasse door de bijzondere vormgeving van zijn mond, met een onderkaak die verschilt van die van andere vissen, met slechts twee kleine tanden en een grote zak van zeer rekbare huid, gelijkend op de zak die een pelikaan heeft aan zijn onderkaak. […] De kleur van deze vis is fluweelzwart.”
Je kunt het niet verzinnen. In het Nederlands heet de Eurypharynx de grootbekaal.
Charles Gould, Mythical Monsters, Londen, 1886, p. 324.