Peter Maeriën: tekenaar in beelden
Peter Maeriën (°1953, woont een kleine veertig jaar in Merksplas) hield zaterdag met zijn schilderwerken opendeur in de Turnhoutse Parkwijk. Het huis dat hij betrekt van huisvestingsmaatschappij De ARK ligt een eind verwijderd van het feestgedruis van het Parkwijk Vibes Festival – al was dat voor hem de aanleiding om met wat geschilderde wegwijzers de mensen te verleiden om hem een bezoek te brengen aan het Xaverianenplantsoen.
Van Zondereigen naar de Parkwijk
“Hoe ik hier verzeild geraakte? Ik huurde al jaren een atelier in Zondereigen, op de bovenverdieping van het oude Klooster. Daar had ik de grootste kamer, naast alle vroegere cellen. De lichtinval was daar ideaal; de ramen waren naar het noorden gericht, zodat het licht de hele dag gelijkmatig binnenviel. Maar de eigenaar had verbouwplannen, en zo moest ik op zoek naar een ander pand. Even probeerden we met enkele kunstenaars via de gemeente Merksplas ergens een lokaal te leen te krijgen, en in ons hoofd speelde al het idee om een soort Merksplasse versie van de Turnhoutse Creative Factory te stichten. Maar die stap bood geen soelaas. Voorlopig ben ik tevreden om hier in alle rust te kunnen werken; ik weet ook niet of ik zou kunnen aarden in een gemeenschappelijk atelier.”
“Via via hoorde ik over de leegstaande woningen hier. De Parkwijktorens gingen immers tegen de vlakte, en er zijn ook nog renovatiewerken in de buurt. Omdat De ARK zich voorbereidde op de werken, staan er veel huizen leeg. Je mag er niet meer wonen, maar De ARK wou er sociale of culturele dingen in onderbrengen. Zo kwam ik hier terecht. In de buurt zitten zo ook nog De Zendamateurs, de fotogroep InFocus, Tintel Toneel en een lokale stripbibliotheek. Gaandeweg heb ik alle kamers – en dat zijn er heel wat – ingenomen met mijn kunstwerken en heb ik hier ook mijn atelier. Dat ligt nu wel op de zuidkant.” (lacht)
Schilder met pensioen
“Op een of andere manier heeft de dood van onze zoon in 2006 voor de impuls gezorgd om te beginnen tekenen. Meer dan potlood en papier had je daarvoor niet nodig, en dat sprak me toen net aan. Mijn loopbaan bij het CLB bouwde ik af tot mijn pensioen, en zo kon ik 8 jaar tekenlessen volgen aan de academie in Arendonk. In het tweede specialisatiejaar studeerde ik er af met een stop-motion animatiefilm.”
“Die 7 minuten durende kortfilm heeft me wel wat erkenning opgeleverd. Ik werd bijvoorbeeld geselecteerd voor de Hommage Expo in Bozar samen met enkele minder bekende kunstenaars. Maar ik twijfelde of ik dat pad verder moest bewandelen. Ik koos voor de schilderopleiding in Arendonk. De directheid van schilderen sprak me aan: geef me een borstel, wat verf en een doek, en ik zie meteen wat het resultaat is van mijn handeling. Daar komen geen technische tussenstappen en procedés aan te pas.”
“Zo begon ik weer aan een opleiding van vijf jaar. Aanvankelijk wou ik in zwart-wit werken; kleur zou het onnodig complexer maken. Schetsen zijn vaak sterker dan een uitgeschilderd werk: het is meestal expressiever en krachtiger. Maar Els Nouwen, lerares, bracht me de liefde voor olieverf bij. Na mijn specialisatie nam ik een sabbatjaar. De coronaperiode was daarvoor ideaal. Dit jaar ben ik toch nog teruggekeerd naar de academie, nu voor de opleiding projectatelier schilderen.”
Uitdagingen
“Zo moet ik de volgende tijd een deconstructie doen, en met dat materiaal iets nieuws maken. Het lijkt misschien wat vaag, maar ze duidden het met het verhaal dat je in een blokhut aan een meer woont, dat je van die blokhut een boot maakt, wegvaart, en eens terug aan land van die boot iets anders maakt. Zoiets. Hier in de Parkwijk experimenteer ik nu met röntgenfoto’s. Ik zoek nog mijn weg. Ja, ik heb er nog wat vraagtekens bij. We moeten immers oplossingen bedenken voor vragen. Het is verleidelijk om dan terug die dingen te doen die je kent en beheerst, terwijl je net uitgedaagd wordt om vrijer terreinen te verkennen die je voorheen nog niet betrad.”
“Je merkt soms dat professionele kunstenaars zichzelf na een tijd beginnen herhalen. Als artiest heb je je eigen handschrift, je natuurlijke schriftuur. Elke toets die je als schilder aanbrengt op je doek, is een combinatie van keuzes. Van verf, de richting waarin je werkt, de druk die je op je penseel uitoefent… Maar als je steeds dezelfde oplossingen zoekt word je voorspelbaar, of als je krampachtig een resultaat nastreeft, bereik je meestal het tegenovergestelde. In het projectatelier wordt je uitgedaagd om in alle vrijheid te experimenteren.”
“We leven tegenwoordig in een stroom van beelden die ons overspoelt. Uit om het even welke media pik ik beeldmateriaal op dat mij treft. Er ontstaan associaties met gedachten, gevoelens, met een herinnering of met een ander beeld. Soms maak ik collages door afbeeldingen met elkaar te verbinden, soms zijn het fragmenten uit de herinnering die ik als het ware letterlijk als scherven aan elkaar lijm, en zo ontstaat er iets nieuws.”
“Het werk hierboven is geïnspireerd op de slapende Gerda Taro, die door Robert Capa werd gefotografeerd. Een foto gewoon naschilderen heeft niet zo veel zin. Iedereen kijkt trouwens vanuit zijn eigen beleving. Door er al schilderend mee aan de slag te gaan interpreteer je hem en gaandeweg wordt het jouw eigen werk en de uitdrukking van je eigen beleving.”
“Dat had ik ook met de still die ik gebruikte uit een film van Murnau. Het is een ‘stomme film’ uit 1927 die ging over een ontrouwe man die de opdracht krijgt van zijn nieuwe vlam om zijn echtgenote uit de weg te ruimen. Maar hij wordt verteerd door twijfel en wroeging en keert uiteindelijk terug naar zijn vrouw.”
“Dat werk werd door Sam Dillemans geselecteerd voor een andere expo in Bozar. Het bevond zich daar toen zich de dakbrand voordeed. Gelukkig bleef het gespaard.”
“Soms bouw ik mijn werk op vanop de grond met een compositie in acrylverf. Daarop teken ik met een brede borstel de figuur uit. Zo ben ik ook weer even de tekenaar. Dan komt de olieverf, en die mag de oorspronkelijke expressie en energie niet uit het werk laten verloren gaan.”
Schuilen in Merksplas
“Eén van mijn weerkerende thema’s is het begrip ‘grens’, het verschil tussen binnen en buiten, het afschermen, de beschutting, het territorium, het nest, ook het verleggen, bevechten of oversteken van een grens… Zo hebben we enkele jaren geleden met een drietal kunstenaars op één van de frontlijnen van de Eerste Wereldoorlog uur na uur geschilderd wat we zagen. Rond de Boomhut heb ik een heel aantal werken gemaakt.”
“Die boomhut heb ik samen met wat vrienden en kleinkinderen vooraan in het bos van de Kolonie spelenderwijs gesjord. Ze heeft het een aantal weken overleefd, tot op een dag alle touwen doorgesneden waren, en ze wat later onherroepelijk tegen de vlakte ging.”
Transparante vleugels
“Ik maakte ook recent nog een reeks over Le Vitrier, de glazenier. Ik was getroffen door een aantal zwart-wit foto’s van de glazenmakers in de straten van Parijs, anno 1949. Met het glas op hun rug lijken ze op libellen, hun transparante vleugels zijn licht en broos, maar terzelfdertijd zijn ze op weg met een opdracht, een missie. Camus had het daar in de vorige eeuw over: ofwel ben je gelovig en dan leef je op weg naar het ultieme doel, de hemel. Ofwel geloof je niet, maar wat weerhoudt je dan van zelfmoord omdat er niets zin heeft?”
“Camus stelde dat je je daarom moest focussen op je taak, op je opdracht. Hij greep daarvoor terug naar de Sisyphus-mythe: die werd door de goden gestraft en moest een zware rotsblok tegen een steile berg opduwen, maar zodra hij de top bereikte, rolde de steen weer de diepte in. Zo was Sisyphus gedoemd om eeuwig dat rotsblok opnieuw de steile berg op te duwen. Camus pleitte ervoor om zich een gelukkige Sisyphus voor te stellen: gepassioneerd door zijn opdracht, levend met het absurde, maar wetend dat zijn toekomst hem toebehoort.”
Regisseur
“Ik hou van composities bouwen en zie mezelf als een regisseur die met beelden aan de slag gaat en een illusie creëert. Wat ze teweeg brengt, gebeurt bij de toeschouwer. Het schilderij is een verstild medium tussen maker en kijker. Uiteindelijk maakt de kijker het kunstwerk af door ernaar te kijken en zich een beeld te vormen in zijn hersenen. Ik probeer in mijn werken met een krachtige beeldtaal te spreken, maar de taal is nooit af.”
Praktisch
Een atelierbezoek bij Peter in de Parkwijk kan, maar dat vraag je eerst met een mail aan.