Gust Lauwerysen: “Hier staat de gelukkigste mens van Merksplas”
Vandaag overhandigde Toerisme Merksplas in De Plantentuin de opbrengst van hun Kerstwandelingen – een cheque van 7.000 euro – aan Siddartha.
Siddartha is een vzw die vanuit Baal al decennia lang welzijnsprojecten opzet. Dat doet ze zowel in Vlaanderen als Ethiopië. De man die het bedrag in ontvangst mocht nemen, was broeder Gust Lauwerysen. Geboren en getogen in Merksplas, én bezieler van Siddartha.
In de voorbije kerstperiode daagden ongeveer 15.000 wandelaars op. Gedurende die 3 weken hielden de vrijwilligers van Toerisme er de Bosklappershut open. De opbrengst van de drankverkoop kreeg Gust Lauwerysen nu overhandigd.
Stoutste dromen
“Ik ben heel fier dat ik hier sta,” zei Gust. “Mijn stoutste dromen zijn uitgekomen. Nog beter: ik heb ze mogen en kunnen realiseren, en ik ben gerust in de toekomst.”
“Ik heb heel hard gewerkt, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Dat deed ik met heel veel vrijwilligers. Vrijwilligers werken vanuit de beste bedoelingen. Maar vaak betekent het ook dat als een vrijwilliger een muur heeft geschilderd, dat je er ’s avonds zelf nog een laag over moet verven – en dat de vrijwilliger ’s ochtends zegt: ‘Dat heb ik goed geschilderd, hé, Gust.'”
“Met Siddartha hebben we vier centra opgestart: in Leuven, Diest, Tienen en Vilvoorde. Die doen aan de laagdrempelige, ambulante drughulpverlening. Toen ik met het eerste centrum begon, zeiden de mensen: ‘Wat krijg je nu, Gust?’. Tot als er iemand in hun familie verslaafd bleek, toen was er plots begrip en kwamen ze op hun knieën om hulp vragen.”
“Ik kom uit een orde missionarissen. Die gingen naar Congo, en vaak – ik moet dat toegeven – vanuit het idee dat zij wisten wat goed voor de mensen was. En als de mensen daarmee akkoord gingen, konden ze daarvan de vruchten plukken. Ze vertrokken vanuit de vraag ‘wil ik dat eens komen doen voor u?’. Nee, we moeten ervan uitgaan dat de mensen ginder het zelf beter kunnen.”
Terug een leven veroveren
“Zo pakken we dat aan in Ethiopië. Een schitterend volk, en warm. Als ze je begroeten is het telkens alsof ze je vijf jaar niet zagen, terwijl het nog maar gisteren was. Maar dat doen ze dan zo gemeend. We zijn er met onze projecten bezig van 1999. Sindsdien hebben we er duizenden mensen geholpen. We gaven er een kleine tweeduizend alleenstaande vrouwen, prostituées en hun kinderen een nieuwe toekomst. 1 jaar krijgen ze van ons 20 euro per maand, maar daarvoor moeten ze vorming volgen. Rond hygiëne, gezondheid, opvoeding van kinderen, geldbeheer, assertiviteit, e.a. En we bieden ze ook een opleiding aan: snit en naad, borduurwerk, weven of lederbewerking. Na dat jaar kunnen ze zo makkelijk werk vinden.”
“We deden dat ook met een zeshonderd mannen. Ik reed op een dag met de auto door de hoofdstad Addis Abbeba, en ik zag drie jongens uit een putdeksel uit de middenberm kruipen. Ze sliepen in de stinkende riool, omdat het daar ’s nachts 13° warm was, en in op straat 8°. Wat doe je met zo’n mannen? We geven ze onderdak, laten ze zich wassen, halen er een kapper bij, we geven ze eten. En dan kunnen ze bij ons naast vorming, ook een circusopleiding volgen. Twee van de 700 belandden nadien terug op straat, maar de rest kreeg een nieuw leven.”
Verrijzenis
“Dat is voor mij de verrijzenis. Ik heb er honderden keren Pasen in levende lijve mogen zien. Mensen die geen leven meer hebben, en daardoor wat dood zijn, lieten we opnieuw rechtstaan en leven. Samen rechtstaan, terug toekomst zien, zeggen: ‘komaan, ik zal u graag zien, maar niet zomaar, je moet er wel wat voor doen. Nieuw leven geven, dat is mijn job.”
Ik heb Pasen honderden keren in levende lijve mogen zien. Gust Lauwerysen
“En we worden na al die jaren nu ook structureel ondersteund. 40% van ons budget hoeven we niet meer zelf te betalen. De Wereldbank wou wat doen voor de daklozen in Addis Abbeba. De Ethiopische overheid koos 9 ngo’s uit om gedurende een jaar 4.000 dakloze kinderen te helpen. Na dat jaar kwam er een evaluatie, en de Wereldbank wou maar met één organisatie verder werken: met Siddartha. Omdat we doen wat we beloven. Omdat we onze centen goed beheren en alles goed controleren.”
“Nu loopt er voor ons geen witte mens meer rond in Ethiopië. Nooit ga ik nog langer dan één week naar ginder. Je voelt er dat je door je huidskleur veel macht hebt. Nee, ze moeten het zelf doen.”
“Het grootste wonder in Ethiopië? Ik heb me mijn hele leven verdiept in vorming. Leren samenwerken, omgaan met ruzie, met taken, met jezelf leren kennen, uw eigen zelf graag leren zien. In Ethiopië was zo’n ‘vorming’ totaal nieuw, net zoals dat je daar bij ons in Merksplas vijftig jaar geleden niet mee kon aankomen bij je moeder, dat je jezelf graag moest leren zien. Ik heb haar nooit horen spreken over zelfvertrouwen, en dat dat belangrijk is. En nog straffer: die vorming die we geven is het belangrijkste element om mensen terug op de been te krijgen.”
Vrijwilligers rekenen anders
“Maar ik merk dat de tijden veranderd zijn. Vóór corona kreeg ik moeiteloos voor de Siddartha-feesten nog 440 vrijwilligers 4 dagen op de been, maar vandaag lukt dat niet meer. Vrijwilligerswerk, dat is voorbij. Mensen zeggen: ‘Een uurtje wil ik wel komen werken.’ Vrijwilligers rekenen nu in uren in plaats van in dagen.”
“Het leven is maar kort. Je moet dus het onderste uit de kan halen: dat is het enige dat telt. Er waren tijden dat ik 280 voordrachten per jaar in Vlaanderen gaf. Dat kan je niet, zonder veel met jezelf bezig te zijn. Ik ben nu 75. Ik heb een hartinfarct gehad, een hersentumor… Nu ben ik klaar met alles. Ik heb alles doorgegeven, en het zit in goede handen. Ik doe niks ni mer. Hier is de gelukkigste mens van Merksplas.”
Een Prachtmens