Over filosofen die een krant proberen te lezen
Toen ik als 18-jarige mijn eerste college sociale filosofie volgde, opende de professor zijn les met de woorden: โHet lezen van de krant is het ochtendgebed van de filosoofโ.
Je kon volgens hem geen filosoof zijn als je niet in de wereld stond. Voor wereldvreemde filosofen was er duidelijk geen plaats.ย Sedertdien lees ik bijna elke ochtend de krant. Stukken die me echt niet los laten, lees ikย โs avonds nog een keer. Maar zelfs na een tweede lezing ben ik nog altijd maar โgewoon op de hoogteโ.
De episode na de krant vind ik des te moeilijker: het waarom van de dingen begrijpen.
Waarom gebeurt dat โnieuwsโ nu allemaal? Waarom start die oorlog nu? Waarom stopt een andere oorlog dan weer niet?ย Waar komen die orkanen en waterbommen vandaan? Waarom stemmen er zoveel mensen niet? Waarom worden zoveel regenboogmensen in elkaar geslagen?
En zo gaan de vragen maar verder. Mijn hoofd wordt er dikwijls moe van en voldoende duidelijk is het nooit.ย De krant is dan al lang uit het zicht verdwenen.
Wellicht rolt op dat ogenblik een nieuw exemplaar al van de drukpersen.ย ย