Columns

Van d’n Ollander

Wennen aan Merksplas

Sinds ruim twee jaar woon ik in Merksplas. En we hebben het hier geweldig naar onze zin. Merksplas is een vriendelijk dorp en … het ligt niet zo ver van de Nederlandse grens.

Een paar dingen waren wel wennen. Onder andere het Vlaams. Nog altijd, na ruim twee jaar, leer ik nieuwe woorden. Of, zoals laatst, een nieuwe betekenis van een woord dat ik al kende.

Ik vertelde mijn buurman dat we een voorstelling hadden bijgewoond en zei dat wij de uitvoering “heel enerverend” hadden gevonden. Waarop hij vroeg: “Was het niet leuk dan?”

Nou, integendeel! Het was een opwindende en amusante voorstelling. Wat ik leerde, is dat enerverend in het Vlaams blijkbaar een andere, minder positieve betekenis heeft dan in het Nederlands.

Bureaucratische verrassingen

Waar we ook aan moesten wennen, was de bureaucratie. Niet dat die in Nederland niet bestaat – integendeel. Maar er zijn wel grote verschillen.

Een voorbeeld: toen we net in België woonden, moesten we ons inschrijven bij een ziekenfonds. We meldden ons bij een medewerkster, en die vertelde dat we een e-ID moesten hebben om ons te kunnen registreren. e-ID…? Geen-idee? zei ik nog.

Vriendelijk legde ze uit dat we zo’n e-ID moesten aanvragen bij de gemeente. Dus wij naar het gemeentehuis. Daar konden we inderdaad een e-ID aanvragen … mits we al aangesloten waren bij een ziekenfonds. Tja …

Ik stuurde beide (overigens erg vriendelijke) dames één e-mail met de vraag of zij dit voor mij konden oplossen. Dat werd snel geregeld, dus probleem opgelost.

Mijn auto importeren: een Belgisch avontuur

Een volgend probleem was het importeren van mijn auto. Binnen zes maanden moest mijn Nederlandse nummerplaat vervangen worden door een Belgische. Er werd een vracht aan regeltjes en wettelijke voorschriften over mij uitgestort, waar ik bijna depressief van werd.

Gelukkig heeft een erg vriendelijke garagist mij geholpen. Had ik het allemaal zelf moeten regelen, inclusief die folkloristische keuring, dan had ik spontaan gekozen voor een loopfiets …

Je, jij, u of gij?

Een taaldingetje waar ik nog steeds niet helemaal uit ben, is het gebruik van je, jij, u en gij.

Ik dacht altijd dat gij het hoogst haalbare was, bijna een religieuze aanspreekvorm. Maar ik begrijp nu dat gij vaak gebruikt wordt binnen de familie of onder goede vrienden.

Je, jij en u blijven me verbazen. In winkels spreken jonge medewerkers mij zonder schroom en heel vriendelijk aan met je en jij. Dat verrast me telkens weer. Als ik dan iets terugzeg en u gebruik, breekt er geen homerisch gelach uit, dus dat zal ook wel goed zijn.

Taalverwondering

En dan heb ik het nog niet eens over uitdrukkingen als “een foto trekken”, of dat ik werd doorverwezen naar het “containerpark”, of dat de “facteur” me een brief bezorgde.

Ik denk dat het nog heel lang zal duren voordat ik me niet meer verbaas over de taalverschillen. Misschien vindt u (jij, je, gij) het leuk als ik u (jou, jullie) regelmatig deelgenoot maak van mijn verwondering.

1 reactie

Reageer

Back to top button