Nieuws

Spetsers op de set van Daens

Momenteel kan je hen niet meer bewonderen, maar begin december stonden Els en Lien nog samen op het podium van de musical Daens. Voor Els was het de tweede Studio 100-productie waarin ze figureerde. Voor Lien was het haar allereerste acteerprestatie. Wij spraken met hen over een figibijbel, hun lievelingsscènes en een onderrok die op het podium achterbleef.

Op auditie

Lien had een oproep gezien op het internet: Studio 100 zocht kinderen die wilden meedoen in de musical Daens. “Uiteindelijk zijn we gezwicht,” zegt mama Thamara. “Ze bleef maar vragen of ze mocht kandideren. Als ouder vraag je je in eerste instantie toch vooral af hoe haalbaar het gaat zijn. Er zijn zoveel kandidaten voor een beperkte groep acteurs. We hadden dan ook totaal niet verwacht dat dit ging lukken.”

Voor de eerste auditie moest Lien thuis een filmpje maken: zichzelf voorstellen en uitleggen waarom ze zo graag mee wil doen.

Lien Crab: “Ik had al mee gedaan in musicalschool Tierlantijn en ik vind dansen leuk. Met Daens kwam er een nieuwe uitdaging bij: acteren. Ik wou ook heel graag meer te weten komen over priester Daens. Ik wou weten hoe het was om in die tijd te leven.”

Al snel volgde een tweede auditie in Schelle. Opnieuw mocht ze zichzelf voorstellen, maar dat moest dan wel op een creatieve manier gebeuren. Lien: “Ik deed alsof ik mezelf aan het interviewen was. Als ik een hoed op had staan, was ik de interviewer. Zette ik de hoed af, dan was ik gewoon Lien die antwoord gaf op de vragen.”

Thamara: “Na deze tweede auditie kreeg Lien te horen dat ze mee mocht doen. Door de covidcrisis viel alles echter weer helemaal stil. Toen ze enkele maanden later opnieuw mochten opstarten, moest Lien nog eens op auditie komen. Dat was wel heel spannend voor haar. Gelukkig kreeg ze ook dit keer een positief antwoord.”

Overstap naar Daens

Voor Lien was Daens haar vuurdoop, Els Van Ackerbroeck had op dat ogenblik al ervaring opgedaan in de musical 40-45.

Els: “We kregen de keuze om verder mee te blijven doen in 40-45 of om de overstap naar Daens te maken. Na 130 shows van 40-45 wilde ik wel eens iets anders proberen. Volwassenen die meedoen als figurant moeten niet echt op auditie. In een gesprek peilen ze naar je enthousiasme en je beschikbaarheid. Ik ben mijn collega’s op het werk enorm dankbaar voor de kansen die ze me geven. Dankzij hen kan ik mijn shiften zo regelen dat ze te combineren zijn met de repetities en de shows die ik doe.”

Naast beschikbaarheid is ook flexibiliteit belangrijk, vooral tijdens de repetities. Thamara: “Je krijgt op voorhand door wanneer er gerepeteerd wordt. Maar je moet er ook rekening mee houden dat er soms langer gerepeteerd wordt tot een scène helemaal afgewerkt is. Ik heb vele uren doorgebracht in Puurs, wachtend op Lien.”

“Er wordt veel van ons verwacht als figuranten en kinderen, maar we krijgen er zo veel voor terug! Het is echt super fijn om mee te mogen doen! Een prachtige ervaring en het productieteam is ook enorm dankbaar.” Els

Violet en Oker

Els: “Voor elke show wordt er zes weken gerepeteerd. De eerste drie weken repeteer je op zaterdag en zondag van 10-18u en op woensdagavond. De laatste drie weken is dat tijdens het weekeind en op vier weekavonden. Eerst repeteren figuranten en kinderen apart, na een tijdje komen die twee samen. Tegelijkertijd gaan ook de repetities van de cast en het ensemble door. Er zijn twee groepen figuranten; ik zat in groep Oker. Je studeert een rol en in de andere groep is er iemand die dezelfde rol inoefent.”

Lien: “Ik kwam in groep Violet terecht, één van de drie kindergroepen. De allereerste repetitie was ik héél zenuwachtig. Ik ben meisje nummer 5. In de eerste scène sta ik in het midden van de set bij de manden. Als we na de inspectie van de fabriek terug uit de kelder komen, moet ik onder een weefgetouw gaan zitten. Daarnaast was ik ook de understudy voor Martha, één van de nichtjes van priester Daens. Op de eerste repetitie moest ik op zoek gaan naar mijn figurantenouders.”

Els: “Kinderen worden op de scène altijd begeleid door volwassenen. Met de rijdende bühnewagens en ledschermen komt er ook een aspect van veiligheid bij kijken. Lien had meerdere figurantenouders, zelf sta ik altijd met dezelfde twee jongens op de scène.”

Figibijbel en spiekbriefjes

Els: “Je krijgt op de repetities geen script met aanwijzingen waar je moet gaan staan. Dat script wordt al doende gecreëerd. De plaats waar je moet opkomen, de bewegingen die je moet maken, de verplaatsingen die je maakt, wanneer je je moet omkleden,… Dat moet je allemaal opschrijven in je figibijbel. Als je een andere rol moet overnemen, dan kan je je via deze figibijbel voorbereiden.”

Lien: “Ik heb thuis ook spiekbriefjes gemaakt met mijn scènes: wanneer moet ik waar opkomen, wanneer moet ik mijn kledij wisselen. Die had ik de eerste shows in mijn kostuumzak zitten. Maar ik heb ze niet echt nodig gehad.”

Tot 3 shows per dag

Tijdens het weekeind speelden Lien en Els drie shows per dag. Ze werden dan om 11u in Puurs verwacht, twee uur voor aanvang van de eerste show. Na een maaltijd was er tijd om gezellig samen te zijn. De kinderen konden een spelletje spelen, of in de stille ruimte een beetje voor school werken.

Lien: ” ’s Middags kregen we een koude maaltijd. Ik keek altijd uit naar de warme maaltijd. Die kregen we na de tweede show. Het eten was er altijd keilekker. We hebben ook elk onze eigen badjas. En bij het omkleden moeten we oortjes in doen en krijgen we een kastje om.”

Els: “Via de oortjes en het bijhorende kastje krijgen wij de muziek te horen. Soms geven ze via de oortjes ook extra info door. Bijvoorbeeld wanneer er zich iets onverwachts voordoet op de scène.”

Voor een voorstelling heb ik altijd een beetje stress, maar dat gaat na een paar scènes snel weg. Toen het zesde leerjaar van mijn school kwam kijken, was ik wel zenuwachtig. Bij het opkomen zag ik ze direct zitten. Lien

Tijdens de week speelden Lien en Els mee in schoolvoorstellingen. Els: “De schoolvoorstellingen zijn helemaal anders. Kinderen en zelfs tieners reageren zo puur en eerlijk. Zij gaan veel meer op in de emoties die op de scène losgeweekt worden. Als Manou Kersting dan na afloop van de musical opkomt, wordt hij wel eens uitgejoeld en krijgt hij geen applaus voor zijn prestatie. Een teken dat hij de rol van Schmitt fantastisch speelt. En achter de schermen is hij een hele lieve man.”

Leukste scènes

Lien: “Ik vind het wel leuk wanneer ik een rijk meisje mag spelen. Dat is in de scène waarin de soep uitgedeeld wordt. Ook de voetbalscène is plezant, dan mag ik hinkelen. En wanneer de honden voor of achter mij door lopen. Eigenlijk is alles wel leuk om te doen.”

Els: “De scène waarin er gechargeerd wordt met de paarden, vind ik het leukst om te doen. Er zit zo veel energie in die scène en ze loopt ook elke keer anders. We weten allemaal waar we op moeten komen en afgaan, maar toch zit er een zekere chaos in die scène.”

Lien: “Tijdens het chargeren had ik een keer niet door dat mijn onderrok was uitgevallen. Ik ben toen terug op moeten gaan om die te gaan halen.”

Reageer

Back to top button