Merksplas, een wij-allemaal-dorp
De plaatselijke politieke troepen hebben ondertussen de Mark overgestoken: de flyers met de kandidaten en de programma’s zijn gebust. In de Merksplasse tuinen beginnen de politieke plakborden ondertussen wortel te schieten, een uniek fenomeen op de grens tussen fauna en flora dat slechts om de zes jaar plaatsvindt.
De anders zo rustige dorpstuintjes splitsten zich de volgende maand op in leefbare tuinen en visionaire tuinen. Groene tuinen zijn voorlopig niet te bespeuren, maar dat wisten we al. Na deze periode worden al die politieke tuinen terug gewoon tuinen en behagen ze elkaar weer als tevoren; wellicht blij om gewoon tuin te mogen zijn.
Maar welk verhaal vertellen deze tuinplakborden aan iedereen die hier in dit dorp zijn “thuis” heeft gemaakt? Welk dorp willen we zijn of welk dorp gaan we proberen te zijn? En welk team gaat echt middelen en mensen inzetten om dat dorp dat we willen zijn, te realiseren? Deze kennis is voor de Merksplasse burger cruciaal om op 13 oktober de juiste stem uit te brengen.
Alles voor de middenklasse
Een dorp is altijd meer dan het exacte aantal inwoners, hier in Merksplas ongeveer 8800. Elk dorp is in eerste instantie altijd een mensengemeenschap waar meer verschil zit dan men meestal wil aannemen. Het is en blijft de grootste valkuil om alles te bekijken vanuit een normale bril. In veel gevallen is die normale bril de visie van een middenklasse gezin waar er minstens één, maar meestal twee inkomens zijn.
Voor hen, en ik behoor tot die groep, zijn de meeste zaken bereikbaar. Wie de tering naar de nering zet en zich niet laat bedwelmen door een wolk van consumptiezucht, kan veelal een materieel veilig leven leiden. Om de stem van deze werkende middenklassers wordt vandaag het hardst gestreden. Vele voorstellen en beloftes bedienen rechtstreeks de middenklasse. De meest in het oog springende belofte is deze van minder belasting en meer nettoloon op het eind van de maand voor zij die werken. Wie werkt en bijdraagt, moet beloond worden. Dat is overduidelijk de nieuwe mantra in de verkiezingstaal.
Maar er is ook de zijkant
Maar wie over middenklassers spreekt, moet het eerlijkheidshalve dan ook hebben over die “anderen” die dat dan niet zijn. Het mag en moet ons verbazen dat we daar dan geen echt verzamelwoord voor hebben. De eigen logica van het woord middenklasser dwingt ons tot bijna tot een woord als zijkantklasser of zijkanter. Want wie niet in het midden zit, zit aan de zijkant. Het is duidelijk dat dit woord per direct naar de prullenbak gaat. Misschien is dat woord middenklasser toch niet zo onschuldig als het op het eerste zicht lijkt.
Maar wie zijn die anderen dan die niet in het midden leven?
- Alles en iedereen voor wie het gangbare “school-werk-huis-gezin”-stramien niet altijd even vlot gaat of voor wie het gewoon geen haalbare kaart is.
- Zij die ongevraagd een beperking hebben of allerhande medische miserie.
- Zij die van heinde en verre kwamen en de taal niet spreken, zij die te oud zijn geworden om zelfstandig alle levenstaken op te nemen,
- zij die hier een paar maanden van het jaar komen werken,
- zij die ongewild in moeilijke opgroeisituaties hebben gezeten,
- zij die tijdelijk van een uitkering moeten leven, zij die met het verkeerde lichaam zijn geboren,
- zij die lange tijd in het dorp gevangen zitten, en zo kunnen we de lijst nog verder aanvullen.
Wat ons bindt
Wat ons echter verenigt in al die verschillende levens, is de eenvoudige vaststelling dat al die levens zich afspelen op hetzelfde kleine grondgebied op een boogscheut van elkaar. Vaak zijn we enkel nog gescheiden door een beukenhaag en toch slagen we er niet in om contact te leggen. Nog minder slagen we erin om iedereen mee te krijgen in een gemeenschappelijk verhaal dat Merksplas in zijn beste versie kan zijn. Met een duur woord spreekt men dan over de “nood aan meer inclusie” in de gemeenschap.
Ik droom van een Merksplas
Ik droom van een Merksplas
- waar iedereen gewoon “mee” kan doen,
- waar de brooddozen niet leeg zijn,
- waar de straten toegankelijk zijn als de benen door twee wielen zijn vervangen,
- waar buurtwerkers actief mensen ondersteunen om hen mee in het gemeenschappelijke verhaal te krijgen,
- waar jongeren op tijd worden begeleid als het minder gaat,
- waar figuurlijke drempels worden weggewerkt en
- waar iedereen op het einde van de dag toch het gevoel heeft om deel uit te maken van deze gemeenschap en geen “zijkanter” te zijn.
Het is dit warme Merksplas waar het goed wonen is. Er bestaat in dit dorp reeds veel goede wil en veel warmhartige inzet. Denk maar aan al de onbaatzuchtige inzet van zovele vrijwilligers die het toch allemaal elke keer weer doen. Het komt er nu op aan om wat er al is beleidsmatig te ondersteunen met een strak plan waaruit echt de ambitie blijkt om een wij-allemaal-dorp te worden.
Mijn stem op 13 oktober zal gaan naar die beweging die de inclusie zo concreet en zo uitgebreid mogelijk maakt. Die beweging die van inclusie ook een prioriteit maakt. Vele nuttige inclusietips kunnen de beleidsmakers, die naar onze stem dingen, vinden op de site van de Vereniging voor Vlaamse Steden en Gemeenten. Ik hoop op het Grote Verkiezingsdebat van 1 oktober te horen hoe men dat heeft vertaald naar concrete voorstellen die de temperatuur in dit dorp nog doet stijgen zonder dat het klimaat in gedrang komt.
De plaatselijke politieke troepen hebben ondertussen de Mark overgestoken: de flyers met de kandidaten en de programma’s zijn gebust. Welke programma’s?