Na een busrit van anderhalf uur arriveerde donderdagmiddag Els Decaluwe aan de halte Merksplas Dorp. Ze had een rugzakje met materiaal bij zich, want straks zou ze haar liefde voor tekenen delen met tweedeklassers uit Merksplas.
Even twijfelde ze of ze naar VBS Yugro of Qworzรณ moest gaan (โdie namen lijken zo op elkaarโ). Later bleek dat het deze week de beurt was aan de VBS, en volgende maand de andere school.
โฝ Hoe pak je het straks aan in de VBS, Els?
Els Decaluwe: “Oh, ik ga een lezing geven aan kinderen van acht jaar. Ik koppel daar ook een workshop aan. Ik wil hen enthousiast maken om tekeningen bij verhalen te maken. Misschien zijn er ook kinderen die minder van tekenen houden, maar ik wil hen laten ontdekken dat tekenen een manier is om hun gevoelens te uiten.”
“Toen ik zo oud was als hen, begon ik te tekenen. Ik was een wat verlegen kind. Ik kon mijn gevoelens toen niet zo goed uiten. Door te tekenen, lukte dat wel. Dat is voor hen ook een mogelijkheid, wil ik hen vertellen. Ik vond het enorm leuk om tekeningen te kopiรซren. Uit al dat natekenen haalde ik enorm veel voldoening. En toevallig had ik een vriendinnetje dat heel goed kon tekenen. Dat daagde me uit โ ik wilde net zo goed worden als haar.”
Gevoelens delen
โฝ Wanneer wist je dat je van tekenen je beroep wilde maken?
“Later ben ik animatiefilm gaan studeren aan het RITCS in Brussel. Ik zag in die tijd de animatiefilm Spirited Away. Die raakte me zo diep in de bioscoopzaal dat ik hem meteen daarna opnieuw opzette. Het was een film van de Japanse filmregisseur en animator Hayao Miyazaki. Dat was een kantelpunt voor me: ik wou mensen ook zo kunnen emotioneren, hen op een of andere manier helpen door een verhaal te vertellen. Het klinkt misschien wat melig, maar zo was het wel.”
“Kinderboeken maken is een moeilijk vak: het is zoeken naar een evenwicht tussen zoetsappigheid en pit, en daar heb je ook een beetje humor bij nodig. En dan wil je ook nog hun broertjes en zusjes aanspreken, waardoor je er ook nog enkele extra lagen in moet bouwen.”
“Het RITCS zorgde aanvankelijk voor een cultuurshock: de vrijheid die je daar kreeg, was ik niet gewend. Experimenteren deed ik toen nauwelijks, maar nu probeer ik dat bewust in mijn werk te verwerken. Dat dwingt me om nieuwe wegen te zoeken. Animatiefilm was een intensieve opleiding โ je leert schrijven, storyboards maken (zodat je een verhaal opsplitst in afzonderlijke scรจnes), en figuren animerenโฆ Tekeningen laten bewegen is enorm complex. Ik vind het nog altijd een prachtig vak, al ligt mijn hart nu even meer bij illustreren.”
โฝ Hoe ga je bij het illustreren tewerk?
“Ik ontwikkelde een wat vreemd proces dat voor mij heel goed werkt. Als animator werk je veel digitaal. Voor het illustratiewerk kies ik steevast voor papier. Papier geeft me een gevoel van vrijheid. Dat is anders met de computer: die zorgt voor meer druk, voor meer stress. Ik begin dus met een schets op papier. Die schets scan ik in, en op mijn computer maak ik die proper. Ik print die uit en leg hem op mijn lichtbak. Met aquarel vul ik de tekening in. Daarna scan ik hem opnieuw in en voeg er digitaal weer lijnen aan toe. Heel dat proces is puur genieten: het papier laat magie toe, en digitaal kan ik het net afwerken.”
Fantasie en realiteit
โฝ Heb je een inspiratiebron die je altijd kan aanboren?
Els: “Ik put vaak uit mijn herinnering van hoe ik vroeger als kind bepaalde dingen meemaakte en ze beleefde. Eigenlijk is mijn tekenwerk een soort persoonlijke therapiesessie. Wat ik meemaak in het leven van elke dag, verwerk ik graag in mijn werk. Het is een bijzondere mix van fantasie en realiteit. Veel van mijn ideeรซn komen vaak ’s nachts. Dan noteer ik ze in mijn boekje, en later kan ik daar altijd naar teruggrijpen. Als ik in opdracht teken, krijg ik thema’s aangereikt. Maar ik probeer daar toch altijd mijn persoonlijkheid in te steken.”
โฝ Hoe kwam je bij het illustreren van kinderboeken terecht?
Els: “Ik heb die altijd interessant gevonden. Na mijn opleiding ben ik beginnen werken in animatiestudio’s. Leuk en creatief werk, maar ik miste er toch de kans in om mijn specifieke creativiteit kwijt te kunnen.
Ik vind vooral plezier in het volledig afwerken van een illustratie , en dat gaat natuurlijk niet als onderdeel van een groot animatieteam, dan werk je maar een klein stukje van het geheel.”
“Ik ben meer een illustrator. Nu maak ik nog vaak achtergrondtekeningen voor animaties. Dat vind ik stukken boeiender: je moet voor licht en sfeer zorgen in elk beeld, en het is uitdagend om dat technisch aan te pakken.”
“Daardoor leef ik in een georganiseerde chaos: ik ben afhankelijk van producties met een grillige planning, maar eenmaal bezig bieden ze structuur. Daarnaast pak ik in de tijd die rest tekenopdrachten aan en maak ik zelf ook nog verhalen.”
“Ik schreef altijd al veel. Dat werk stuurde ik naar een uitgeverij, en die contacteerden me later voor illustratiewerk. Dan werk je samen met een schrijver, en dat is leuk. Je vertelt dan het verhaal met beelden. Maar ik heb nog heel wat mijn eigen verhalen in de schuif liggen. Die uitwerken is een hele klus: het is een zoektocht naar beelden en de juiste woorden. Het is boeiend als je dat alles zelf kan doen; dat je zelf op elk moment kan ingrijpen op woord of beeld, om het net zo te krijgen als je zelf wilt.”
Els: “Naar wie ik opkijk? Het werk van Kaatje Vermeire: ze maakt wel heel andere dingen dan ik, maar wel heel mooie. Of Thรฉ TJong-Khing natuurlijk: die blijft heel boeiend werk maken, met veel subtiele humor. En als je kijkt naar de animatiereeks van Vos en Haas, merk je dat je met eenzelfde verhaal weer een ander publiek kan aanboren. En dan is er ook nog de fantasierijke Shean Tan. Die werkt heel gedetailleerd, heel experimenteel, en verhalend uitermate sterk.
โฝ Hoe zou je je stijl omschrijven?
“Mijn stijl is dromerig en gevoelig, met hopelijk ook wat subtiele humor. Niet de schaterlach-humor, maar meer knipogen en kleine details. Binnenkort werk ik aan een nieuw kinderboek, en ook hoop ik binnenkort ook een eigen verhaal uit te brengen. Het is voor dat laatste wat wachten op het goede moment. Ik heb geduld, een van de dingen die je je gaandeweg aankweekt bij het animatiewerk. Misschien maak ik ooit nog een film. Het Vlaamse filmlandschap is echt mooi met veel goede producties, en het is een boeiende wereld. Maar eerst wil ik me verder verdiepen in het illustratiewerk.”
In de bib
vind je van Els deze boeken:
Huisje Weltevree, een boek van Lindsay Temmerman (auteur) en Els Decaluwe (illustrator). Vanaf 6-8 jaar.
Ster, een boek van Leonie Lagaune (auteur) en Els Decaluwe (illustrator). Vanaf 3-5 jaar.