Wereldberoemd (maar niet bij de bakker): Mathilda Masters over boeken en bizarre weetjes
Bij het slotfeest van de Leesjury pakten de bibs van Turnhout, Beerse, Vosselaar, Oud-Turnhout en Merksplas uit met een heel programma. Er waren verschillende workshops, en in de podiumzaal van De MARc/kT deden twee jeugdauteurs hun verhaal: Mathilda Masters en Tine Lefebvre.
Wij konden de lezing van Mathilda Masters voor de kinderen van groep 3 meemaken, die van acht tot tien jaar. Toen wist nog niemand in de zaal Mathilda met haar recentste boek Obi en Tito Tapir net in de leeftijdscategorie de grote winnaar zou worden.
De vragen op het rode scherm
Haar lezing bestond uit heel wat rode PowerPointschermen. Daarop stonden vragen die kinderen hardop mochten voorlezen. En dan kwamen de foto’s en illustraties die de rode draad voor haar antwoorden vormden.
Bijvoorbeeld: ‘Wat doe je?’ En dan kreeg je een foto van haar aan haar bureau. Geen laptop te zien. Wel het woordje ‘lama’ op de achtergrond.
“Ik schrijf boeken. Zo ziet iemand eruit die boeken schrijft. Ik gebruik daar heel veel de pen en het papier voor. Eerst noteer ik allerlei dingen in notaboekjes, die ik altijd bij me heb. Soms schrijf ik daarop ‘bloemkool’ en ‘ajuinen’. Dan weet ik dat ik naar de winkel moet. Maar soms heb ik ook goede ideeën en invallen. Als er een verhaal in schuilt, neem ik een schriftje. Alles wat daarrond in mijn hoofd zit, schrijf ik in zo’n schriftje op. Als ik daarmee klaar ben, ga ik aan de computer zitten.”
“En die lama? Die let erop dat ik geen spelletjes speel op mijn computer. Als hij dat ziet, spuwt hij in mijn gezicht.”
➽ Ben je beroemd?
“Ja, ik ben eigenlijk wereldberoemd. Mensen kennen me niet van tv, van TikTok of YouTube. Maar mijn boeken worden gelezen van Chili tot China. Sommige zijn vertaald in meer dan vijftien talen. Ik ben dus een beetje wereldberoemd, of toch alvast mijn boeken. Thuis in Antwerpen kan ik bij wijze van spreken in mijn pyjama een brood kopen bij de bakker zonder dat de mensen me zullen herkennen. Maar als ik op reis met mijn man ergens in een boekhandel een boek van me aantref, zet ik er een foto van op mijn Instagram-pagina.”
Waarom Mathilda boeken schrijft
➽ Waarom schrijf je boeken? (verscheen op een rood scherm)
Mathilda vraagt even aan de kinderen wie er soms wel eens alleen thuis is. Zo goed als iedereen, blijkbaar. En of ze dat plezant vinden? Ja, hoor. Wat ze dan doen? Gamen, of boeken lezen, wat tekenen of kijken naar tv of YouTube.
“Toen ik vroeger alleen thuis was, kon ik even in de gang alle kanten uitkijken, en wist ik dat het hele huis op dat moment van mij was. Ik ging altijd op zoek naar de snoepjes die mijn moeder voor me verstopte. Ik vond ze altijd. Op tv was er toen op alle zenders niets anders dan het testbeeld. Tv begon pas om zes uur ’s avonds. En computers waren er toen al wel, maar die waren veel te groot om thuis te hebben staan. Ik las dus boeken. Heel graag. Mijn lievelingsboek was Sjakie en de chocoladefabriek, van Roald Dahl. Ik heb het zeker honderd keer gelezen of voorgelezen. Hij was mijn grote held. Weet je dat hij ooit geheim agent was voor Groot-Brittannië? Hij zocht voor zijn regering uit wat de Amerikanen van plan waren. En dat hij gevechtspiloot is geweest? Hij stortte in de oorlog neer in de woestijn. Sindsdien kampte hij met hoofdpijn, en begon daarom te schrijven. Dat is dus het verhaal. Maar zo’n avontuurlijk leven heb ik voor mijn schrijfwerk niet over.”
Van keukenprins tot tapirhelden
“Wat ik schrijf? Verhalen over de keukenprins van Mocano. Dat werden intussen vijf boeken. En ik schreef ook de Weetjesboeken, boeken vol met superslimme weetjes (over geschiedenis, dieren, klimaat … en ook over liefde en seks). En af en toe een kookboek, maar dan ook o.a. Het beste kookboek ter wereld (en niet alleen) voor kinderen.”
“En intussen was er ook nog mijn nieuw boek. Dat heet ‘Obi & Tito Tapir’. Tapirs zijn heel bijzondere dieren. Ik ontmoette er ooit eentje op mijn wereldreizen en hij was zo leuk dat ik niet anders kon dan een verhaal over hem schrijven.”
Waarom tapirs geen miereneters zijn
Mathilda geeft de zaal kinderen een tekenopdracht (‘begin maar met een liggend ei’), en het resultaat is een bijzonder dier met een korte slurf. Groep 3 weet dat het een tapir is, want zij lazen het boek. Maar als Mathilda vraagt aan welk ander dier het doet denken zegt iemand ‘een miereneter!’
Mathilda legt uit hoe een miereneter eruitziet ‘met een lange slurf als stofzuiger en een lange pluimstaart om het stof af te doen.’ En hoe ze mieren vangen? Dat weet wel iemand in de zaal: ze steken hun lange tong in een mierennest. “Ja”, zegt Mathilda, “die lijkt op zo’n lange, rode snoepveter waar je lang aan gelikt hebt, zodat die goed plakt.”
Maar de kinderen tekenden een tapir. Mathilda vertelt wat het verschil is tussen een volwassen en een babytapir en waarom ze er zo verschillend uitzien.
“Waarom dat die babytapir er zo anders uitziet? Om zich te camoufleren. Grote tapirs kunnen snel wegrennen, en ze kunnen zelfs onder water zwemmen, waarbij ze hun slurfje als snorkel gebruiken.”
En dan gaat het ook even over
Mathilda leest een hoofdstukje met die titel even voor. “Georgien Overwater maakte de fantastische illustraties bij dat boek. Grappig, niet? Ik woon in Antwerpen, zij in Amsterdam. Zij kan alles tekenen wat er in mijn hoofd zit. Ook voor de Keukenprins maakte ze de illustraties. Drie van die boeken wonnen een prijs van de Leesjury. Ik ben daar heel trots op, want dat is voor mij de belangrijkste jury die er bestaat.”
Scheetkussens en slimme weetjes
En toen was er een scheetkussen waar iemand uit de zaal nietsvermoedend op ging zitten, en over scheten laten (‘wie durft er in bed onder zijn deken nog ruiken hoe erg die stinkt? Ja, ook de volwassenen mogen hun hand opsteken’), over dino’s (en Jaan mocht een stukje coproliet determineren — hij rook er onmiddellijk aan. Versteende dino-kak. En ruiken deed het niet langer.)
Of weetjes over sport? Toen ging het even over Michael Phelps, de grote Olympische zwemmer die wel 28 medailles won, waarvan 23 gouden. “Die was gebouwd om te zwemmen. Wisten jullie dat hij als schoenmaat 48,5 had? En dan nog grote handen. Normale mensen hebben een lengte die overeenstemt met de breedte van hun gestrekte armen. Phelps had de aapfactor: hij was 1,94m lang, maar de reikwijdte van zijn armen was 2,02m.”
Intussen stonden de andere groepen kinderen te dringen aan de deur. Tijd om af te ronden, en Mathilda toverde nog een doos koekjes uit de coulissen. “Dat recept stond nog in mijn kookboek. Speciaal voor jullie heb ik ze vanochtend nog gebakken!”
Boeken van Mathilda in onze bib
Die vind je mooi opgelijst op deze pagina (en dan weet je ook onmiddellijk of ze al dan niet beschikbaar zijn).