WC-papier in crisistijd

De regering gebruikt de term niet graag, maar sinds woensdagmiddag 17 maart, zitten we in een soft lockdown. Blijf in uw kot is de leuze van de volgende weken. We mogen enkel nog het huis uit om te gaan winkelen of naar de dokter te gaan (na een telefonische afspraak).
Zulke beslissingen zijn ongezien en dat zorgt voor – niet geheel onlogisch – enkele paniekreacties. Ik kan ergens nog begrijpen dat je in paniek een heel winkelrek pasta, rijst of bloem leegkoopt, maar WC-papier?
Kuddegedrag
Dat hamsteren is volgens psychologen een heel normale reactie, zelfs het hamsteren van WC-papier. “Hamsteren komt voor uit een combinatie van angst en onzekerheid,” aldus Paul van Lange, hoogleraar psychologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. “Als je bang bent dat er een tekort komt aan iets waar je aan gewend bent én je kunt dat product goed bewaren, dan krijg je de neiging daar extra van te kopen.” Door hun kasten te vullen, krijgen mensen het gevoel dat ze de situatie onder controle hebben. “Dan heb ik tenminste dat nog.”
Hoe groter het product, hoe meer we het idee hebben dat de situatie onder controle is.
Waarom dan WC-papier? Hoe groter het product, hoe meer we het idee hebben dat de situatie onder controle is. De omvangrijke pakken WC-papier zorgen voor goed gevulde kasten, vandaar dat het één van de populairste producten is om te hamsteren.
Hamsteren komt uiteindelijk neer op kuddegedrag, wat zeer menselijk is. Alle oproepen en filmpjes van distributiecentra en unizo kunnen daar dan niet tegenop.
Australië
We hadden het nochtans kunnen weten dat zoveel mensen WC-papier gingen hamsteren. In Sydney waren ze op zondag 8 maart al aan het vechten voor het laatste pak WC-papier dat nog in de rekken lag. Uiteindelijk is de politie daar zelfs tussenbeide moeten komen.
Buitenlandse toestanden hoor ik je denken? Een bevriend politie-agent, zone Turnhout, bevestigde dat zijn collega’s ook al opgeroepen zijn om tussenbeide te komen omdat klanten hetzelfde laatste pak van iets wilden kopen.
Vroeger
Al die paniek is nochtans niet nodig. Vroeger – en dat is heus nog niet zo heel lang geleden – deden we het ook zonder WC-papier. Ik sprokkelde volgende getuigenissen en herinneringen in mijn familie- en vriendenkring.
“Als WC-papier gebruikten wij stukken gazettenpapier die op de grond lagen; mijn mama zorgde daar steeds voor. Hoewel ik me herinner ook wel eens te hebben moeten helpen bij het scheuren van de kranten. Echt WC-papier? Dat zal ergens in de jaren 1960 geweest zijn, toen er een échte WC en badkamer is geïnstalleerd bij ons thuis.”
“Ons toilet was in de stal, naast de keuken. Mijn moeder sneed de kranten in kleinere stukken en deed die in een kartonnen doos. Die kartonnen doos stond naast het toilet. Er waren er die een gaatje deden in het papier en daar een koord doorheen staken. Dan konden de blaadjes van het koord getrokken worden. Wie ’s nachts naar het toilet moest, moest op een grote emmer. Die stond bij mijn ouders op de slaapkamer. Wij hebben krantenpapier gebruikt zolang de oude, houten WC dienst deed bij ons. Dat moet na mijn lagere schooltijd geweest zijn, dus ergens eind jaren 1960.”
Verbloemen
De luxueuze toiletten zoals wij die nu kennen, die waren er toen – uiteraard – ook nog niet. Al kan het verluchtingsgaatje in de vorm van een hartje de geurende realiteit misschien ietsje mooier voorstellen dan het in werkelijkheid was.
“Er was geen stromend water, alles gebeurde met een handpomp. In het beste geval hadden de mensen een eigen put waar ze water ophaalden en via een spuitpomp mee naar binnen brachten. De sloten langs de weg waren de riolen van nu. Afvalwater ging via stenen buizen naar sterfputjes waar het dik in bleef staan. Het water liep naar de sloot. Die sterfputjes werden dan regelmatig leeggemaakt. Het WC-afval werd opgevangen in een grote beerput die één keer per jaar werd opgepompt en op de akker of in de hof werd leeggemaakt.”
“Wij gingen naar het toilet in de koeienstal en gebruikten krantenpapier. Dat toilet was trouwens een houten plank met diep gat daaronder. Echt privé zat je ook niet: boven en onder de deur waren er grote openingen.”
“Bij mijn grootmoeder stond het toilet buiten, bij ons thuis naast het varkenskot. Het varkenskot lag naast de keuken. Je moest dus eerst de varkens passeren als je naar het toilet ging, langs een deur buiten het huis. Later is die deur wel verplaatst naar binnen; het toilet lag nu niet meer in, maar tegen de varkensstal en kon je langs binnen bereiken. ’s Nachts stond er een grote emmer met deksel op de gang als we moesten plassen. Mijn ouders hadden een eigen WC-pot op hun kamer staan. En nonkel pater kreeg ook een eigen pot als hij op bezoek kwam.” Een eigen, nachtelijke WC-emmer als statussymbool.
“Ik herinner me nog dat ik bij mijn overgrootmoeder naar buiten naar het toilet moest. Dit houten kotje stond gelukkig vlak achter het overdekt terras. Als het regende, geraakte je wel droog op het gemak.”
“Bij mijn grootouders gingen we buiten naar het toilet, op een pot met een gat erin, naast de varkensstal nota bene. We namen dan van binnen een rol WC-papier mee.”

Je ziet: een stormloop op WC-papier is helemaal niet nodig. Er is voldoende krantenpapier in geval van nood. De niet-glanzende reclameblaadjes en het streeknieuws kunnen ook dienen. Hoewel ik hier nu geen stormloop wil ontketenen op krantenwinkels of mensen wil aanmoedigen de stickers ‘geen reclameblaadjes’ van de brievenbus te halen. Om af te sluiten met de woorden van de hoogleraar psychologie: “naast kuddegedrag zijn empathie en vrijgevigheid ook kenmerkende menselijke eigenschappen”. Laat die pakken WC-papier dus maar in de winkelrekken staan, denk aan je medemens en weet dat er nog alternatieven zijn in uiterste nood.
Geschiedenis WC-papier
In 1857 komt Joseph Gayetty op het idee om losse vellen schoon papier te gebruiken voor het vuile werk. De oude kranten met hun drukinkt vond hij een smerig gif, gevaarlijk voor de gevoelige lichaamsdelen. Aan dit propere, witte papier voegde hij aloë vera toe om aambeien te voorkomen. Zijn Medicated Paper kende echter geen succes: het was te duur.
In december 1891 neemt Seth Wheeler een patent op de scheurlijn in een rol WC-papier: vanaf nu dus rollen toiletpapier waar je velletje voor velletje van kan afscheuren. Maar ook deze vernieuwing leidt nog niet tot een groter gebruik van WC-papier. In de jaren 1935 denkt de firma Scott uit New York het probleem gevonden te hebben: zij brengen ‘splintervrij toiletpapier’ op de markt.
In 1942 komt het dubbellaags toiletpapier op de markt. In de jaren vijftig presenteert de Scott Paper Company een campagne voor zacht toiletpapier in pasteltinten: de Lady in Gown hangt behoedzaam een rol lichtblauw, zijdezacht toiletpapier aan de houder.
Het zal nog tot in de jaren 1960-1970 duren voor het gebruik van WC-papier ingeburgerd raakt.