Literatuur

Van wiebelkont tot schrijfster: Sofie De Moor inspireert vijfdeklassers

Wie Sofie De Moor voor een lezing boekt, mag er zeker van zijn dat ze kinderen en volwassenen echt kan besmetten met het schreesvirus. Dat lijkt een gevaarlijke combinatie te zijn van gek zijn op schrijven en op lezen. Tijdens de coronaperiode bleven we allemaal thuis. Sofie wil daarentegen dat iedereen nu komt genieten van haar humoristische schrijfstijl tijdens de lezingen. 

Op 22 april kwam deze goedlachse dame naar de vijfde leerjaren van Qworzó en VBS Yugro om haar verhalen te vertellen en fijngevoelig voor te lezen. Er zit telkens een verdoken boodschap in haar teksten en prenten.

Een boek dat raakt

Met het boek Dik oké! verwijst Sofie naar haar eigen leven toen ze in haar jeugd gepest werd omwille van een maatje meer. Dat dat een blijvend litteken is, vertolkt ze meesterlijk naar de leerlingen toe die snel geboeid luisteren. Ze hangen aan haar lippen terwijl de wijze les stelselmatig binnensijpelt. Het wordt muisstil in het lokaal.

Dit boek toont de impact van pesten en schelden. Over de kracht van goede vrienden en familie. Met een niet-stereotiep hoofdpersonage dat graag basketbal speelt. Een positief en herkenbaar verhaal over hoe scheldwoorden je zelfvertrouwen helemaal naar beneden kunnen halen. 

Het boek gaat over Kaat. Kaat is dik. Dat is best oké. Maar daar denkt Wout anders over. Tijdens het basketten gebruikt hij kwetsende woorden. ‘Dikke koe! Nu al moe?’. Kaat wordt er triest van. Het boek is bedoeld voor het derde en vierde leerjaar. Oudere leerlingen lezen het op een half uurtje uit.

Ervaren wat pesten is

Een quiz nadien doet leerlingen reflecteren op het eigen gedrag rond pesten. De kinderen leggen hun hoofd op de tafel en sluiten de ogen, zoals gevraagd. Ze mogen alleen de rechterhand opsteken als ze iets horen wat hen persoonlijk al overkomen is. De leerkracht zit achteraan in de klas en krijgt zo een goed beeld over gedragingen bij haar leerlingen.

Sofie zegt traag met ingetogen stem elke zin apart:

  • Ik denk dat er op school gepest wordt …
  • Ik heb al eens meegedaan …
  • Ooit ben ik al gepest …
  • Wie is ooit al heel erg gepest …
  • Misschien ben ikzelf wel een pester …
  • Via gsm en andere media heb ik al pestberichten ontvangen …
  • Ik zag pesten gebeuren en ik deed niets …

Het werd even oorverdovend stil. Het deed me denken aan het gewetensonderzoek toen ik voor mijn eerste communie te biechten moest gaan. Reflectie is belangrijk voor kinderen.

“Hoe lossen we het op?” vraagt Sofie en de kinderen brengen hierover spontaan ideeën aan. Verhelderend eerlijk. Introspectie geeft ruimte om eigen gedrag te kaderen en te evalueren.

Bezeten

De jeugdauteur zegt van zichzelf dat ze schrezewiet – gek op lezen en schrijven – werd door toevalligheden. Zo zat ze in het tweede leerjaar bij een heel strenge juf en haar creativiteit werd betutteld door die strengheid. Zij noemt zichzelf graag een wiebelkont en was altijd druk bezig. Daarom strafte die juf haar – zij het onterecht. Al gauw verstopte Sofie een leesboek in haar lessenaar en een schriftje waarin ze vaak haar gedachten opschreef. Dat was een creatieve uitlaatklep om minder straf te incasseren.

In het zesde leerjaar had ze een leerkracht die elke vrijdagnamiddag voorlas uit een boek met gedichten, ‘Kom maar dichter’. Dat voorleesboek triggerde haar om zelf ook gedichten te willen schrijven. Van haar moeder kreeg ze een schriftje waarin ze haar debuutgedichten neerpende. De honger om meer te schrijven begon in het middelbaar. Daar kon ze verdwalen in haar fantasie.

Maar dan begon de zoektocht naar een lief. Lezen deed ze nog wel, maar het schrijven pruttelde op een laag vuurtje.

Toen ze les ging geven in het eerste leerjaar kon ze kinderen leren lezen en de liefde voor het creatieve Nederlands aanreiken. Dat bezorgde haar een hemels gevoel. En dat zal elke leerkracht uit het eerste leerjaar kunnen beamen. Haar man stimuleerde haar toen om naar de Academie te gaan om Woord te volgen bij Frank Pollet

Daar leerde ze schrijftechnieken en ontdekte ze de valkuilen. Het was voor haar een praktische opleiding. Leerkrachten en medestudenten moedigden haar aan. Zo durfde ze het aan om een manuscript in te sturen. En wonder boven wonder werd haar werk gepubliceerd. Dat gaf haar het ultieme vonkje om te kiezen voor het auteurschap.

Van droom naar drukpers

Met vele dia’s heeft Sofie tijdens de lezing de kinderen laten zien hoe lang het duurt voordat een boek kan gedrukt worden. We schrokken met z’n allen dat het wel drie jaar duurt eer haar werk bij de boekenwinkel te koop is. Elke tekening wordt door een ontwerper met de hand getekend en aangepast met kleur en grootte.

Zeg vanaf heden nooit meer: ‘Het is maar een kinderboek’. Elk onderdeeltje heeft een functie en helpt ons te genieten van zoveel meesterwerken.

Een schrandere leerling vroeg tussendoor even hoeveel ze aan een boek verdient. En ik hou het hier stil …, maar je wordt er in elk geval niet rijk van.

Naast al haar jeugdboeken schreef ze ook het boek Geen kinderen, wel drie kippen. Dat is een persoonlijk boek met een eigen verhaal van kinderloosheid. Daar bereikt ze volwassenen mee die in hetzelfde schuitje zitten.

Omdat haar echtgenoot aan een spierziekte lijdt, schrijft Sofie soms ook voor het magazine Spierziekten Vlaanderen. Ze is dus een bezige bij!

Verdwalen in verhalen

Toen ik vandaag mocht komen luisteren naar Sofie De Moor keerde ik terug naar mijn eigen kind-zijn en mijn zalige kindertijd. Ik kon en mocht vandaag weer een uurtje in mijn eigen fantasiewereld verdwalen. Een lach en een traan kwamen samen in een eenvoudig en herkenbaar verhaal. 

Sofie, je bent een kanjer! Met veel respect heb ik dat beleefd. En dat is ‘Dik Oké’. Wij wachten op jouw volgend verhaal.

In de bib

vind je o.a. deze boeken van Sofie De Moor (check even of ze beschikbaar zijn)

Reageer

Back to top button