Geschiedenis

Gerard De Prins bezweek 104 jaar terug

In 1912 nam Gerard De Prins uit Merksplas in Valenciennes dienst in het Vreemdelingenlegioen. Hij was een zoon van opzichter in de Kolonie, Augustus De Prins (°Vlimmeren 12-10-1857) en Coleta Francisca Grootaers (°Herenthout 03-02-1864).

Ratjetoe

Het Franse Vreemdelingenlegioen bestond uit allerlei nationaliteiten die in naam van het Franse Leger vochten. Het had lang een slechte naam omdat kansarmen, criminelen en andere outcasts er hun heil zochten als zij in hun eigen land of leger niet meer welkom waren. Voor de Eerste Wereldoorlog bestond de Légion Etrangère uit zes bataljons in twee regimenten. Het hoofdkwartier bevond zich in de Franse kolonie Algerije.

Toen Frankrijk haar leger mobiliseerde bij het begin van WO1, meldden veel niet-Franse idealisten zich erbij aan. Het legioen telde dan 44.000 soldaten van 51 verschillende nationaliteiten; de Italianen en Belgen hadden er het grootst aandeel in. Er werden voor de duur van de oorlog vier nieuwe regimenten opgericht die aan het westelijke front vochten. De vrijwilligers waren goed voor het moreel, maar niet altijd de beste soldaten. Velen hadden weinig of geen militaire ervaring en een onrealistische en te idealistische kijk op de oorlog. Het militaire leven was ook schrikken voor de hoogopgeleide vrijwilligers, die vanuit hun liberale gedachtegoed hadden gedacht hun plicht te doen.

Vaak idealisten

De veteranen van het legioen keken op de oorlogsvrijwilligers neer. Zij waren immers al gehard door oorlogen en kwamen vaak uit lage sociale klassen, terwijl de tijdelijke oorlogsvrijwilligers veelal idealisten uit een beter milieu waren. In de eerste jaren van de oorlog verloor het Vreemdelingenlegioen veel manschappen door een slechte voorbereiding, wilde ondoordachte aanvallen en een gebrek aan leiding. Daarom werd in november 1915 besloten om de overgebleven soldaten van de verschillende regimenten van het Vreemdelingenlegioen samen te voegen in één regiment met drie bataljons: het Régiment de Marche de la Légion Etrangère (R.M.L.E).

Het R.M.L.E. telde ruim 3.000 soldaten. Ze werden opnieuw getraind en werden zo een waar elitecorps, dat ingezet werd bij de hevigste gevechten. Gerard De Prins was korporaal in de 9de Compagnie van het 1ste bataljon van het R.M.L.E.

De strijders van het legioen werden voor hun heldenmoed en daadkracht onderscheiden in Parijs op 14 juli 1917. Na afloop van de oorlog was het R.M.L.E. één van de meest onderscheiden legeronderdelen van Frankrijk. Van de ruim 40.000 soldaten in het Vreemdelingenlegioen stierven er ruim 5.300 en raakten er meer dan 25.000 gewond tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Gerard werd 26

Gerard De Prins bezweek op 27 april 1918 in Ambulance 5/68 van de S.P. 234 in Dury aan de Somme (80ste departement) aan zijn verwondingen. Hij was 26 jaar oud. Hij werd begraven in de ‘Nécropole nationale Saint-Pierre’ in Amiens (Somme, 80ste departement) in graf nr. 328. Zijn overlijdensakte werd geregistreerd in Parijs 1 (75ste departement) op 30 mei 192?.

Nécropole nationale Saint-Pierre’ in Amiens (Foto: wikipedia)

Hij kreeg de onderscheiding ‘Mort pour la France’.

In het portaal van de Sint-Willibrorduskerk bevindt zich een gedenkplaat in messing waarop een gevallen soldaat afgebeeld is die het gelaat opricht naar het kruis. Achter de soldaat staat ‘Voor het Vaderland’, achter het Kruis ‘Voor het Menschdom’. Op de plaat staat: ‘Tot zalige gedachtenis der helden van de parochie Merxplas gesneuveld voor het vaderland’ en de 18 namen van de gesneuvelden uit Merksplas, o.a. G. De Prins en de Latijnse tekst ‘1914 Pie Jesu Domine dona eis requiem 1918’. 

Dit portret van Gerard De Prins werd enkele jaren terug samengesteld door Françis Deckx, in samenwerking met enkele leerlingen van het Turnhoutse Sint-Victor. Dat kaderde toen in het project Kempense Klaprozen.

Reageer

Back to top button